Payment and debt glossary Flashcards
(122 cards)
1
Q
aanbesteding
A
invitation to tender
2
Q
aanbetaling
A
deposit, down payment
3
Q
aanbod
A
supply
4
Q
een aanmaning schrijven
A
to write a reminder
5
Q
200 euro te veel aanrekenen
A
to overcharge by €200
6
Q
achterstallig
A
overdue, late
7
Q
activa
A
assets
8
Q
af fabriek
A
ex works (EXW)
9
Q
op afbetaling
A
on an installment plan, on installments, by instalments (UK instalment UK, US installment)
10
Q
aflossen
A
to redeem
11
Q
afschrijving
A
depreciation
12
Q
algemene vaste kosten
A
overheads
13
Q
balans
A
balance sheet
14
Q
een begroting opstellen
A
to draw up a budget
15
Q
begunstigde
A
payee
16
Q
behoudens bevestiging
A
subject to confirmation
17
Q
betaald
A
paid (Mind the spelling!)
18
Q
te betalen rekeningen, crediteuren
A
accounts payable
19
Q
met een creditcard betalen
A
to pay by credit card (2 words in English!)
20
Q
betaling bij levering
A
cash on delivery (COD)
21
Q
betaling bij ontvangst van de factuur
A
payment on receipt of invoice
22
Q
betalingsachterstand
A
arrears (plural only)
23
Q
betalingsvoorwaarden
A
terms of payment
24
Q
brutoprijs
A
gross price
25
BTW-plichtig
liable to VAT
26
concurrentie
competition
27
conform factuur
as per invoice
28
contant betalen
to pay cash
29
creditnota
credit note
30
debiteur
debtor
31
deel van een betaling
instalment (UK), installment (US)
32
divers(e), varia
sundry, miscellaneous
33
fabrikant
manufacturer
34
factuur
invoice
35
een factuur opmaken
to make out an invoice
36
factuurdatum
date of invoice
37
failliet gaan
to go bankrupt, to go bust
38
franco, vracht betaald
carriage free, carriage paid, C/P
39
geldautomaat
cash point, ATM (automated teller machine), cash dispenser
40
gewogen
weighted
41
grondstoffen
raw materials
42
groothandelaar
wholesaler
43
herinnering
reminder
44
immaterieel
intangible
45
incassobrief
collection letter
46
incassobureau
(debt) collection agency
47
inkomsten
revenue
48
een schuld innen
to collect a debt
49
te innen rekeningen, vorderingen
accounts receivable
50
inschikkelijk, soepel
lenient
51
intrestvoet
interest rate
52
juridische stappen ondernemen
to take legal steps, to take legal action
53
kleinhandelaar
retailer
54
kopen
to purchase
55
korting
discount
56
kosteloos
free of charge
57
kosten
fee, fees
58
geen extra kosten
no extra charge
59
kostprijs en vracht
cost and freight (CFR)
60
kostprijs, verzekering en vracht
cost, insurance and freight (CIF)
61
kwitantie, ontvangstbewijs
receipt
62
leverancier
supplier
63
meer dan
in excess of
64
miljard
billion
65
monster (in de betekenis van staal)
sample
66
nettoprijs
net price (also nett in UK)
67
niet-nakoming, het niet nakomen (van een betalingsverplichting)
default
68
omzet
turnover
69
onbetaald, uitstaand
outstanding
70
onderhandelen
to negotiate (négocier with a c in French!)
71
onderhevig zijn aan
to be subject to
72
een zaak onderzoeken
to look into a matter
73
oninbare vordering
bad debt
74
te ontvangen posten, debiteuren
accounts receivable
75
bij ontvangst
on receipt
76
ontvangstbewijs, kwitantie, reçu
receipt
77
in opdracht van
pp.
78
open rekening
open account
79
opnemen
to withdraw
80
overboeking
remittance
81
overdisponeren (te veel geld opnemen)
to overdraw
82
overmaken
to remit
83
passiva
liabilities
84
prijsopgave
quotation
85
provisie
commission
86
reclamebureau
advertising agency
87
rekening
account
88
rest- (in samenstellingen)
residual
89
saldo
balance
90
schuldbekentenis
IOU (I owe you)
91
schulden oplopen
to incur losses
92
stijging
a hike
93
een tekort
deficit
94
op korte termijn/op lange termijn
in the short term/run / in the long term/run
95
betaling in termijnen
payment by instalments
96
De betaling is vier weken over tijd.
Payment/settlement is now four weeks late/overdue.
97
totaalbedrag
grand total
98
uitgestelde betaling
deferred payment
99
uitputting
depletion
100
een betaling uitvoeren
to effect payment
101
valuta
currency
102
vereffenen
to settle
103
vereffening
settlement
104
vergissing
oversight
105
verhouding
ratio
106
verkoop
sales
107
verschuldigd zijn
to be due
108
Wanneer is deze betaling verschuldigd?
When is this payment due?
109
vervaldatum, vervaldag
due date
110
voorafbetalen
to pay in advance
111
zoland de voorraad strekt
while stocks last
112
voorradig
in stock, on stock
113
vooruitbetaling, aanbetaling
advance payment, down payment
114
voorwaarden
terms
115
vorderingen, te innen rekeningen
accounts receivable
116
de vraag
demand
117
een vraag om inlichtingen
an enquiry (UK infml), inquiry (US & UK fml)
118
vrijgesteld
exempt
119
wanbetaler
defaulter
120
wisselkoers
exchange rate
121
Zet het maar op de rekening.
Charge it to my account.
122
op zicht
on approval, at sight
