verlichting Flashcards
(13 cards)
lichtstroom symbool grootheid + eenheid + symbool
ϕ + Lumen + lm
lichtsterkte symbool grootheid + eenheid + symbool
I + Candela + cd
verlichtingsterkte symbool grootheid + eenheid + symbool
E + Lux + lx
def lichtstroom
lichtstroom is de totale hoeveelheid licht die een lichtbron per seconde uitstraalt
def lichtsterkte
lichtsterkte is de lichtintensiteit van een lichtbron in een bepaalde richting
def verlichtingssterkte
verlichtingssterkte is de lichtstroom in lumen die op een vlak valt per m²
warme kleur + blauwe kleur + wit licht
warme kleur: wanneer het spectrum is opgeschoven naar de rode zijde
koude kleur: wanneer het spectrum is opgeschoven naar de blauwe kant
wit licht: wanneer alle kleuren in de juiste verhouding aanwezig zijn
welke soorten botsingen zijn er (3) + welke snelheid
ioniserende botsing + hoge snelheid
opwekkende botsing + lage snelheid
elastische botsing + te laag
ontsteekspanning def
de minimale spanning waarbij de lamp ontsteekt
def brandspanning
de spanning over de lamp als deze in werking is
onderdelen van een fluorescentielamp (= TL-lamp) (4)
een gesloten glazen buis
2 gloeidraden
2 metalen doppen
gas = kwikdamp
vanaf wanneer is het koel, wit of warm licht
vanaf 3300K of lager is het warm licht
tussen 3300K en 5300K is het wit neutraal licht
vanaf 5300K of groter is het koeld daglicht
geef 2 doelen van het voorschakelapparaat
de ontsteekspanning opwekken
na het ontsteken de stroom in de lamp begrenzen
