Slim 5,6,7 Flashcards

(20 cards)

1
Q

In welke 5 dimenties kunnen psychose symptomen worden onderverdeeld?

A
  • positieve symptomen
  • negatieve symptomen
  • cognitieve symptomen
  • agressieve symptomen
  • affectieve symptomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe werken klassieke antipsychotica en op welke receptoren(bijwerkingen)?

A

Bijvoorbeeld haldol werkt door de D2 receptoren te blokkeren van de mesolimbische pathway. dit leidt tot demping van positieve symtomen maar zorgt ook voor D2 blokkade eleders dus dat resulteerd in bijwerkingen.
Ze blokkeren ook de muscarine 1 receptoren dus de M1 die zorgen voor de bijwerkingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoeveel procent van de D2 receptoren moet geblokkerd zijn voor een effect?

A

80%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn vroege tekenen van een kind met autisme?

A
  • weinig oogcontact
  • niet spreken na 16 maanden
  • niet kunnen spelen
  • gehechtheid obsessief
  • niet kunnen lachen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 3 verklarings modellen zijn er voor contact problemen?

A

theory of mind: inleven in anderen
centrale coherentietheorie: incapabel om prikkels samen te voegen tot een samenhangend geheel
excecutieve functie theorie: moeite et plannen, wissellen van aandacht, flexibel denken en handelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de 9 kenmerken voor BPD?

A
  • verlatingsangst
  • instabiele ralaties
  • indetiteits stoornis
  • impulsiviteit destrcutief
  • suïcide of automutilatie
  • wisslende stemmingen
  • gevoel van leegte
  • moeite met agressieve emties reguleren
  • paranoïde of dissociatieve verschijnselen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke soorten dissociatie zijn er?

A
  • depersonalisatie: vervreemding van eigen lichaam, wereld voelt onwerkelijk
  • dissociatieve amnesie: persoonlijke informatie vergeten bijv bij trauma
  • dissociatieve fugue: persoon verlaat normale omgeving
  • dissociatieve identiteitsstoornis: twee of meer identiteiten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het verschil tussen impulsief en compulsief(incl hersengebieden)?

A

impulsief: onvermogen om te stoppen met initiëren van acties.
Vstriatum>thalamus>VMPFC>Vstriatum
compulsief: het onvermogen om lopende acties te stoppen.
Dstriatum>thalamus>orbitofrontale cortex>D>striatum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe behandel je borderline persoonlijkheidsstoornis?

A

niet medicamenteus:
- vaardigheden en emotieregulatie strategieën> vorm van CGT
bestaat uit: psycho-educatie, cognitief hanteren van emoties, hanteren van gedrag en vaardigheden voor oplossingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe werkt EMDR?

A

EMDR is een behandeling waarbij het meest beladen trauma wordt gecombineerd met afleiding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de 3 vormen van systeem interventies en hoe werken deze?

A
  • mentalizatie based therapie: verhoogt het vermogen om te denken vanuit perspectief van anderen.
  • tranference focus psychotherapie: zelfdestructief gedrag wordt aangepakt
  • schema focussed therapie: schema therapie pakt het gedrag aan dat patiënten zichzelf hebben aangeleerd en dat dus niet goed door is ontwikkeld.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe behandel je affectieve disregulatie bij borderline, hieronder vallen: stemmingsregulatie, boosheid, depresiviteit?

A
  • SSRI: een SSRI of een ander niet tricyclisch antidepressiva. eventueel met een benzo erbij
  • een lage dosis antipsychoticum
  • stemmingsstabilisatoren: dit kan als monotherapie valproïnezuur bijvoorbeeld.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke interacties onstaan er tussen arts en patient(4)?

A

overdracht: de gevoelens die de patiënt op de therapeut projecteert. deze zijn een gevolg van de gevoelens in relatie met de opvoeder.
tegenoverdracht: de gevoelens die de patiënt door overdacht oproept bij de therapeut.
weerstand: een patiënt die niet geheel meewerkt aan zijn eigen herstel.
afweer: een waarheid van zichzelf niet onder ogen kunnen zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke 3 subtypen ADHD zijn er en wat zijn de kenmerken?

A

inattent: voorheen ADD
hyperactief-impulsief: druk en chaos
gecombineerd: meest voorkomen bij kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke hersenstructuren zijn betrokken bij ADHD(4)?

A

Selectieve aandacht: dorsal anterior cingulate cortex
volgehouden aandacht: dorso laterale prefortale cortex
hyperactiviteit: prefrontale motorcortex
impulsiviteit: orbitofrontale cortex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe werken NA en DA samen om signalen te versterken dan wel af te zwakken?

A

NA bindt aan de A2a receptor > HCN kanalen sluiten > signaal gaat verder
DA bindt aan D1 receptor > HCN kanalen openen > signaal lekt weg

17
Q

Wat is de behandeling van ADHD?

A
  • psycho-educatie
  • psychostimulantia: methylfenidaat, dexamfetamine –> blokkeert NET en DAT
  • noradrenaline systeem: atomoxetine
  • TCA die aangrijpen op ser en NA: imipramine
18
Q

Wat is het teken van Russel?

A

Eeltplekken op de handrug of knokkels veroorzaakt door veelvuldig hand in de mond te steken om zo braken op te wekken.

19
Q

Wat zijn de meest voorkomende voedingsstoornissen?(geen nervosi en BED)

A
  • Pica: mensen eten dingen die niet eetbaar zijn (krijt)
  • ruminatiestoornis: mensen eten voedsel, halen het op en herkauwen
  • vermijdende voedsel stoornis: voedselweigering
20
Q

Wat zijn gevolgen van een anorexia?

A
  • botontkalking
  • groeiachterstand
  • ameorroe
  • hypothermie
  • hypotensie
  • vertraagde maag en darm lediging
  • bloedafwijkingen