Probleem 1: Where's Your Head At? Flashcards

1
Q

Waarom is gerichte aandacht cruciaal?

A

Gerichte aandacht is cruciaal voor ons observatievermogen, omdat het ons in staat stelt ons te concentreren op wat we willen zien of horen, terwijl we irrelevante afleidingen wegfilteren.
Maar het heeft ook gevolgen: We kunnen missen wat anders duidelijke en belangrijke signalen zouden zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is inattentional blindness?

A

Inattentional blindness is het niet opmerken van onverwachte objecten of gebeurtenissen wanneer de aandacht ergens anders op is gericht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer hebben we meer kans om onverwachte objecten op te merken?

A

Men kwam erachter dat mensen veel meer kans hebben om onverwachte objecten op te merken die functies delen met de bijgewoonde items in een display.
- Bijv. als je op de mensen in de zwarte T-shirts moet letten is de kans groter dan je de gorilla wel ziet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is change blindness?

A

Change blindness is dat je langzame veranderingen niet opmerkt. Het is een fenomeen in de visuele waarneming dat optreedt wanneer een stimulus een verandering ondergaat zonder dat dit wordt opgemerkt door de waarnemer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wie is meer vatbaar voor inattentional blindness?

A
  • Een paar studies suggereren dat mensen met een groter werkgeheugen meer kans hebben om onverwachte objecten op te merken. In feite zullen degenen die meer middelen beschikbaar hebben om aandacht te richten, eerder andere aspecten van hun wereld spotten.
  • Andere studies vinden echter geen dergelijke relatie: Degenen met een groter werkgeheugen hebben niet meer kans om een onverwacht object of gebeurtenis te spotten. Mensen met een groter werkgeheugen hebben echter ook de neiging om hun focus op hun voorgeschreven taak beter te behouden, wat betekent dat ze het minder snel zullen merken.
  • Ten minste één studie suggereert dat het vermogen om een taak uit te voeren de kans op opmerken niet voorspelt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke factoren beïnvloeden inattentional blindness?

A

Gelijkenissen

Cognitieve inspanning

Afleiding

Werkgeheugencapaciteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is inattentional deafness?

A

Dit is het niet opmerken van onverwachte geluiden wanneer de aandacht op iets anders wordt gericht. In een onderzoek moesten proefpersonen luisteren naar gesprekken via een koptelefoon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom hebben wij verkeerde intuïties over onder waarnemingen?

A

Als we aannemen dat onze ervaringen representatief zijn voor de toestand van de wereld, zullen we concluderen dat we onverwachte gebeurtenissen opmerken. We denken niet snel na over wat we missen, omdat we het ook niet door hebben dat we het missen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het cocktailparty fenomeen?

A

Het cocktailpartyprobleem is het proces van het volgen van één gesprek terwijl andere gesprekken je afleiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke 3 factoren helpen bij selectief luisteren?

A

Drie factoren helpen je om selectief alleen te luisteren naar de boodschap van de spreker naar wie je wilt luisteren:
1. Onderscheidende sensorische kenmerken van de spraak van het doelwit. Voorbeelden van zulke kenmerken zijn hoge versus lage toonhoogte, tempo en ritmiek.
2. Geluidsintensiteit (luidheid).
3. Locatie van de geluidsbron.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat stelt Broadbents theorie van selectieve aandacht?

A

Filtert informatie direct na sensorisch niveau.

Laat slechts één kanaal toe naar perceptie, andere stimuli worden gefilterd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat stelt het selective Filter Model van Moray?

A

Belangrijke boodschappen kunnen door het filter breken.
Persoonlijke relevantie doorbreekt het selectieve filter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat stelt Treisman’s Attenuation Model?

A

Filter verzwakt onbelangrijke stimuli, analyseert op laag niveau.
Zelfs irrelevante info kan bewustzijn beïnvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat stelt Deutsch & Deutsch’s Model?

A

Latere filtering na analyse van fysieke en betekeniskenmerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat stelt de synthese van Filtermodellen van Neisser?

A

Pre-attente processen: Snelle, parallelle verwerking van fysieke kenmerken.
Aandachtige processen: Serieel, observeren betekenis en relaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de attentional blink?

A

Attentional blink is het verminderde vermogen om het tweede van twee kort na elkaar gepresenteerde visuele doelen te identificeren. Dit verbetert wanneer waarnemers tegelijkertijd bezig zijn met afleidende mentale activiteit, zoals vrij associëren op een taakirrelevant thema of luisteren naar muziek.

17
Q

Waardoor wordt de temporele dynamiek van aandacht bepaald?

A

Wat suggereert dat de temporele dynamiek van aandacht bepaald wordt door taakomstandigheden die ofwel een meer ofwel een minder verdeelde geestestoestand opwekken.

18
Q

Welke 4 groepen waren er in het onderzoek naar de attentional blink?

A

Standaard controlegroep: De proefpersonen kregen de gebruikelijke instructie om zich op de taak te concentreren;

Vrije-associatie groep: De proefpersonen kregen de instructie om te denken aan hun meest recente vakantie of de benodigdheden voor een denkbeeldig diner met vrienden;

Luister-naar-muziek groep: De proefpersonen kregen de instructie om de taak uit te voeren terwijl ze moesten luisteren naar een ritmisch deuntje;

Beloning groep: De proefpersonen kregen betaald op basis van prestatie om uit te sluiten dat de verbeterde prestatie voortkwam uit een hogere waardering voor wat anders als een saai experiment zou worden beschouwd.

19
Q

Wat liet het onderzoek naar de attentional blink van Christian, Olivers en Sanders zien?

A

Onderzoek naar de attentional blink liet zien dat prestaties op een aandacht afhankelijke visuele detectietaak kunnen verbeteren wanneer de taak wordt begeleid door taak-irrelevante mentale activiteit.

Dit suggereert dat onder omstandigheden van snelle visuele presentatie, doelwitontdekking kan profiteren van een verstrooide aandacht.

Er zijn verschillende manieren waarop een meer verstrooide aandacht op gewekt kan zijn door onze experimentele manipulaties.

20
Q

Welke 4 uitkomsten kwamen er uit de manipulaties in het onderzoek?

A

Opwinding: De effecten kunnen gerelateerd zijn aan opwinding. In dit experiment werd opwinding gecreëerd door muziek en het denken aan een vrije associatie. Het is algemeen bekend dat opwinding invloed heeft op aandacht. Een verlaagde of verhoogde opwinding kan het aandachtssysteem gevoeliger maken voor andere stimuli, waardoor
T2 makkelijker geïdentificeerd kon worden;

Positief affect: Denken aan je vakantie of het luisteren naar muziek kan een positieve stemming opwekken, iets waarvan eerder is aangetoond dat het de prestatie verbetert op verschillende cognitieve taken;

Beloning had geen effect

Verdeelde aandacht: De extra taak zelf kan er ook voor zorgen dat de aandacht meer
verdeeld wordt. Hierdoor wordt het makkelijker om T2 te identificeren.

21
Q

Wat was de conclusie van het onderzoek naar de attentional blink?

A

Concluderend tonen onze resultaten aan dat het bieden van enige afleiding leidt tot aanzienlijke verbeteringen in het detecteren van visuele doelen in een snel gepresenteerde stroom van items. Deze resultaten hebben belangrijke implicaties voor onderzoek naar attentional blinking en aanverwante fenomenen.

22
Q

Hoe verklaart Lag 1 sparing de T1 en T2 prestaties op lag 1 bij het experiment?

A

Kortere periode tussen lag 1 en 2, van 120 ms. T2 ging hierbij beter. Werd beter onthouden en valt beter op. Lag 1 sparing is geen ontkrachting van de attentional blink. Het is afhankelijk van de tijd. Als de T1 snel na elkaar zijn valt T2 beter op, maar wordt T1 ‘vergeten’.

Ze weten niet het verschil in volgorde en ze weten wel dat wat ze bij T1 invullen goed of fout kan zijn, waarna ze T2 invullen. Als T1 goed is ingevuld weten ze dat ze die niet moeten invullen bij T2 en als T1 fout is weten ze dat die cijfers moeten worden ingevuld bij T2

23
Q

Wanneer ze leren over inattentional blindness, proberen veel mensen manieren te bedenken om het te elimineren. Ze willen zich graag volledig bewust zijn van de situaties waarin ze zich begeven. Waarom zouden we veel slechter af zijn als we NIET onderhevig waren aan inattentional blindness?

A

Je wordt anders helemaal gek van alle prikkels als je niks kan wegfilteren en dat zal je uiteindelijk minder weten wat belangrijk is omdat je onbelangrijke dingen weg filtert. Voorbeeld: met jagen dat je niet afgeleid moet raken.

24
Q

Wat is het verschil tussen het inattentional deafness experiment beschreven in de literatuur van probleem 1A en de dichotic listening experimenten beschreven in de literatuur van problemen 1A en 1B?

A
  • Inattentional deafness: je hebt niet door dat bepaalde geluiden of stemveranderingen plaatsvinden wanneer je aandacht op andere aspecten gefocust is. Mensen luisteren naar verschillende gesprekken in de koptelefoon, hebben mensen niet door dat anderen zeggen ‘ik ben een gorilla’.
  • Dichotic listening (=shadowing): je krijgt in twee oren verschillende dingen te horen. Hierbij gingen ze testen of je bij focus op oor A, veranderingen in oor B nog opvalt.
25
Q

Wat is shadowing?

A

Een proces waarbij een individu luistert naar twee verschillende boodschappen, maar zich focust op slechts één boodschap.

26
Q

Wat is het verband tussen het cocktailparty fenomeen en inattentional blindness/deafness?

A

Bij beiden kun je je maar op 1 geluid focussen en zal je gebruik maken van shadowing. Terwijl je bij cocktailparty je probeert te focussen op iemands gezicht en bewegingen om je aandacht erbij te houden. Hierbij zal de inhoud van de woorden je niet meer opvallen, maar kan je nog wel verschillen in toonhoogte, stemgeluid, etc. opvallen.

27
Q

Wat is het verschil tussen filter theories en bottleneck theories?

A
  • Een filter blokkeert een deel van de info en selecteert daardoor maar een deel van de info. Bottleneck vertraagt alleen een deel van de info. Bottleneck heeft te maken met je geheugencapaciteit. Filtertheorie heeft ook te maken met de geheugencapaciteit.
  • Alle theorieën aan uit van een bottleneck, maar alleen Treisman gaat niet uit van een filter.
28
Q

Waarin verschillen inattentional blindness en attentional blink?

A

De tijd verschilt hiertussen. Bij attentional blink is tijd van invloed. Het werkt bij attentional blink beter om op meerdere dingen te letten en afgeleid te zijn dan bij inattentional blindness. Bij inattentional blindness is het afhankelijk van waar je op let en wat opvalt.