Poezië-analyse Flashcards
(36 cards)
Hyperbool
Hyperbool: overdrijving
Je vriend komt i.p.v. om 9.00u pas om 9.05 aanlopen en jij zegt:
“Ik sta al een eeuw op je te wachten.
Understatement
- Understatement: je zwakt zelf wat af om een versterking te bewerkstelligen.
Voor je schoolexamen literatuur heb je een 9.1 gehaald. Iedereen weet dat je daarop dan uren en uren moet hebben gestudeerd, maar jij zegt: “Ik heb er wel een uurtje aan gewerkt.”
De hele klas reageert hier natuurlijk op.
Pleonasme
Pleonasme: Een al geïmpliceerde eigenschap toch nog expliciet noemen. M.a.w.:Je voegt een eigenschap toe die al opgesloten zit in het woord.
Houten boomstam, witte sneeuw.
Tautologie
Binnen een mededeling twee keer hetzelfde zeggen met een andere woord(en).
Vrolijk en opgewekt ging hij naar buiten.
Antithese
Een letterlijke tegenstelling die in de tekst expliciet genoemd staat.
jong-oud, dik- dun, smal-breed
Paradox
Een schijnbare tegenstelling. Je denkt, als je de zin leest, dat er iets niet klopt, maar bij nadere beschouwing, zie je dat de genoemde tegenstelling wel kan, maar niet letterlijk genomen moet worden, maar geïnterpreteerd moet worden.
De arme miljonair.
Climax
Climax: loopt op naar een hoogtepunt.
Respectievelijk fluisterde, praatte en schreeuwde hij haar naam.
Anticlimax
Anticlimax: loopt af naar een dieptepunt. Schreeuwde, praatte, fluisterde.
Eufemisme
- Eufemisme: een woord -of woordreeks-vervangen voor een ander woord, zodat het milder, minder hard, overkomt.
Een sanitaire stop i.p.v. plassen
Een ongewenste bezoeker i.p.v. een inbreker
Enumeratie
- Enumeratie: opsomming
We kopen wijn, kaas, brood.
Repetitio
- Repetitio: herhaling
Ja, ja je kunt mij nog meer vertellen.
Nooit, nee nooit meer ga ik daarheen.
1.Vergelijking met verbindingswoord.
Ria is als een engel.
Asyndetische vergelijking
- Vergelijking zonder als.
Ria is een engel.
Personificatie
- Personificatie: dieren, planten of andere dingen krijgen menselijke eigenschappen.
De zon lacht mij toe.
Synesthesie
- Synesthesie
Koppeling van zintuigen
Schreeuwende kleuren. (horen – zien)
Bittere verwijten. (smaak - horen)
Een scherpe geur. (voelen - ruiken)
Metafoor
- Metafoor is een stijlfiguur waarbij een begrip vervangen wordt door een beeld. J
Je vervangt dus een begrip door een ander begrip op grond van een overeenkomst.
Liedje van Danny Vera You don’t have to slow me down
‘Cause I will always be around
I will find my way back home
Where magnolia grows, where magnolia grows (huis).
Ik danste met een hark. (stijf persoon (Jop))
Metonymia
- Metonymia is stijlfiguur waarbij in plaats van het bedoelde iets anders genoemd wordt, op grond van een bepaalde betrekking die tussen beide bestaat. …
Je noemt het geheel in plaats van een deel
Nederland won met 4-1 van Zweden. (= de voetballers van het nationale elftal)
Je noemt de plaats/ruimte in plaats van de mensen
De hele huiskamer lag dubbel van het lachen. (= iedereen die in de huiskamer was)
Je noemt de eigenschap of het kenmerk in plaats van de persoon
Die rooie heeft een goede traptechniek. (= die voetballer met rood haar)
Je noemt de maker in plaats van het product
Ik heb thuis een echte Rembrandt (= een schilderij van Rembrandt van Rijn)
Je noemt de plek in plaats van het product dat daar gemaakt wordt
Geef mij maar een spa. (= bronwater afkomstig uit de Belgische plaats spa)
Je noemt het gebruiksvoorwerp in plaats van de inhoud
Ik lust nog wel een kopje. (= koffie/thee)
Je noemt het materiaal in plaats van het product
Deze schilder maakt elke week drie doeken. (= schilderijen)
Rijm: Blanke verzen
Geen rijm
Halfrijm
a. alliteratie= beginrijm
Heerlijk, helder Heineken
b. assonantie= klinkerrijm
Ik ga met haar
Volrijm
- Volrijm= het hele woord rijmt, dus beklemtoond én onbeklemtoonde lettergreep
a. mannelijk: man-kan: één lettergreep
b. vrouwelijk: mannen-kannen: één beklemtoond + onbeklemtoonde erachter
c, glijdend: hinderen-kinderen: één beklemtoond + twee onbeklemtoonde lettergrepen erachter
Slagrijm rijmschema
1.Slagrijm: aaaa: kan-man-van-ban
Gekruist rijmschema
2.Gekruist: abab: kan- pen-van-ven
Omarmend rijmschema
3.Omarmend: abba: kan-pen-ven-van
Gepaard rijmschema
- Gepaard: aabb: pen- ven-van-kan