Okc 15 Observatie Patient Flashcards

(13 cards)

1
Q

Ademhaling observatie:

A

-normale frequentie
-ademvolume
-ademruimte
-ademdiepte
-ademgeluiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ademvolume 2 soorten:

A

-Hyperventilatie, te hoog AMV
-Hypoventilatie, te laag AMV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Frequentie ademhaling 4 soorten:

A

-Normopneu
-Tachypneu; >20× per minuut
-Bradypneu;<8× per minuut
-Apneu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Normale frequentie ademhaling:

A

Baby’s: 30-40× per minuut
Kinderen: 20-30x per minuut
Tieners: 14-20x per minuut
Volwassenen: 12-15x per minuut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vitale functies zijn:

A

-luchtweg; A-airway
-ademhaling;B-breathing
-circulatie;C-circulation
-bewustzijn;D-disabilities
-lichaamstemperatuur;E-exposure/environnement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

3 bewustzijnsniveaus

A

-ongestoord bewustzijn
-verminderd bewustzijn
-bewusteloosheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe meet je bewustzijn:

A

-aanspreken normaal
-aanspreken luid
-pijnprikkel toedienen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bloeddruk

A

-diastole: vullingsfase/onderdruk (hart vult zich met bloed)
-systole:uitdrijvingsfase/bovendruk ( kamers contraheren en het bloed wordt het lichaam ingepompt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Normale bloeddruk 120/80

A

-Hypertensie: te hoog >140>90
-Hypotensie: te laag <90

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Normale waarden Lichaamstemperatuur:

A

-hypothermie <35
-normaal 36,6-37,5
-subfebriele temp 37,5 en 38
-hyperthermie > 38
-hyperpyrexie > 41

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

3 soorten pijn:

A

-nociceptieve pijn: verwonding weefsels
-neuropatische pijn: afwijking zenuwen, ruggenmerg, hersenen
-psychogene pijn: hangt samen met psychische aandoening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hersenbloeding

A

Bloed stroomt uit hersenbloedvat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Herseninfarct

A

Blokkade in hersenbloedvat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly