Ordi 3 Flashcards
(177 cards)
toegang hebben tot
accéder à
een aanhanger / een
verslaafde
accro (un-une)
een aanhanger / een fan
adepte (un-une)
uithangen, op een scherm
zetten
afficher
toevoegen
ajouter
aanzetten
allumer
apparaat
appareil (un)
drukken op (een toets)
appuyer sur
een apenstaartje
ar(r)obas/un
Informatiesnelweg
autoroute de l’information (une)
toegang krijgen tot
avoir accès à
statusbalk
barre d’état (une)
een bit
bit (un)
een multistekker(doos)
bloc multiprise (un)
een mailbox
boîte à lettres électronique (une)
/
boîte mail (une)
een doos
un boîtier
de behuizing van
een PC
une tour
inpluggen, aansluiten van een kabel
brancher un câble
een vermogen
capacité (une)
een opslagruimte
capacité de stockage (une)
een grafische kaart
carte graphique (une)
een moederbord
carte mère (une)
een netwerkkaart
carte réseau (une)
een geluidskaart
carte son (une)