Séquence 7 VOC Flashcards
(36 cards)
1
Q
un espace
A
een ruimte / een plaats
2
Q
travailler
A
werken
3
Q
rencontrer
A
ontmoeten / tegenkomen
4
Q
un chef de projet
A
een projectleider
5
Q
écouter
A
luisteren
6
Q
pendant
A
tijdens
7
Q
après
A
na
8
Q
un besoin
A
een behoefte
9
Q
un espace ouvert
A
een open ruimte
10
Q
un espace collaboratif
A
een ruimte om samen te werken
11
Q
un espace de détente
A
een plek om te ontspannen
12
Q
une salle de repos
A
een ontspanningsruimte
13
Q
dessiner
A
tekenen
14
Q
aménager
A
inrichten
15
Q
un aménagement
A
een inrichting
16
Q
un souhait
A
een wens
17
Q
pouvoir
A
kunnen
18
Q
vouloir
A
willen
19
Q
une visioconférence
A
een videoconferentie
20
Q
décrire
A
beschrijven
21
Q
un mètre carré
A
een vierkante meter
22
Q
vieux (m)
vieille (f)
A
oud
23
Q
une compréhension
A
een begrip(svermogen)
24
Q
comprendre
A
begrijpen
25
bien sûr
zeker
26
exprimer
uitdrukken
27
excellent(e)
uitstekend
28
un box
een kantoorcabine
29
un bureau individuel
een eigen bureau
30
un bureau collaboratif
een bureau om samen te werken
31
une détente
een ontspanning
32
une agence immobilière
een immokantoor
33
louer
huren
34
une entreprise
een onderneming / een bedrijf
35
une équipe
een team
36
une fonction
een functie