Psychopathologische symptomen Flashcards
(71 cards)
Bewustzijn - somnolent
Patient doezelt weg bij niet aanspreken
Bewustzijn - soporeus
Antwoord niet meer maar voert nog wel eenvoudige opdrachten uit
Bewustzijn - subcomateus
Reageert enkel op pijnprikkels
Bewustzijn - mutisme
SCHIJNLIJK HELDER bewustzijn, maar geeft geen reactie
Bewustzijn - stupor
Reactie op pijnprikkels en heeft ogen open (kan gebeurtenissen volgen), maar heeft hier geen reactie op
Bewustzijn - vernauwd
Beperkt tot het besef, afgeschermd voor andere prikkels
Aandacht - niet te trekken
Kan aandacht niet trekken
Aandacht - niet vast te houden
Kan niet blijven concentreren op 1 ding
Aandacht - hypovigilantie
lang bij 1 prikkel blijven (onvermogen om aandacht op een andere prikkel te leggen)
Aandacht - hypervigilantie
snel naar een andere prikkel (verhoogde afleidbaarheid)
Oriëntatie - desoriëntatie tijd
Verkeerd idee over welk moment het is
Oriëntatie - desoriëntatie plaats
Verkeerd idee over waar de patient zich bevindt
Geheugen - desoriëntatie persoon
Verkeerd idee over wie de patient zelf is
Geheugen - confabuleren
Feiten of gebeurtenissen worden verzonnen in antwoord op vragen
over situaties of gebeurtenissen die niet worden herinnerd door een amnesie
Geheugen - amnesie
Geheugenverlies van autobiografische informatie
Gestoord oordeelsvermogen
Stoornis in realiteitsbesef, zelfinschatting en decorumbesef
Gestoord abstractievermogen
Stoornis in vermogen om te generaliseren, te classificeren en te combineren om vervolgens problemen op te lossen
Gestoorde executieve functies
Problemen met dingen af maken. Impulsief, ondoordacht gedrag. Weinig tot geen zelfinzicht. Belangrijke zaken en onbelangrijke zaken niet kunnen scheiden
Gestoord ziektebesef
Geen besef dat men ziek is
Gestoord ziekte inzicht
Geen besef vand e gevolgen vand e ziekte
Illusie
Onjuiste interpretatie van bestaande prikkel
Hallucinatie
Zintuiglijke waarnemingen, terwijl er in werkelijkheid geen externe prikkeling van het betrokken zintuig plaatsvindt
imperatieve hallucinatie
Stemmen inzet hoofd van de patient die opdrachten geven
Derealisatie
Een subjectief ervaren, vrijwel steeds onaangenaam gevoel van vervreemding, verandering of onwerkelijkheid in de relatie van de patiënt ten opzichte van de omgeving.