Psycho 4 Flashcards

H10 (23 cards)

1
Q

Wat is genderdysforie?

A

Er is geen overeenkomst/conflict tussen biologisch geslacht en genderidentiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de behandelingen voor genderdysforie?

A
  • Uitvoerig psychologisch onderzoek
  • Eventuele medische ingrepen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de drie typen seksuele disfuncties?

A
  • Seksueel verlangen, interesse en opwinding
  • Orgasme
  • Pijnstoornissen

Dit kan aangeboren of verworven zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de kenmerken van orgasme stoornissen?

A

Niet of moeilijk tot een orgasme komen, of voortijdige ejaculatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is Genital Pelvic Pain Penetration Disorder (GPPPD)?

A

Het is een type pijnstoornis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe ontstaan seksuele stoornissen?

A
  • Psychologisch
  • Biologisch (hormonen, ziekte, medicijnen)
  • Sociaal-cultureel
  • Eerdere seksuele ervaringen
  • Trauma
  • Faalangst
  • Eigenwaarde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn situationele seksuele disfuncties?

A

Disfuncties die ontstaan door stress en spanning. Ze doen zich soms wel voor en soms niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de twee soorten situationele seksuele disfuncties?

A
  • Tijdsgebonden: stressvolle periode
  • Situatie gebonden: faalangst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn gegeneraliseerde seksuele disfuncties?

A

Disfuncties die in alle denkbare situaties voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een veelvoorkomende oorzaak van gegeneraliseerde seksuele disfunctie?

A

Vaak lichamelijke/biologische oorzaak (ouderdom, vaatlijden, medicatie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn parafilieën?

A

Seksuele fantasieën, aandrang en/of gedrag gericht op niet-humane onderwerpen, vernederingen of het toebrengen van lichamelijk lijden aan zichzelf of anderen, of kinderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer is een parafilie een stoornis?

A

Als iemand er last van heeft (persoon zelf of anderen/slachtoffers).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is exhibitionisme?

A

Pootloodventen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houdt fetisjisme in?

A

Aantrekkingskracht tot specifieke voorwerpen zoals schoenen of sokken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is voyeurisme?

A

Kijken naar andere mensen die seks hebben of naakt zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is frotteurisme?

A

Aanraken of aanranden van anderen.

17
Q

Wat is seksueel masochisme?

A

Pijn ervaren, vernederd worden.

18
Q

Wat is seksueel sadisme?

A

Anderen vernederen of pijn toedienen.

19
Q

Wat is het verschil tussen een pedofiel en een pedoseksueel?

A
  • Pedofiel: raakt seksueel opgewonden en fantaseren over (jonge) kinderen
  • Pedoseksueel: maakt ook echt misbruik van kinderen.
20
Q

Hoe ontstaan parafilieën?

A
  • Klassieke conditionering
  • Biologische factoren
21
Q

Wat zijn behandelingen voor parafilieën?

A
  • Psychologische behandeling
  • Medicijnen

CGT, antidepressiva/antiandrogene medicijnen om libido te verlagen.

22
Q

Wat is de rol van antidepressiva in de behandeling van parafilieën?

A

Ze verminderen opwinding, dus minder verlangens/drang.

23
Q

Wat is de Kinsey scale?

A

Schaal van hetero naar homo.

sinds 1947