schakelen van weerstanden Flashcards
(19 cards)
geef symbool, eenheid en symbool eenheid van elektrische stroom
symbool I
eenheid Ampère
symbool eenheid A
geef symbool, eenheid en symbool eenheid van spanning
symbool U
eenheid Volt
symbool eenheid V
geef symbool, eenheid en symbool eenheid van weerstand
symbool R
eenheid Ohm
symbool eenheid Ω
geef symbool, eenheid en symbool eenheid van ontwikkelde warmtehoeveelheid
symbool Qw
eenheid joule
symbool eenheid J
geef symbool, eenheid en symbool eenheid van vermogen
symbool P
eenheid Watt
symbool eenheid W
geleider
de spanningsbron of batterij
de lamp of verbruiker
de schakelaar
wet van Ohm
U = I * R
hoe loopt de U of I-grafiek
recht door de oorsprong
de wet van joule
Qw = R * I² * delta t
geef het symbool, eenheid en symbool eenheid van de soortelijke warmtecapaciteit van een stof
symbool c
eenheid Joule per kg K
symbool eenheid J/kg*K
formule soortelijke warmtecapaciteit van een stof
QW = c * m * delta T
formule vermogen + omvormen met wet van joule en wet van Ohm
P = Qw / delta t
P = R * I² * delta t / delta t
P= U * I * delta t / delta t
P = U * I
P = R * I²
hoeveel is 1 kWh in Joule
1 kWh = 3,6 * 106 J
= 3.600.000
geef symbool voor substitutieweerstand + formule in serie + parallel
(3 weerstanden)
symbool Rs
formule S Rs = R1 + R2 + R3
formule P Rs = (1/R1 + 1/R2 + 1/R2)-1
geef symbool voor stroomsterkte + formule in serie + parallel
(3 stroomsterkten)
symbool I
formule S I= I1=I2=I3
formule P I= I1 + I2 + I3
geef symbool voor spanning + formule in serie + parallel
(3 spanningen)
symbool U
formule S U = U1 + U 2 + U3
formule P U = U1 = U2 = U3