PART SEVEN Flashcards
(50 cards)
Mohammed maakt auto’s. Dat vindt hij…
mooi
Mohammed makes cars. He thinks that…
Monica maakt graag foto’s. Ze maakt het liefst foto’s van.
mensen
Monica likes to take pictures. She prefers to take pictures.
Monica wil graag een huis met een tuin. Ze vindt dat…
mooi
Monica would like a house with a garden. She thinks that…
Myra en Liz gaan naar een café. Ze willen graag…
koffie drinken
Myra and Liz go to a cafe. They would like…
Nadia heeft kip gekocht. Ze gaat de kip eerst…
schoonmaken
Nadia bought chicken. She goes the chicken first…
Naima wil kapper worden. Ze leert…
op school
Naima wants to be a hairdresser. She learns…
Nancy en Oscar zitten in de bioscoop. Ze vinden de film…
Mooi
Nancy and Oscar are at the cinema. They like the movie…
Nasir zoekt een nieuw huis. Hij wil een huis met…
tuin
Nasir is looking for a new home. He wants a house with…
Nasira woont bij de supermarkt. Ze woont ook bij…
school
Nasira lives at the supermarket. She also lives with…
Nick wil naar zijn familie. Hij reist met…
auto
Nick wants to visit his family. He travels with…
Nick zoekt werk. Hij wil graag werken bij…
school
Nick is looking for work. He would like to work at…
Nicole gaat naar de tandarts. Ze heeft pijn aan haar…
tanden
Nicole goes to the dentist. She’s hurting her…
Nikki zoekt een nieuw huis. Ze wil graag…
groot huis
Nikki is looking for a new home. She would like…
Nina speelt in de tuin. Ze speelt met…
bal
Nina is playing in the garden. She plays with…
Noah leest een bericht in de krant. Het bericht gaat over…
Amerika
Noah reads a report in the newspaper. The message is about…
Noor werkt in een winkel. Ze verkoopt broeken en ook…
jassen
Noor works in a shop. She sells pants and also…
Nora en Souffian wonen in een dorp. Ze wonen liever…
in de stad
Nora and Souffian live in a village. They prefer to live…
Odara ruimt het huis op. Ze legt de kleren…
in de kast (closet)
Odara cleans up the house. She puts the clothes…
Olga is ziek. Ze moet…
naar dokter
Olga is sick. She must…
Omar koopt vis. Hij koopt ook…
kaas
Omar buys fish. He also buys…
Omid leest ‘s ochtends altijd eerst de krant. Daarna gaat hij…
werken
Omid always reads the newspaper first in the morning. Then he goes…
Ons dak is kapot. Wij moeten…
nieuw dak
Our roof is broken. We have to…
Orma heeft leuke buren. Ze gaat met haar buren…
lekker eten
Orma has nice neighbors. She goes with her neighbors…
Pablo gaat vaak met de trein. Hij gaat dan naar…
zijn moeder
Pablo often goes by train. He then goes to…
