OKC 10 Infectieleer Flashcards

(22 cards)

1
Q

Noem 6 hoofdgroepen pathogene micro-organismen

A
  • virussen
    -bacterien
    -protozoen
    -schimmels
    -helminthen
    -prionen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Virussen

A

Kleine deeltjes met eenvoudige bouw. Ze hebben een eigen stofwisseling en kunnen zichzelf niet voortplanten. Bij voortplanten koppelt virus zich aan een cel en injecteert daarin zijn eigen DNA of RNA.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke soorten bacterien zijn er:

A

-Bacillen; staafvormig
-kokken; bolvormig
-spirocheten; vorm van kurkentrekker
-spirillen; spiraalvormig
-vibronen; kommavormig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bacteriën omschrijving

A

Eencellig en zeer wisselend van grootte. Ze verschillen in opbouw van hun celwand.
Grampositief: kleurstof opn.
Gramnegatief: niet
Aerobe bacterien: zuurstof nodig om te overleven
Anaerobe bacterien: zuurstofvrije leefomgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Sporen?

A

Sommige bacteriën gaan in soort winterslaap als hun leefomstandigheden niet optimaal zijn bijv. gebrek aan voeding. Als omstandigheden weer gunstig zijn ontwikkelen sporen zich weer tot bacteriën en aandoeningen veroorzaken bijv tetanus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke manier kan bacterie je ziek maken?

A

Bacterie geeft Toxinen af die gastheercel beschadigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Protozoen?

A

Eencellige micro-organismen. Kunnen zich voortbewegen dmv flagel, trilhaar of schijnvoetjes. Soms ook als parasiet in dieren en kunnen door vectoren zoals muggen/uitwerpselen overgebracht worden op de mens bijv. malaria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

3 groepen Helmithen:

A

-lintworm; Taenia
-Aarsmaden; Oxyuren
-Zuigwormen of leverbot; Trematoden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Schimmels omschrijving

A

Eencellig als meercellig organisme. Ze kunnen alleen maar ook uit een netwerk van draden bestaan. Je kan ze zien met blote oog en leven van dode ( organisch) materiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Mycose?

A

Schimmelinfectie bij mens of dier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Prion?

A

Kleine infectieuze eiwitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Prion omschrijving

A

Kunnen spontaan bij mens en dier ontstaan en veroorzaken aandoeningen aan de hersenen ( spongiforme encefalopathieen) waarbij structuur van het zenuwweefsel wordt aangetast en veeeel kleine gaatjes ontstaan. Ziekte van Creutzfeldt-Jakob

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Directe transmissie?

A

Van mens tot mens/dier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Indirecte transmissie?

A
  • verontreinigd water
    -besmet voedsel
    -rauw vlees of onverhitte zuivelproducten
    -besmet voorwerk zoals zakdoek
    -uitwerpselen dieren en vogels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Nosocomiale infectie?

A

Zorginfectie; oplopen van een infectieziekte tijdens opname zorginstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Besmettingswegen:

A

-overdracht via zorgverlener zelf
-via apparatuur en hulpmiddelen
-langdurige behandeling met antimicrobiele middelen

17
Q

5 momenten handen wassen:

A

-voor contact met patient
-voor schone/steriele handelingen
-na contact met lichaamsvloeistoffen cliënt
- na contact met patiënt
-na aanraken omgeving patient

18
Q

Voordeel/nadeel bestrijden bacteriële infectie:

A

Kunnen behandeld worden met antibiotica
Voordeel: bacteriostatisch (remmen groei van bacteriën) en bactericide( bacteriedodend)
Nadeel: bijwerkingen de resistentie

19
Q

Middel tegen Protozoen?

A

Metronidazol
Voor malaria Hydroxychloroquine

20
Q

Schimmel bestrijden met:

A
  • schimmelwerend ( fungistatische middelen)
    -schimmeldodend ( fungicide middelen)
21
Q

Middel tegen worminfecties( helmithen):

A

Anthelminthica werken op metabolisme van deze organismen of verlammen hun spieren vb Mebendazol

22
Q

3 complicaties van infectieziekten:

A
  • bacteriemie: aanwezigheid bacteriën in bloed
    -abces; ophoping van pus in afgesloten ruimte en empyeem “ ophoping pus in al een bestaande ruimte”
  • Sepsis; ontstekingsreactie van lichaam op een infectie die zo ernstig verloopt dat weefsel beschadigd en orgaanfuncties uitvallen