Rechtsstaat Flashcards

(86 cards)

1
Q

Totalitaire staat

A

Staat met 1 partij en 1 ideologie

Meestal corrupt en/of politiestaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Rechtsstaat

A

Burgers worden met grondrechten beschermd tegen machtsmisbruikers en willekeur van de overheid
- vertrouwen en wederkerigheid (voor wat hoort wat)
Rechtszekerheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Voordeel rechtsstaat nadeel

A
  • relatief veel sociale cohesie en sociale vrede
  • onafhankelijke rechter

-kwetsbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Sociaal contract

A

Mensen afspraken om in gelijkheid en natuurlijke vrijheid te kunnen leven
Scheidsrechter = de staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Taken van de staat

A

Veiligheid burgers + eigendommen beschermen

Staat is gebonden aan wetten die burgers opstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Thomas hobbes
John locke
Jean-jacques rousseau

A

Scheidsrechter is de staat

Staat gebonden aan wetten die burgers opstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Montesquieu

A

Trias politica

- wetgevende uitvoerende en rechtssprekende macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Grondbeginselen rechtsstaat

A

Grondrechten - vrijheid en gelijkheid
Soevereiniteits en democratiebeginsel - sociaal akkoord
Legaliteitsbeginsel - staat gebonden aan wetten
Trias politica - interne scheiding staatsmacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Constitutie

A

Beginselen en regels waarmee een staat wordt gesticht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verlichte dictatuur (napoleon)

A

Machthebber houdt beetje rekening met bevolking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Preambule

A
Voor grondwet
Identiteit staat (religieus ofz) intrichting etc wat willen we worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Doelen grondwet

A

Begrenzen macht staat
Fundementale rechten burgers vastleggen
Organisatie staatsorganen
Drukt eenheid van natie uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Constitutionele monarchie

A

Koningkrijk met grondwet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Grondwet 1848

A

Koning onschendbaar
Grondwetten uitgebreid
Democratie uitgebreid + cencuskiesrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Onschendbaar

A

Ministers hebben verantwoordelijkheid wetgeving en vergadering
Buiten spel macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Taken van de staat (Thorbecke)

A

Vrijheid van burgers dienen

Staat op levensbeschouwelijk en economisch terein neutraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Nachtwakersstaat (19e eeuw)

A

Staat zet zich voornamelijk in bewaking veiligheid burgers en realiseert noodzakelijke voorwaarden voor economische groei (infrastructuur) > sociale onrust > wijzigingen grondwet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

1917

1919

A

Algemeen mannenkiesrecht

Algemeen vrouwenkiesrecht+godsdienstoge scholen bekostigd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Grondwet 1983

A

Grondrechten burgers

Organisatie staatsinstellingen en bestuur land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Klassieke grondrechten

A
  • vrijheid en gelijkheid individu
    Gelijke behandeling
    Persoonlijke vrijheid
    Politieke vrijheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Sociale grondrechten

A

Overheid regelt dit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wederkerige erkenning

A

Beide partijen hebben grondrechten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Verticale werking grondrechten

A

Burgers tegen staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Horizontale werking grondrechten

A

Burgers tegen elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Legaliteitsbeginsel
Beperkingen moeten vastgelegd zijn in wetten en regels door het parlement aangenomen
26
Elementen legaliteitsbeginsel
Al overheidshandelen berust op wetgeving | Wetgeving voldoet aan genoemde kwaliteitseisen
27
Filosofen sociaal contract
Burgers zelf laten ontwerpen Afspraken in vorm van wetten Heerschappij van de wet - staat moet aan wet houden Rechtszekerheid
28
Wetten / rechtsnormen
Gedragsregels of voorschriften wettelijk vastgelegd | Doel: conflicten oplossen
29
Het recht
Geheel van in wetten vastgelegde regels
30
Rechtorde
Geheel van rechtsregels en rechtsbeginselen + manier waarop recht is georganiseerd
31
Eisen wetten
``` Moeten algemeen zijn : voor iedereen Openbaar en begrijpelijk Geen onmogelijke eisen Niet tegenwerkende kracht worden toegepast Niet onderling tegenstrijdig Niet te vaak veranderen Toepassing zorgvuldig ```
32
``` Formele wetgeving (regering + parlement) > provincies Kaderwetten worden door lage overheden ingevuld ```
.
33
Algemene wet bestuursrecht 1994
Wetgeving aan beginselen moet aan behoorlijk bestuur voldoen
34
Privitarisering
Staatstaken gaan naar markt of zelfstandige bestuursorganen (private ondernemingen) Marktaurtoriteiten houden toezicht
35
Europese commissie
Toezicht multinationale bedrijven | Internationale kartels opsporen
36
Trias politica taken
Wetgevend: wetten opstellen Uitvoerend: wetten uitvoeren Rechtssprekend: oordeelt in conflicten over toepassing wet
37
Checks en balances
Machten controleren elkaar en werken evenwichtig samen
38
Rechten taken
Niet wetten toetsen aan grondwet | Regelgeving lagere bestuursorganen toetsen aan grondwet
39
Wetgevende macht bestaat uit
Parlement (hoogste macht) - wetsvoorstellen indienen + stemmen + Staten generaal - tweede kamer : wetten goedkeuren afkeuren amenderen - eerste kamer : controleert wet met grondwet en rechtsbeginselen Regering - wetsvoorstellen indienen + alle wetten ondertekenen - provincies, gemeenten en waterschappen hebben wetgevende bevoegdheden - deel naar Europese Unie
40
Wetgevende macht controleert
Uitvoerende macht | + ter verantwoording roepen
41
Rechterlijke macht controleert
Uitvoerende macht + zichzelf (hoger beroep)
42
Wetgevende en rechterlijke macht controleren elkaar
.
43
Uitvoerende macht bestaat uit
Ministers - beleid ontwikkelen + nadere regels stellen Ambtenarenapparaat (4e macht) - overleggen met adviesbureaus of groepen - discretionaire bevoegdheid : soms zelf beslissen hoe wet toepassen Vd. Goed recht Nd. Legaliteitsbeginsel geschonden
44
Parlementaire enquêtecommissie
Controle uitvoerende macht door 2e kamer | Als bevoegdheden zijn overschreden
45
Rechterlijke macht bestaat uit
Rechters - onafhankelijk: niet worden afgezet - moet onpartijdig zijn - rassen of klassenjustitie: vooroordelen over ras of sociale afkomst - rechtsbescherming: overheid vs burgers Controle: beroep bij de rechter > controle: hoger beroep
46
Kaderwetgeving
Wet die alleen hoofdlijnen aangeeft | Ingevuld door uitvoerende macht (machtsverschuiving)
47
Jurisprudentie
Alle eerder uitspraken van rechters (uit hoge raad) samen
48
Privaat/burgerlijk/civiel recht
- Eiser vs gedaagde Eiser: degene die zaak aan rechter voorlegt - Burgers, rechtspersonen (stichtingen) - burgerlijk wetboek is basis
49
Onderdelen civielrecht
Personen- en familierecht Ondernemingsrecht Vermogensrecht
50
Verloop burgerlijke zaak | Bodemprocedure
- eiser stuurt dagvaardiging aan gedaage door deurwaarder - standpunten opsturen of komen - rechter beoordeelt > vonnis - dwangsom
51
Inhoud dagvaardiging
Naam eis motivatie tijdstip plaats
52
Dwangsom
Verliezende partij moet schadevergoeding betalen - Bezittingen in beslag nemen - loonbeslag
53
Kort geding
Versnelde procedure | Rechter in eentje uitspraak
54
Publiekrecht
Burgers en overheid/overheden onderling Staatsrecht: inrichting Strafrecht: veiligheid burgers en bezittingen garanderen Bestuursrecht: betrekking op overheid (bureaucratisch apparaat staat)
55
Bestuursrecht
Geven vergunningen Versterken uitkeringen en subsidies Behandeling asielaanvragen en verblijfsvergunningen Opleggen + innen belastingen
56
Strafrecht
Hoe de staat omgaat met burgers die de wet overtreden
57
Schenden grondrechten voorkomen
Eerlijk proces voor iedereen Onafhankelijke onpartijdige rechter Onschuldvermoeden: onschuldig tot anders bewezen Strafprocesrecnt: regels voor politie en justitie Advocaat voor iedereen (pro-deo is door staat gegeven)
58
Wetboek van strafrecht
Strafbaarheidsbeginsel: geen vervolging als t niet strafbaar is Strafbepaling: omschrijving strafbaar iets moet duidelijk zijn Ne bis idem-regel: je kan niet 2x vervolgd worden voor t zelfde Maximumstraf Verjaart: betrouwbaar bewijsmateriaal wordt moeilijk om te vinden
59
Misdrijven
Ernstige strafbare feiten
60
Overtredingen
Minder erge strafbare feiten
61
Misdrijven langer in justitiële documentatie (strafblad)
.
62
Opsporingsbevoegdheden
Dwangmiddelen: staande houden, aanhouden, fouilleren, in beslag name van bewijsmateriaal (soms bevoegdheid ovj nodig) Grondrechten: Machtiging tot binnentreding moet met doel Huiszoekingsbevel Speciale persoonsgegevens alleen met toestemming Infiltratie toestemming
63
Vasthouden
9 uur | Voorarrest max 110 dagen
64
Pro-formazitting
Als ovj of advocaat nog nii ready is
65
OM
Beoordeelt of verdachte vervolgt wordt | Vervolgingsmonopolie + bestraffen
66
Wet BOB
Bijzondere opsporingsbevoegdheden Inkijkoperatjes: in geheim pand doorzoeken Computercriminaliteit3: hacken
67
Wet opsporing terroristische misdrijven
Vermoeden gedane strafbare handelingen niet nodig
68
Wet afgeschermde getuige
Algemene inlichtingen en veiligheidsdienst mag annonieme getuigen gebruiken tegen terrorismeverdachten
69
Vvd+pvv
Vrijheidsbeperkende maatregelen tegen terrorisme
70
Groenlinks + d66
Grondrechten zijn belangrijk
71
Strafproces
1. Aanhouding 2. Opsporing (onderzoek misdrijf) 3. Vervolging door OM 4. Berechting (door 1+ rechters bij openbare terechtzitting) 5. Eventueel hoger beroep en cassatie 6. Uitvoering opgelegde straf
72
1. Aanhouding
Verdacht met redelijk vermoeden Staande houden : wie ben jij Aanhouden: ga mee jij
73
2. Opsporing ( onderzoek misdrijf)
Ovj leidt onderzoek, gaan we naar de rechter | Proces-verbaal: verslag verhoren ovj
74
3. Vervolging door OM
``` Transactie (schikking) -geldboete of taakstraf, niet verder vervolgd Strafbeschikking - lichte delicten: om legt straf op (druk rechters verlagen) Seponeren - niet verder vervolgen Vervolgen - voor de rechter ```
75
4. Berechting door 1+ recthers bij openbare terechtzitting
``` Ovj stuurt dagvaardiging - tenlastelegging: beschuldiging - terechtzitting: getuigen + bewijs Requisitor: ovj, aanklacht Pleidooi: advocaat (verdachte laatste woord) ```
76
5. Eventueel hoger beroep en cassatie
Hoger beroep - gerechtshof: strafzaak helemaal opnieuw Cassatie bij Hoge Raad - kijkt of recht juist is toegepast (nee: opnieuw naar gerechtshof) Herziening ten voordele - onterecht in gevangenis : mag eruit
77
Rechtvaardiginsgronden
Feit dat door bijzondere omstandigheden niet meer strafbaar is - noodweer: jezelf/ander verdedigen tegen geweld, geen wraak en in verhouding - overmacht-noodtoestand: iets negeren om je kind te redden - ambachtelijk bevel: he t mocht van hem wel
78
Schulduitsluitingsgronden
Feit is strafbaar maar dader heeft geen schuld - psychische overmacht: na geestelijke (lichamelijke) mishandeling - noodweerexces: paniek reactie, in de war door aanval - ontoerekeningsvatbaarheid: tbs-psychiatrische behandeling - afwezigheid van schuld: als iemand niet wist dat ie iets fout deed
79
6. Uitvoering opgelegde straf
Hoofdstraffen Bijkomende straf Strafrechtelijke maatregelen
80
Hoofdstraffen
``` Geldboete Taakstraf - werkstraf: max 240 uur - gedragstraining Vreiheidsstraf - hechtenis voor overtredingen, gevangenis voor misdrijven ```
81
Bijkomende straf
Relatie met gepleegde delict
82
Strafrechtelijke maatregelen
Samenleving bescherming en schade herstel | Intrekking: mag iets niet terug of winst wordt afgenomen
83
Functies van straffen
- wraak en vergelding - afschrikking - voorkomen van eigenrichting - resocialisatie - beveiliging samenleving
84
Reclassering
Helpen met terugkeer in maatschappij
85
Jeugdstrafrecht
Jongeren 12-17 Haltbureau: lichte misdrijven Kinderrechter: zware misdrijven Behandelcentrum
86
Discretionaire bevoegdheid
Ambtenaren kiezen alleen straf