SI Flashcards
(29 cards)
1
Q
SI-gewricht
A
- gewrichtvlak
- willekeurig
- veel richels & groeven
- passen op bekken & sacrum goed op elkaar
- lage congruentie door opp. willekeurigheid
- stabiliteit moet vanuit force closure komen - vrouw tov. man
- breder
- minder hoog
2
Q
vorm & force closure
A
- form closure
- wigvorm = niet naar caudaal afzakken door vernauwing
- kraakbeen = ruw
- richels & groeven
- grote weerstand = geven van stabiliteit idpv beweging - force closure
- kapsel
- lig. sacrotuberale & sacrospinale
- bij de dikste van lichaam
- sterk bezenuwd = bron van pijn - spieren
- direct = aanhectingen
- indirect = fibreuze expansies naar lig. of fascia thoracolumbalis
3
Q
biomechanica SI-gewricht
A
- algemeen
- as van rotatie = corpus van S2 ≈ SIPS
- nutatie = sacrum kantelt naar voor
- denutatie = sacrum kantelt naar voor - bewegingen
- erg beperkt
- sacrum relatief tov. ilium
- meer beweging bij zwangerschap
- vanaf 50j = verbening lig = bekken zitten vast
4
Q
gekoppelde bewegingen SI
A
- gekoppelde beweging
- nutatie sacrum = bacward rotation ilium
- denutatie sacrum = forward rotation ilium
- omgekeerd gekoppelt
- beschrijven adhv ilium = unilateraal mogelijk - bewegen naar flexie
- tegengestelde rotatie
- zorgt voor self-locking = stabiliteit
- verder bewegen = heup & wervels
5
Q
oorzaken van SI-betrokkenheid
A
- aandoeningen
- bechterew
- SPA
- sacro-ilitis = inflammatoir & reumatoide
- mechanische dysfunctie - prepartum
- zwaartepunt naar ventraal
- spierkorset rekt uit = krachtverlies
- laxiteit van lig
- leid vaak tot lumbopelvische klachten laatste weken - andere
- artrose
- stabilisatie & shockabsorptie
- verkort been
- seksuele betrekking
- algemene hypermobiliteit
6
Q
SI-betrokkenheid door trauma
A
- trauma
- val
- stoot
- hevige landing op 1 gestrekt been - sport
- wielrennen
- paardrijden
- voetbal & volleybal = explosieve kracht op bekken van hamstrings & adductoren
7
Q
pathologie van SI
A
- anamnese
- pijn in Fortin-gebied = dominante pijn rond gewricht
- gelateraliseerde pijn
- provocatie door drukpijn of trappenlopen - Fortin-gebied
- cirkel met diameter 10cm op bil
- vaak gepaard met uitstraling laterale zijde dij
- kan tot in enkel
- grote overlap met heup buiten tuberale pijn = niet bij SI - pathologie
- eerst DD met heup & lumbaal
- hypermobiel of hypomobiel bekken
- functionele instabiliteit vb: prepartum
8
Q
SI instabiliteit
A
- oorzaken
- post-partum
- post-trauma - symptomen
- mechanisch
- unilateraal
- fortin + uitstaling lateraal dij - therapie
- sluiting van ring stimuleren
- versterken gluteus maximus & buikspieren
- bekkergordelfixatie
9
Q
subluxatie van SI
A
- mechanisme
- subluxatie van bekkenhelft
- self-locking mechanisme is verstoord
- richtels passen niet goed meer in elkaar
- gevolg = pijn
- sacrum naar nutatie = ilium naar backward rotation - gevolg op spieren
- kanteling bekken = stretch op hamstrings
- deviatie acetabulum = exorotatie
–> overbelasting adductoren, sartorius & rectus femoris - gevolg op stijgende keten
- sacrale helling naar aangedane kant
- rotatie van L3-5 naar aangedane kant
- discale compresie
- stretch iliolumbale gewrichten
10
Q
mechanisme van houdingsafwijking
A
- rotatie van ilium
- door S2
- rotatie van acetabulum is hiermee gekoppeld = vorming van cirkel - afwijking in ruglig
- normaal = acetabulum op caudaal punt op cirkel
- backward rotation = acetabulum draait naar craniaal & dorsaal
- aangedane kant wordt korter - afwijking in langzit
- normaal = acetabulum op caudaal & dorsaal punt
- backward rotation = brengt terug naar punt zoals in ruglig
- aangedane kant wordt langer
11
Q
afwijkingen van SI
A
- backward rotation
- stepping injury = landen op 1 been
- acetabulum is ventraal van sacrum
- functioneel/variabel beenlengte verschil = korter in ruglig - forward rotation
- dashboard injury
- alle bevindingen zijn omgedraaid - testen
- veel bevindingen vanuit functie & inspectie
- niet relevant = L/R verschil & spierdysbalans
- forward rotation links = backward rotation rechts
- eerst zoeken naar aangedane zijde = provocatie testen
12
Q
inspectie afwijking
A
- stand
- palpatie SIPS = onderboord!!
- dorsaal is aangedane kant lager = SIPS & crista iliaca
- ventraal is aangedane kant hoger = SAIS
- exorotatie van heup
- dysfunctie van looppatroon - aandachtspunten
- ilium kan ook in forward rotation staan = alle bevindingen zijn dan omgedraaid
- testen zijn niet betrouwbaar = cluster nodig
13
Q
testen voor SI pathologie
A
- provocatie test
- testbatterij Van Der Wurff/Laslett
- indien negatief = bijna zeker SI uitsluiten
- hier mee starten
- andere testen = verfijnen van diagnose - functietests
- lage betrouwbaarheid
- Vorlauf
- Rücklauf-Gillet-Hipflexion
- hip drop - mobiliteitsonderzoek
- jointplay
- gapping test
- sprining test = ventrale & dorsale richting
14
Q
provocatietests
A
- testbatterij VanderWuff
- thigh thrust = femoral shear
- compressie = approximatie
- distractie = gapping
- Geanslen = pelvic torsion
- Patrick = Faber - testbatterij van Laslett = sacral thrust idpv. patrick
- uitvoering
- 5sec aanhouden
- eindigen met thrust - interpretatie
- positief bij herkenbare pijn
- indien 3/5 positief = SI pathologie
15
Q
thigh thrust test
A
- houding
- ruglig
- therapeut kan homo of heterolateraal staan - uitvoering
- fixatie met hand onder sacrum
- heup op slot = 90° flexie + lichte adductie
- axiale druk op knie
16
Q
compressie test
A
- houding
- zijlig
- heupen 45°
- knieën 90° - uitvoering
- compressie op laterale aspect van SI-gewricht
- palpatie tussen heupkop & SIPS
- onderarm voor groter opp = vaak gevoelige regio
17
Q
distractie test
A
- houding
- ruglig
- handen recht of gekruist - uitvoering
- beide SIAS naar lateraal duwen
- gapping van SI gewricht
18
Q
Geanslen test
A
- houding
- houding van Menell ≈ test van Janda
- op einde van tafel of been afhangend aan zijkant tafel - uitvoering
- test van afhangend been
- overdruk op bovenbeen = posterior rotatie ilium
- DD met ventrale rekpijn
19
Q
functie testen
A
- Vorlauf
- armen naar grond
- palpatie SIPS
- indien self-locking in orde is = gelijke mate van beweging
- positief = SIPS beweegt sneller naar voor
–> door alreeds blokkage te hebben = meteen meebewegen idpv locking - Rucklauf-Gillet-test
- knie-heffen meer dan 90°
- bekken normaal naar posterior
- SIPS - S2 palpaeren = normaal SIPS zakken
- positief indien geen/minder zakken
- niet heel betrouwbaar door sterke spierbeïnvloeding - hipdrop
- normaal SIPS omlaag tov. S2
- hypomobiliteit = geen verschil
20
Q
positieve Vorlauf
A
- algemeen
- SIPS te snel naar craniaal
- komt vaak voor zonder klinische betekenis - oorzaken
- assymetrie SI-gewricht
- assymetrie bekkenhelften
- rotatie stand en/of torsie lumbale wervels
- beenlengte verschillen
21
Q
mobilteitstesten
A
- doel
- enkel indien provocatie positief
- joint-play bepalen
- betrouwbaarheid is laag
- kan toch klinische meerwaarde geven - beoordelingscriteria
- beweging = ja/nee
- hoeveelheid beweging
- traject weerstand
- eindgevoel - testen
- gapping test = ilium naar posterior
- ilium anterior
22
Q
ilium posterior
A
- algemeen
- zelfde uitvoering als femoral shear
- palpatie aan sacrum - palpatie
- vingers net mediaal van SIPS op sacrum
- laatste vinger kootjes gebogen = verticaal op tafel - uitvoering
- ilium naar posterior voelen glijden
- interpretatie van joint play
23
Q
DD ilium posterior
A
- DD ventrale pijn
- adductoren insertie
- heuppathologie
- bursitis - DD gluteale pijn - n. ischiadicus
- DD door SLR met adductie
24
Q
ilium anterior
A
- fixerende hand
- erg belangerijk = anders gewoon lumbale extensie
- heterolaterale & onderste kwadrant van sacrum
- onderste kwadrant = onder S2
–> SIPS referentie - bewegende hand
- armen zijn gekruist
- pinkmuis x SIPS
- duwen naar ventro-lateraal
- andere vingers zweven = niet naar extensie duwen
25
sensorimotorische controle onderzoek
1. algemeen
- betrouwbare test over overdracht belasting wervelkolom & OL
- vermijdend vermogen ≈ excessieve mobiliteit symphysis pubis
--> bepalen van hyper of hypomobiliteit
1. actieve SLR
- moeilijkheid observeren = stoppen van ademhaling
- moeilijkheid bevragen
- compensatie romp = bij geen letsel spiersysteem is er craniale rotatie zijde van SLR
3. bij moeilijkheden
- passief bilaterale compressie op SI-gewricht
- beide SIAS naar mediaal duwen
- toevoegen van formclosure = zou makkelijker moeten gaan
26
therapie van SI
1. passieve handelingen lumbaal
- dwarse rekkingen
- harmonische technieken
- oscillaties
- actieve aanpak
1. interpretatie
- forward rotation ilium = backward rotation beperkt
- werken op posterior ilium
2. specifieke passieve mobilisatie technieken
- bij backward rotation = anterior ilium test
- bij forward rotation = posterior ilium test
27
backward rotation mobilisatie
1. uitvoering
- anterior ilium test
- oscilerend of voor mobiliteit
3. variant
- indien fixatie aan sacrum te pijlijk is
- passieve extensie van been = net craniaal van knie
- lichte adductie & endorotatie
- niet teveel bewegen = lumbaal mag niet meebewegen
4. MET muscle energy technique
- isometrische heupflexie voor 5sec
- tijdens ontspannen = mobilisatie van ilium
28
forward rotation mobilisatie
1. houding
- gelijkaardig aan femoral shear test
- ruglig
- heterolateraal staan
2. uitvoering
- heup naar 90°+ flexie & adductie
- knie onder schouder
- craniale hand = crista iliaca naar dorso-cranuaal duwen
- caudale hand = tuber ischiadicum in ventro-craniale richting
- tijdens beweging geen beenbewegingen
3. variant = MET
- actieve heupextensie
- tijdens extensie duwen
29
overganganomalie
1. symmetrisch
- sacralisatie = vergroeiing L5
- lumbalisatie = geen vergroeiing S1
2. assymetrisch
- hemilumbalisatie
- hemisacralisatie
2. gevolg
- normale variant
- weinig verband met rugklachten
- meer discopathie niveau hoger = meer krachten