probleem 7: soorten ncd Flashcards

1
Q

Vasculaire ncd (beroerte, infarc, trombose, embolie, aneurysma, hemorragie) en kenmerken

A

 Zelfde symptomen als alzheimer. Verschil: hier ook sprake van cerebrovasculaire ziekte. Bij deze ziekte wordt de bloedstroom naar een bepaald hersengebied tijdelijk of permanent geblokkeerd.  weefselschade van bloedtoevoer naar delen van het brein. Dit kan op verschillende manieren gebeuren:
* Beroerte: plotselinge schade aan een deel van het brein door blokkering van de bloedstroom
* Infarct: de bloedtoevoer naar het brein wordt slechts gedeeltelijk beperkt wat tot schade leidt.
* Trombose: schade door een bloedprop in de slagader dat bloed naar de hersenen stuurt.
* Embolie: toevoer wordt geblokkeerd door een bloedprop ergens in het lichaam die vervolgens in het brein komt.  breincellen worden beschadigd door zuurstoftekort.
Ook veroorzaakt door hersenbloeding:
* Aneurysma: ontstaan van barsten in een bloedvat vanwege een plaatselijke verwijding of uitstulping van het bloedvat.  in hersenen verzwakt de wand en deze scheurt  hersenbloeding.
* Hemorragie: al bestaande schade aan het bloedvat waardoor bloed naar buiten stroomt en zorgt voor aantasting aan het hersenweefsel.

Kenmerken: gevoelloosheid van lichaamskant, slechte spraak en zicht, emotionele problemen, cognitieve problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

prevalentie en comorbiditeit vasculaire ncd

A

Prevalentie
- Beroertes komen regelmatig voor (vooral boven 65 jaar)
- 25% leidt beroerte tot vasculaire dementie. (vooral mannen)
- Komt minder vaak voor dan alzheimer als oorzaak, mogelijk omdat mensen met een beroerte minder lang leven.

Comorbiditeit
- Stemmingsstoornis
- 29% depressie, vanwege cognitieve beperking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

behandeling vasculaire ncd

A
  • Meer kans op genezing dan alzheimer, omdat blokkade van hersenstroom verholpen kan worden  door medicatie  dementie deels voorkomen.
  • Trombolytische therapie: het gebruik van medicijnen om bloedstolsels te verbreken of op te lossen. Als het medicijn binnen eerste 3 uur van beroerte wordt toegediend  invaliditeit wordt verminderd. Succes  hangt af hoe snel de behandeling plaatsvindt en hoe snel individu de beroerte herkent.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ncd door Parkinson

A

Ziekte van Parkinson: ziekte die gekenmerkt wordt door motorische beperkingen (trillen en stijve bewegingen). Vaak gaat het samen met psychologische problemen zoals angst en depressie. Ook cognitieve problemen. Onderliggende oorzaak: verlies van dopamine neuronen in de ‘substantia nigra’. Dopamine is belangrijk voor controleren van bewegingen. Lewy bodies: opeenhopingen van eiwitten, die zich vooral bevinden in de delen in het brein die dopamine afgeven.  minder dopamine komt door bepaalde delen heen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

prevalentie en comorbiditeit parkinson

A

Prevalentie
- 75% van mensen met ziekte van Parkinson  dementie.
- Vooral bij mannen, na 50 jaar.
- 0,5-3% tussen 65-69, en na 80 jaar
- 80% van Parkinson  dementie met lewy bodies.

Comorbiditeit
- Depressie
- Psychoses

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

behandeling parkinson

A

Medicijnen  symptomen tijdelijk stoppen.
* Levodopa: verhoogt de beschikbaarheid van dopamine  verlichting fysieke en cognitieve symptomen.
 bijwerkingen: hallucinaties en psychotische symptomen.  Alleen gebruikt als de voordelen opwegen tegen de nadelen.

Deep brain stimulation: dopamine afgeven in bepaalde delen door kleine schokjes. Nadeel: korte termijn helpt het symptomen, maar geen genezing. Ook bestrijdt het alleen de motorische symptomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Neurocognitieve stoornis met lewy bodies

A

 sommige mensen die geen Parkinson hebben, kunnen wel stoornis ontwikkelen door lewy bodies, want geen overtuigend bewijs voor Parkinson.

Lewy-body-dementie: (Lewy-lichaampjes zijn microscopisch zichtbare substanties in de hersencellen, schijfvormige abnormale eiwitopeenhopingen in de hersenschors) gaat gepaard met fluctuerende cognitieve stoornissen, visuele hallucinaties en Parkinson achtige verschijnselen.  Eiwitophopingen blokkeren dopamine opname.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

ncd door Huntington

A

Ziekte van Huntington: zeldzame ziekte  beïnvloed centrale zenuwstelsel  cognitieve, psychologische en motorische problemen. Kan leiden tot zware dementie  verlies breinweefsel (basale ganglia). Eerste symptomen: verandering temperament en humeur, geheugenproblemen. Later: fysieke symptomen, moeite met spreken en herhaalde bewegingen.
Mutant huntingtin  MHTT -> proteïne die ervoor zorgt dat cellen afsterven in de basale ganglia. Heeft te maken met huntington’s disease.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

prevalentie huntington

A
  • Zowel mannen als vrouwen
  • Ontstaat na 40e levensjaar
  • 1 op 10.000 mensen
  • 50% kans ouders, vanwege dominant gen op 4e chromosoom
  • Behandeling  niet mogelijk, overlijden binnen 10/20 jaar.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ncd door HIV

A

HIV: infectie die het immuunsysteem aantast en onder andere aids kan veroorzaken. Ook zorgen voor neurocognitieve stoornis op 2 manieren:
* Verzwakking van immuunsysteem  hogere vatbaarheid (zeldzame) infecties
* Directe aantasting brein door cellen te vernietigen.  Schade aan witte en grijze massa  brein krimpt
 Persoon krijgt last van verstoorde executieve functies, vertraagde en slechter korte termijngeheugen, concentratieproblemen, zwakkere benen, vertraagde handbewegingen en depressie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

prevalentie en behandeling hiv

A

Prevalentie
- Vooral vrouwen
- 60% heeft een stoornis
- Mild: 33-50%
- Major: 5%

Behandeling
Antiretrovirale therapie: kan HIV onderdrukken  vertraging, geen genezing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Fronto-temporale ncd

A

 Ontstaat als er verlies van neuronen in de frontale en temporale kwab is.  Persoonlijkheidsveranderingen en veranderingen van gedrag. Later: taalproblemen, slechter functioneren en mentale problemen. Hoeft niet altijd te leiden tot geheugenverlies (amnesia).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

prevalentie fronto-temporale

A

Prevalentie
- Komt vaakst voor onder 65 jaar
- 50-60% genen spelen rol
- Niet echt te behandelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ziekte van Creutzfeldt-Jakob

A

Zeikte van Creutzfeldt-Jakob: zeldzame ziekte, ontstaat door fatale infectie in het brein en centrale zenuwstelsel door besmettelijke bacteriën (vlees). Door besmet vlees eten  prionen binnenkomen die ontstaan uit normale eiwitten. Deze zorgen voor ziektes en kunnen in de hersenen zorgen voor geheugenverlies, omdat het de hersenen ‘opeet’.
Er is een extreem lange incubatietijd 10-15 jaar. Wanneer symptomen beginnen  overlijden binnen 4 maanden.

Kenmerken: stemmings- en gedragsveranderingen, gebrek verbale vloeiendheid, gezichtsherkenning, aantasting brein.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

prevalentie en behandeling creutzfeldt-jakob

A
  • 1 of 2 op miljoen mensen
  • Vanaf 50 jaar
  • Geen behandeling mogelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly