Neuropsychologie 5. Flashcards
Neuropsychologie 5. (36 cards)
Wat is spontaan herstel?
Een vooruitgang in het functioneren ter vergelijking met het moment van hersenletsel. (niet een volledige terugkeer naar het premorbide functioneren).
Wat is neuroplasticiteit?
De veranderingen in de hersenen die optreden tijdens de spontane herstelfase.
Wat is injury induced changes?
Veranderingen in de hersenen op reactie van het letsel.
Wat is experience dependent changes?
Onder invloed van stimulatie en behandeling.
Wat is synaptogenese?
Er worden nieuwe synaptische verbindingen aangemaakt.
Wat is reperfusie?
Verbetering van doorbloeding van de penumbra (neuronen in het hersenweefsel).
Wat is functie herstel?
Herstel van specifieke cognitieve functies die mogelijk zijn aangetast door hersenbeschadiging.
Wat is functioneel herstel?
Het herstel van het vermogen van een individu om in het dagelijks te functioneren.
Wat is diffuse en redundante connectiviteit?
Diffuse is dat de hersenen een verspreide en wijdverspreide verbindingen hebben tussen hersengebieden, redundant is het idee dat verschillende hersengebieden meerdere verbindingen hebben met elkaar, dit zorgt ervoor dat de hersenen veerkrachtig zijn en toch dingen aan elkaar kunnen doorgeven na schade.
Wat is remapping?
Nieuwe structurele netwerken in de hersenen worden gevormd.
Wat is de ipsilesionele hemifseer?
De hersenhelft met de lesie.
Wat is de contralesionele hemisfeer?
De niet beschadigde hersenhelft.
Wat is bilaterale activatie?
Als beide hersenhelften worden geactiveerd, dit komt bijvoorbeeld door schade.
Hoe vindt herstel plaats op basis van remapping na een beroerte?
De herstellende randgebieden nemen het hersengebied met een soortgelijke functie over. Dit betekent dat de hersenen nieuwe verbindingen leggen of bestaande verbindingen aanpassen om verloren functies te compenseren of nieuwe vaardigheden te ontwikkelen.
Wat is penumbra?
Gebied rondom de hersenen wat grenst aan het gebied dat is beschadigd.
Wat zijn homologe gebieden?
Gebieden die overeenstemmen.
Wat is non invasieve hersenstimulatie?
Specifieke corticale gebieden worden gestimuleerd of juist afgeremd.
Wat zijn breinreserve?
Individuele neuro-anatomische verschillen die kunnen zorgen dat cognitieve functies worden behouden ondanks schade.
Wat is cognitieve reserve?
De cognitieve voordelen die iemand heeft gewonnen voor de schade, schade aan de hersenen kan hiermee worden opgevangen. (goede opleiding).
Waar is het ICF model voor? International classification of functioning, disability and health model.
De relatie tussen cognitieve stoornissen als het gevolg van hersenaandoening en de verwachte gevolgen kan worden voorspelt.
Welke 3 niveaus maakt het ICF model onderscheid tussen?
Menselijk organisme, anatomische eigenschappen, activiteiten en participatie van de mens. Daarnaast is er aandacht voor persoonlijke en externe factoren.
Waarom is het maken van herhaaldelijke computer testen voor het cognitief functioneren in de jaren 90 losgelaten?
Het heeft geen invloed op het dagelijks leven van de patient.
Wat is near transfer?
Het vermogen om geleerde vaardigheden of kennis toe te passen in een situatie die sterk lijkt op de oorspronkelijke leersituatie.
Wat is far transfer?
Het vermogen om geleerde vaardigheden of kennis toe te passen in een totaal andere context, die verder verwijderd is van de oorspronkelijke leersituatie.