Signaalwoorden/signaalzinnen Flashcards
Signaalwoorden geven het verband aan tussen (delen van) zinnen en tussen alinea's. Ze geven belangrijke informatie over de opbouw van een tekst of tekstgedeelte. Zo kunnen signaalwoorden een opsomming aankondigen of duidelijk maken dat er sprake is van een voorbeeld of een verklaring. Let dus goed op: bij het maken van vragen bij een tekst én bij het schrijven van een samenvatting zijn signaalwoorden een belangrijk hulpmiddel. (76 cards)
1
Q
Ook
A
Opsomming
2
Q
Bovendien
A
Opsomming
3
Q
Verder
A
Opsomming
4
Q
Eveneens
A
Opsomming
5
Q
Dan
A
Opsomming
6
Q
Vervolgens
A
Opsomming
7
Q
Daarnaast
A
Opsomming
8
Q
Ten eerste, ten tweede
A
Opsomming
9
Q
Als
A
Opsomming
10
Q
Zowel
A
Opsomming
11
Q
Maar
A
Tegenstelling
12
Q
Echter
A
Tegenstelling
13
Q
Toch
A
Tegenstelling
14
Q
Daarentegen
A
Tegenstelling
15
Q
In tegenstelling tot
A
Tegenstelling
16
Q
Daar staat tegenover dat
A
Tegenstelling
17
Q
Enerzijds….anderzijds
A
Tegenstelling
18
Q
Daardoor
A
Oorzaak-Gevolg
19
Q
Door
A
Oorzaak-Gevolg
20
Q
Doordat
A
Oorzaak-Gevolg
21
Q
Waardoor
A
Oorzaak-Gevolg
22
Q
Zodat
A
Oorzaak-Gevolg
23
Q
Te danken aan
A
Oorzaak-Gevolg
24
Q
Te wijten aan
A
Oorzaak-Gevolg
25
Het gevolg van
Oorzaak-Gevolg
26
Ten gevolge van
Oorzaak-Gevolg
27
De oorzaak hiervan is
Oorzaak-Gevolg
28
Want
Reden/verklaring
29
Omdat
Reden/verklaring
30
Daarom
Reden/verklaring
31
Waarom
Reden/verklaring
32
Namelijk
Reden/verklaring
33
Immers
Reden/verklaring
34
Aangezien
Reden/verklaring
35
Door middel van
Doel-middel
36
Met de bedoeling om
Doel-middel
37
Met behulp van
Doel-middel
38
Om te
Doel-middel
39
Daartoe
Doel-middel
40
Opdat
Doel-middel
41
Denk hierbij aan
Toelichting
42
Bijvoorbeeld
Toelichting
43
Zo
Toelichting
44
Dat komt voor bij
Toelichting
45
Ter illustratie
Toelichting
46
Dat is het geval bij
Toelichting
47
Net als
Vergelijking
48
Zoals
Vergelijking
49
Zo ook
Vergelijking
50
Evenals
Vergelijking
51
Eveneens
Vergelijking
52
Eenzelfde
Vergelijking
53
Hetzelfde
Vergelijking
54
Dezelfde als
Vergelijking
55
In vergelijking met
Vergelijking
56
Vergeleken met
Vergelijking
57
Soortgelijke
Vergelijking
58
Als
Voorwaarde
59
Indien
Voorwaarde
60
Mits (op voorwaarde dat)
Voorwaarde
61
Tenzij (behalve wanneer)
Voorwaarde
62
Stel dat
Voorwaarde
63
Dan ook
Conclusie
64
Dus
Conclusie
65
Aldus
Conclusie
66
Hieruit volgt
Conclusie
67
Concluderend
Conclusie
68
Kortom
Samenvatting
69
Samenvattend
Samenvatting
70
Alles bij elkaar genomen
Samenvatting
71
Om kort te gaan
Samenvatting
72
Ik zal hier enkele voor- en nadelen van…. bespreken
Aankondigend
73
Maar aan het systeem kleven ook enkele bezwaren
Aankondigend
74
Hoe is de opmars van het toerisme te verklaren?
Aankondigend
75
Van de besproken verklaringen lijkt de laatste me het meest aannemelijk
Terugblikkend
76
Welke conclusie kunnen we nu uit de bovenstaande onderzoeksresultaten trekken
Aankondigend en terugblikkend