Postoperatieve wondzorg - theorie Flashcards
(33 cards)
Huidflora
Residente en transiënte flora op de huid
Residente flora
Commensale flora die bij gezonde mensen en onder normale omstandigheden geen schade berokkenen.
Transiënte flora
Micro-organismen op de huid uit de omgeving, vermenigvuldigen en overleven enkel wanneer ecologisch evenwicht van de huid verstoord is.
Biofilm
Heterogene familie van micro-organismen, deze bacteriën nemen de essentiële mineralen en voedingsstoffen op die bestemd zijn voor wondheling en zorgen voor bescherming van nadelige invloeden zoals bijvoorbeeld ontsmettingsmiddel
Gecontamineerde wond
Micro-organismen zijn aanwezig in levende weefsels, maar veroorzaken geen weefselschade.
Gekoloniseerde wond
Micro-organismen vermenigvuldigen zich in levende weefsels, maar veroorzaken geen weefselschade.
Kritisch gekoloniseerde wond
Micro-organismen zijn aanwezig, vermenigvuldigen zich in levende weefsels en bereiken een concentratie die hoger is dan 10^5 bacterieën per gram.
Geïnfecteerde wond
De balans tussen micro-organismen en verdedigingsmechanisme van de levende weefsels is verstoord in het voordeel van de micro-organismen. Dit uit zich in de aanwezigheid van klinische tekenen, zoals: pus, rubor, calor, dolor, tumor en eventueel systemische symptomen zoals koorts, leukocytose.
Postoperatieve wonde
Wonde ontstaan na een chirurgische ingreep
= gesloten, steriele wonde waarbij de gladde oppervlakken steriel zijn gesloten door chirurgische handeling
Vroegere term: DAV - droog aseptisch verband
Wonde met wiek/gaasverband: doelen en aandachtspunten
Open wonde met een wiek als doel:
- draineren wondvocht
- bevorderen gelijkmatig opgroeien
- zuiveren van necrotische of geïnfecteerde wonden
- dichtgroeien beletten (abces)
- bloedstelping (tampon)
! Wiek moet contact maken met de wondbodem en vochtig wondmilieu behouden
! Eigenschappen van de wiek niet tegenwerken met bv ontsmettingsmiddel
Soorten wieken
- Gazen wiek: rafelloze randen, lengte en breedte afgestemd op de diepte en omvang van de wonde, steriel verpakt, vochtig of droog inbrengen
- Geïmpregneerde wiek
- Hemostatische wiek
- Alginaatwiek
Mogelijke nadelen van een wiek
Prikkelend (meer wondvochtproductie), te droog (vastgroeien), pijnlijk/traumatisch voor patient, risico surinfectie, risico fout inbrengen
Postoperatieve wonde met drain
Wonde met een draineersysteem of buisje om lucht of vocht af te voeren of een wondholte met medicatie te instilleren.
Doel: therapeutisch, preventief, diagnostisch
Welke soorten drain zijn er?
Harde drain, zachte drain, redondrain
Harde drain
Bv. potlooddrain, thoraxdrain.
Passieve drainage, meestal met collector verbonden en gefixeerd tegen tractie (steriele veiligheidsspeld) Vervangen door wiek of tipcompres als de drain uitgevallen is of te kort geknipt.
Zachte drain
Bv penrose, lamel, gegolfde lamel (vertraagt afvloeisnelheid). -> passieve drainage
Voor bepaalde hoeveelheid wondvocht –> zelfde functie als wiek
Open systeem zonder collector/afvoer: komt in wondverband of opvangzakje.
Inkorten: steriele veiligheidsspeld.
! Niet per ongeluk uittrekken bij verwijderen van splitcompres of afdekverband.
Welke eigenschappen heeft een drain?
- Zacht en plooibaar: niet voelbaar voor de patient, maar ook niet afknikken
- Niet irriteren of infecteren
- Niet vergroeien
- Zo dun mogelijk met zo groot mogelijk lumen
- Veel openingen
- Stabiliteit
- Radio-opaque
Redondrain
Actieve drainage in een gesloten operatiewonde met een continue aspiratie aan constant vacuümniveau
= gesloten drainagesysteem, tot leging van de accordeon
Voordelen van een redondrain
Regelmatig, snel
Gesloten systeem
Gemakkelijke controle van wondvocht via recipiënt
Steriele staalname mogelijk via cultuurtip
Droog verband
Geen irritatie van de wondranden
Kan ook passief draineren na verbreking van vacuüm
Verwijderen van redondrain: met of zonder suctie?
Standaard zonder, kan op voorschrift arts met, bv voor cultuur, extra aspiratie, …
Wonde met spoeling
Open wonde met verlies van wondvocht of secreties (etter, faeces, …) die gespoeld moet worden
Kan een fijne opening zijn (fistel) of groot (holte), zowel diep als oppervlakkig.
Spoeling: met waterige oplossing bevloeien, besproeien, bespuiten, … om de wonde te zuiveren en ontsmetten (die anders moeilijk bereikbaar is)
! pijnlijk bij aanraking en risico om nieuwe cellen te beschadigen
! altijd eerst peilen voor spoelen
Wonde met vetverband
Doel en aandachtspunten
Doel: wonde vochtig houden of zuiveren van geïnfecteerde wonde
! altijd secundair verband voor fixatie
! manipuleren met steriele instrumenten of handschoenen
! risico wondrandmaceratie
Wonde met externe fixator
Wat, wondzorg
Apparaat met pinnen/fixatiestukken die een wonde of botbreuk uitwendig overbruggen of fixeren
! insteekpunten zijn chirurgische wonden
Zorg: 2x/week bij weinig exsudaat, 1+/dag bij veel exsudaat
! splitcompressen droog houden bij insteekpunten
Wonde na amputatie
Zorg
Zorg hangt af van wondtype
Stompverband na heling voor prothese