schakelen van weerstanden Flashcards

(19 cards)

1
Q

geef symbool, eenheid en symbool eenheid van elektrische stroom

A

symbool I

eenheid Ampère

symbool eenheid A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

geef symbool, eenheid en symbool eenheid van spanning

A

symbool U

eenheid Volt

symbool eenheid V

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

geef symbool, eenheid en symbool eenheid van weerstand

A

symbool R

eenheid Ohm

symbool eenheid Ω

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

geef symbool, eenheid en symbool eenheid van ontwikkelde warmtehoeveelheid

A

symbool Qw

eenheid joule

symbool eenheid J

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

geef symbool, eenheid en symbool eenheid van vermogen

A

symbool P

eenheid Watt

symbool eenheid W

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
A

geleider

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
A

de spanningsbron of batterij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
A

de lamp of verbruiker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
A

de schakelaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wet van Ohm

A

U = I * R

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe loopt de U of I-grafiek

A

recht door de oorsprong

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de wet van joule

A

Qw = R * I² * delta t

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

geef het symbool, eenheid en symbool eenheid van de soortelijke warmtecapaciteit van een stof

A

symbool c

eenheid Joule per kg K

symbool eenheid J/kg*K

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

formule soortelijke warmtecapaciteit van een stof

A

QW = c * m * delta T

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

formule vermogen + omvormen met wet van joule en wet van Ohm

A

P = Qw / delta t

P = R * I² * delta t / delta t

P= U * I * delta t / delta t

P = U * I

P = R * I²

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoeveel is 1 kWh in Joule

A

1 kWh = 3,6 * 106 J

= 3.600.000

17
Q

geef symbool voor substitutieweerstand + formule in serie + parallel

(3 weerstanden)

A

symbool Rs

formule S Rs = R1 + R2 + R3

formule P Rs = (1/R1 + 1/R2 + 1/R2)-1

18
Q

geef symbool voor stroomsterkte + formule in serie + parallel

(3 stroomsterkten)

A

symbool I

formule S I= I1=I2=I3

formule P I= I1 + I2 + I3

19
Q

geef symbool voor spanning + formule in serie + parallel

(3 spanningen)

A

symbool U

formule S U = U1 + U 2 + U3

formule P U = U1 = U2 = U3