Owg 3.5 Flashcards
(24 cards)
Wat is farmokinetiek
invloed van het lichaam op het medicijn
wat doet je lichaam met het medicijn
Noem de 4 fasen van farmokinetiek
absorptie = opname distributie = verdeling metabolisme = omzetting eliminatie = uitscheiding
Welke 3 soorten toedieningswijzen heb je?
- Enteraal (oraal, rectaal, sonde)
- Lokaal (oogdruppels, zalf, inhalatie voor astma)
- parenteraal (intraveneus, subcutaan, intramusculair, pleisters, inhalatie voor narcose) –> in bloed opgenomen
Waar kan het medicijn naartoe worden verdeeld?
- vet
- intracellulair
- bloed
- hersenvocht, hersenen (bloed hersenbarrière)
- overig (peritoneum, foetus)
Wat gebeurt er in de metabolische fase?
een deel van het medicijn wordt omgezet in metabolieten, die worden makkelijker opgenomen in de nieren (uitscheiden) de rest komt weer in het bloed terecht
wat is de biologische beschikbaarheid?
De hoeveelheid medicijn dat overblijft nadat het de lever gepasseerd is en dus weer in het bloed terecht komt.
wat is steady state
steeds op hetzelfde moment het medicijn innemen, zodat er een constante waarde behouden blijft
wat is farmocodynamiek?
wat doet het medicijn met je lichaam?
–> dit is voor elk geneesmiddel verschillend!
benoem de 4 mechanismen vormen voor medicijn opname
- receptoren
- ionenkanalen
- enzymen
- transporteiwitten
wat is een agonist
stimuleert receptoren en zorgen voor een actie
wat is een antagonist
remt receptoren door ervoor te zorgen dat een agonist niet kan binden, actie wordt voorkomen
Hoe werkt een geneesmiddel die adv ionenkanalen werkt?
Het geneesmiddel beïnvloedt de werking van de ionenkanalen, bv zodat Na+ niet meer de cel uit kan. (verdoving)
welke 3 soorten enzymwerkingen heb je?
- blokkeren
- stimuleren
- remmen
hoe werken diuretica?
via osmose
hoe werkt antibiotica
toxisch effect op bacteriën
waarom krijg je bijwerkingen?
- nooit beperkt tot die ene cel (lage specificiteit)
- giftig voor andere cellen (chemo)
- te sterke werking
- overdosering
- allergie
wat is teratoginiteit?
De werkzame stof in een medicijn veroorzaakt misvormingen bij het ongeboren kind (foetus).
Welke werkwijzen hebben invloed op de teratoginiteit van en medicijn?
- tijdstip van toedienen (eerste 4 weken niet schadelijk, van fertilisatie tot 8/12 wkn hoge teratoginiteit)
- dosis en duur van de behandeling
- eigenschappen en toedieningsvorm
- genotype van het individu (gevoeligheid)
watvoor invloed heeft de zwangerschap op de absorptie van de farmocokinetiek?
- misselijkheid en braken
- verhoogde doorbloeding maag-darmkanaal
- verhoogde ph waardes door maagzuurremmer
- -> minimale invloed op biologische beschikbaarheid
watvoor invloed heeft de zwangerschap op de distributie van de farmocokinetiek?
- verdelingsvolume neemt toe (toename plasmavolume, totale lichaamswater en extracellulairvolume, vetweefsel)
Is er een kans op over of onderdosering van hydrofiele geneesmiddelen in de zws?
onderdosering, plasmavolume neemt toe, dus concentratie van het medicijn af
Is er een kans op over of onderdosering van lipofiele geneesmiddelen in de zws?
mogelijke onderdosering, maar niet evidence based
watvoor invloed heeft de zwangerschap op de metabolisme van de farmocokinetiek?
de circulatie neemt toe (in maag-darmkanaal) en de cardiac ouput is ook hoger –> toename cyp eiwitten –> toename metabolisme –> snellere afname van het geneesmiddel
watvoor invloed heeft de zwangerschap op de eliminatie van de farmocokinetiek?
De doorbloeding van de nieren neemt toe en ook de glomulaire filtratiesnelheid, de eliminatie snelheid neemt ook toe, waardoor het medicijn sneller uitgescheiden is