S1.1 Wie is wie? Flashcards
(59 cards)
description
beschrijving
copines
vriendinnen
Il porte un t-shirt vert.
Hij draagt een groen T-shirt.
le chemisier - les chemisiers
de bloes - de bloezen
la chemise - les chemises
het hemd - de hemden
le pull - les pulls
de sweater - de sweaters
le pull leger - les pulles legers
de trui - de truien
le T-shirt
het T-shirt - de T-shirts
le pantalon - les pantalons
de broek - de broeken
le jean - les jeans
de jeansbroek - de jeansbroeken
la robe - les robes
de jurk - de jurken
la jupe - les jupes
de rok - de rokken
le(s) shorts
de short - de shorts
le manteau - les manteaux
de jas - de jassen
le costume - les costumes
het kostuum - de kostuums
le gilet - les gilets
het vest - de vesten
la botte - les bottes
de laars - de laarzen
la sandale - les sandales
de sandaal - de sandalen
la chaussure - les chaussures
de schoen - de schoenen
la sneaker - les baskets
de sneaker - de sneakers
la (les) cervette
de das - de dassen
le gant - les gants
de handschoen - de handschoenen
le chapeau - les chapeaux
de hoed - de hoeden
le(s) bonnet
de muts - de mutsen
