Neuronen en gliacellen Flashcards

(25 cards)

1
Q

Uit welke twee types cellen bestaat het zenuwstelsel?

A

Neuronen en gliacellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn neuronen?

A

geleiden signalen over hun
oppervlakte (actiepotentiaal) en schakelen met andere neuronen om complexe netwerken voor het verwerken van informatie te vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn gliacellen?

A

verschillende soorten steuncellen die de
neuronen ondersteunen, voeden en beschermen tijdens de uitvoering van hun functie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Uit welke delen bestaat een neuron?

A
  • Een cellichaam
  • Dendrieten
    -Axon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een cellichaam?

A

De celkern en de celorganellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn dendrieten?

A

Korte uitlopers voor ontvangen van informatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een axon?

A

Een lange uitloper voor uitgaande signalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is actiepotentiaal?

A

De voortgeleidingssnelheid van informatie. Energie die nodig is voor een cel om te activeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de myelineschede?

A

Een isolerende laag die de axonen omwikkelt zodat het actiepotentiaal kan versnellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat betekent “receptief deel”

A

Het deel van de neuron die informatie ontvangen. De dendrieten en cellichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat betekent “conductief deel”

A

Het deel dat informatie transporteert. Het axon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat betekent “transmissief deel”

A

Het deel dat de informatie doorgeeft. De snyapsknoppen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke 3 functienele groepen van neuronen zijn er?

A
  1. sensibele neuronen
  2. Motorische neuronen
  3. Schakel- of associatieneuronen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doen sensibele neuronen?

A

transporteren sensorische informatie vanuit de zintuigen en anderen sensoren naar het centrale zenuwstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doen motorische neuronen?

A

transporteren motorische informatie van het centrale zenuwstelsel naar de uitvoeringsorganen (spieren en klieren).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat doen schakel- of associatie neuronen?

A

zorgen voor de verwerking van de
sensorische informatie (integratie van verschillende informatie, herkenning door link met het
geheugen, etc) en voor de programmering van de motorische informatie.

16
Q

Op welke manier zijn neuronen georganiseerd in het zenuwstelsel?

A

Grijze stof: cellichamen en dendrieten (geen myeline)
Witte stof: de axonen (wel myeline

17
Q

Waar bevinden de cellichamen en axonen zich in het perifere zenuwstelsel?

A

de cellichamen zijh in ganglia (zenuwknoop) en de
axonen in de perifere zenuwen

18
Q

Waar bevinden de cellichamen en axonen zich in het centraal zenuwstelsel?

A

de cellichamen zijn in centra (diepgelegen kernen en de
hersenschors/cortex aan het oppervlakte, en de axonen in banen/kolommen.

19
Q

Welke soorten gliacellen zijn er?

A
  1. Oligodendrocyten
  2. Microglia
  3. Astrocyten
  4. Ependymcellen
20
Q

Wat doen oligodendrocyten (perifeer zenuwstelsel) of cellen van schwann (centraal zenuwstelsel)?

A

vormen een isolatielaag (myeline) rondom de lange uitlopers van zenuwcellen
(axonen).

21
Q

Wat zijn de knopen van Ranvier?

A

kleine insnoeringen, tussen de laagjes myeline, waar het axon bloot ligt

22
Q

Wat zijn microglia?

A

zijn afgeleid van witte bloedcellen en kunnen celfragmenten en ziekteverwekkers
‘opeten’ (fagocytose)

23
Q

Wat zijn astrocyten?

A

Het zijn stervormige cellen. aan en afvoer van voedingsstoffen en afvalstoffen. En zijn deel van de bloed-brein barrière, en zorgen er dus voor dat niet alle stoffen uit het bloed naar de hersenvloeistof kan gaan

24
Wat zijn ependymcellen?
Epitheelcellen in de holtes van het centrale zenuwstelsel. Verantwoordelijk voor aanmaak cerebrospinaal vocht.