Probleem 3 – Can't Get You Out Of My Head Flashcards
(42 cards)
Wat is het autobiografische geheugen?
Het autobiografisch geheugen verwijst naar het vermogen om persoonlijke herinneringen en gebeurtenissen uit het eigen leven te herinneren en te recollecteren.
Wat is childhood amnesia?
Childhood amnesia verwijst naar het fenomeen waarbij mensen weinig tot geen bewuste herinneringen hebben aan gebeurtenissen uit de vroege kindertijd, meestal vóór de leeftijd van drie of vier jaar.
Wat is de Reminiscence Bump?
Onevenredig groot aantal herinneringen tussen de leeftijd van tien en dertig jaar.
Wat is de Forgetting curve?
Ouderen vertonen een standaard vergeetcurve voor informatie uit de laatste twintig jaar; recente gebeurtenissen worden beter onthouden.
Waarom is het moeilijk om childhood amnesia te onderzoeken?
Uitdaging om de juistheid van gerapporteerde herinneringen te controleren.
Oplossing:
Vragen naar opvallende gebeurtenissen die kunnen worden bevestigd door anderen, zoals de geboorte van een broer of zus of een ziekenhuisopname.
Wat is de invloed van hersen ontwikkeling op childhood amnesia?
Onvolwassenheid van Babyhersenen: Mogelijke verklaring voor geheugengebreken in de kindertijd.
Onderontwikkeling van hersengebieden zoals de hippocampus en prefrontale cortex kan vroege herinneringen beïnvloeden.
Babygeheugen Theorieën: Baby’s hebben een procedureel systeem voor eenvoudige geheugentaken en later ontwikkelen ze een declaratief systeem voor complexere, autobiografische herinneringen.
Welke invloed heeft de ontwikkeling van taal op childhood amnesia?
Kinderen ontwikkelen autobiografisch geheugen tussen de leeftijd van 2 en 4 jaar, parallel aan dramatische taalkundige vooruitgang.
Taal, vooral de manier waarop ouders praten over herinneringen, beïnvloedt de ontwikkeling van het autobiografisch geheugen.
Hoe hebben ouders invloed op de ontwikkeling van taal, en indirect op childhood amnesia?
Ouders hebben de neiging om een uitgebreide stijl te hanteren wanneer ze met dochters praten, waarbij gebeurtenissen uit het verleden gedetailleerd worden besproken, terwijl ze bij zonen vaak een pragmatische stijl hanteren, die beknopter en minder gedetailleerd is.
Kinderen van elaboratieve ouders hebben vaak beter gedetailleerde herinneringen dan kinderen van pragmatische ouders.
Gezien het feit dat dit verschil tussen elaboratieve en pragmatische stijlen gekoppeld is aan het geslacht van een kind, is het niet verrassend dat Davis bewijs vond voor vrouwelijke superioriteit in autobiografische herinneringen.
Hoe heeft de ontwikkeling van zelfconcept invloed op childhood amnesia?
Autobiografisch geheugen ontstaat wanneer kinderen een gevoel van zichzelf als onafhankelijke individuen ontwikkelen.
Culturele en sociale factoren beïnvloeden de aard en timing van vroege herinneringen.
Welke invloed hebben Sociaal-Cognitieve Aspecten van Autobiografisch Geheugen op childhood amnesia?
Geheugencapaciteiten, taalontwikkeling en bewustzijn van het verleden spelen een cruciale rol bij de vorming van autobiografische herinneringen.
Het “know-recollect paradigm” markeert het punt waarop de meeste herinneringen ophaalbaar worden.
Welke 4 factoren zijn er volgens Nelson en Figush cruciaal voor de ontwikkeling van het autobiografisch geheugen?
(sociaal-cognitief perspectief)
Geheugencapaciteiten: Vanaf 2 jaar zijn de hersenen van kinderen voldoende ontwikkeld om zich dingen te kunnen herinneren;
Taal: Peuters ontwikkelen een begrip van verhalen en praten over herinneringen met volwassenen. Dit is cruciaal om persoonlijke evenementen later te onthouden;
Bewustzijn van het verleden: Vanaf 4 jaar zijn kinderen zich bewust van hun verleden;
Know-recollect paradigm: Als kinderen bijna vijf jaar zijn, worden de meerderheid van herinneringen ophaalbaar (“ik weet nog hoe het was”) en de overige herinneringen zijn puur feitelijk (“ik weet dat het heeft plaatsgevonden”).
Welk discussie punt is er nog op het gebied van childhood amnesia?
Precieze leeftijd van het einde van geheugenverlies bij kinderen varieert.
Variabiliteit tussen individuen wordt beïnvloed door diverse factoren, waardoor het einde van geheugenverlies controversieel blijft.
Wat zijn de verklaringen voor de Reminicence bump?
Belang en Onderscheidend Vermogen: Opvallende, onderscheidende en belangrijke gebeurtenissen worden beter herinnerd.
Identiteitsvorming: Kritieke periode voor het vormen van identiteit; gebeurtenissen uit deze tijd worden vaak verteld en maken deel uit van het levensverhaal.
Neurologische Ontwikkeling: Cognitieve vermogens en hersenfuncties zijn op hun hoogtepunt in de vroege volwassenheid, wat resulteert in betere herinneringen.
Welke soorten herinneringen worden er gemaakt in de Reminicence bump?
Persoonlijke Ervaringen: ‘Firsts’ en mijlpalen worden goed onthouden vanwege hun opvallendheid en belang.
Persoonlijke Voorkeuren: Populaire liedjes en voorkeuren uit de vroege volwassenheid worden vaak onthouden.
Algemene Semantische Herinneringen: Kennis en informatie uit de vroege volwassenheid worden goed bewaard.
Wat stelt het self-memory system model? De theorie van Conway en Pleydell-Pearce.
Stelt dat er een zelfgeheugensysteem is met twee hoofdcomponenten.
De Autobiografische Geheugenkennisbank
Het werkend zelf
Uit welke 3 niveaus bestaan persoonlijke herinneringen in de Autobiografische Geheugenkennisbank volgens Pleydell en Pearce?
Levenslange Perioden: Aanzienlijke perioden gedefinieerd door belangrijke situaties (bv. samenwonen).
Algemene Evenementen: Herhaalde of enkele gebeurtenissen, vaak aan elkaar verbonden en aan levenslange periodes.
Evenement-specifieke Kennis: Details zoals beelden en gevoelens, georganiseerd op temporele volgorde.
Wat is het werkende zelf volgens Pleydell en Pearce?
Betreft het huidige zelf en toekomstige zelf, inclusief huidige doelen. Autobiografische herinneringen worden vooral vastgelegd als succes of mislukking van doelen.
Wat is volgens Conway de ‘strijd’ tussen coherentie en correspondentie?
Conway betoogt dat herinneringen vaak onnauwkeurig zijn omdat ze coherentie (consistentie met huidige doelen) verkiezen boven correspondentie (nauwkeurigheid).
Wat is het onderscheid tussen generatief ophalen en direct ophalen?
Generatief Ophalen: Trage, moeizame vorm waarbij werkende zelf en doelen betrokken zijn (bv. herinneren van voetballen op schoolplein).
-Activering van de prefrontale cortex.
Direct Ophalen: Snelle, spontane vorm, minder belangrijk en relevant (bv. horen van “Parijs” en denken aan vakantie).
- Activering van de linker hippocampus.
Volgens Wolke en collega’s zijn er 2 persoonlijkheidstypen. Welke zijn dezen?
Agentic: Persoonlijkheidstype met een nadruk op onafhankelijkheid, prestatie en persoonlijke kracht. Dit soort individuen heeft vaak meer agentic herinneringen.
Communal: Persoonlijkheidstype met een nadruk op onderlinge afhankelijkheid en gelijkenissen met anderen. Dit soort individuen hebben vaak meer communal herinneringen.
Welke beperkingen zijn er bij de self-memory system model?
Het ophalen van autobiografische herinneringen omvat verschillende hersengebieden en processen, en het model omvat niet al deze complexiteit;
Er is nog weinig informatie bekend over hoe de werkende zelf in combinatie werkt met de autobiografische kennisbank voor het terugroepen van specifieke autobiografische herinneringen;
Autobiografische herinneringen varièren in de mate waarin ze episodische informatie (contextuele details) en semantische informatie (wereldkennis) bevatten. Dit komt echter niet volledig aan bod in het model.
Wat stelt de cognitieve neurowetenschap over het autobiografisch geheugen?
De prefrontale cortex speelt een belangrijke rol bij het ophalen van autobiografische herinneringen. Autobiografische herinneringen zijn vaak persoonlijk belangrijke gebeurtenissen
en worden dus geassocieerd met emotie.
Welke 4 hersengebieden werden geactiveerd bij het generatief ophalen van autobiografische herinneringen door emotioneel opwindende woorden
Fronto-pariëtaal netwerk: Dit is betrokken bij de constructie van autobiografische
herinneringen; het wordt geassocieerd met adaptieve gecontroleerde processen en is waarschijnlijk betrokken bij verbaal ophalen.
Cinguloperculum netwerk: Dit is betrokken bij de constructie van autobiografische
herinneringen; het wordt geassocieerd met doelonderhoud.
Mediale prefrontale cortex netwerk: Dit is betrokken bij de constructie en daaropvolgende
uitwerking van autobiografische herinneringen; het is betrokken bij zelfreferentiële verwerking.
Mediale temporale kwab netwerk: Dit is betrokken bij de constructie en daaropvolgende uitwerking van autobiografische herinneringen; het wordt geassocieerd met declaratief
geheugen (bewuste herinnering).
Wat zijn nog 2 belangrijke kanttekeningen bij deze 4 hersennetwerken?
Ten eerste zijn er sterke tweezijdige connecties tussen hersennetwerken en functioneren ze dus niet geisoleerd.
Ten tweede zijn alle vier netwerken betrokken in de initiële constructie van autobiografische geheugen. Echter zijn alleen de mediale prefrontale cortex en mediale temporale kwab betrokken in de daaropvolgende uitwerking van de herinneringen.