Spelling 2 Flashcards
(190 cards)
1
Q
misschien
A
misschien
2
Q
gebeurt
A
gebeurt
3
Q
uitvalt
A
uitvalt
4
Q
storing
A
storing
5
Q
meterkast
A
meterkast
6
Q
licht
A
licht
7
Q
buren
A
buren
8
Q
lantarenpaal
A
lantarenpaal
9
Q
wachten
A
wachten
10
Q
voorbij
A
voorbij
11
Q
hebt
A
hebt
12
Q
volle
A
volle
13
Q
batterij
A
batterij
14
Q
want
A
want
15
Q
wet
A
wet
16
Q
ontstaan
A
ontstaan
17
Q
kun
A
kun
18
Q
nodig
A
nodig
19
Q
draai
A
draai
20
Q
hadden
A
hadden
21
Q
potje
A
potje
22
Q
brandde
A
brandde
23
Q
vlam
A
vlam
24
Q
stond
A
stond
25
kandelaar
kandelaar
26
vast
vast
27
fakkels
fakkels
28
stokken
stokken
29
lappen
lappen
30
vet
vet
31
lang
lang
32
branden
branden
33
leuk
leuk
34
slapend
slapend
35
sturend
sturend
36
verhaal
verhaal
37
mevrouw
mevrouw
38
schietend
schietend
39
jezelf
jezelf
40
gebeurd
gebeurd
41
verlaten
verlaten
42
glurend
glurend
43
speurend
speurend
44
ontdekken
ontdekken
45
verzoeken
verzoeken
46
geluiden
geluiden
47
zwijgend
zwijgend
48
terug
terug
49
dansend
dansend
50
refrein
refrein
51
dringend
dringend
52
zuchtend
zuchtend
53
badkamer
badkamer
54
plezier
plezier
55
torentje
torentje
56
meteen
meteen
57
verkouden
verkouden
58
klagend
klagend
59
geruzie
geruzie
60
meneer
meneer
61
gummetje
gummetje
62
Jeroen
Jeroen
63
bewaken
bewaken
64
huilend
huilend
65
gemeten
gemeten
66
gebakken
gebakken
67
gespannen
gespannen
68
meloen
meloen
69
gebeten
gebeten
70
gevaren
gevaren
71
stukken
stukken
72
gezinnen
gezinnen
73
lachend
lachend
74
gestreken
gestreken
75
mooie
mooie
76
verhuizen
verhuizen
77
spinnetje
spinnetje
78
bolletje
bolletje
79
geknepen
geknepen
80
wringen
wringen
81
dromen
dromen
82
ogen
ogen
83
gekleurd
gekleurd
84
liter
liter
85
vergieten
vergieten
86
jongetje
jongetje
87
karretje
karretje
88
thee
thee
89
piraat
piraat
90
wrat
wrat
91
politie
politie
92
theather
theather
93
wrang
wrang
94
theorie
theorie
95
Thom
Thom
96
wring
wring
97
pistool
pistool
98
stalletje
stalletje
99
thuis
thuis
100
wrijven
wrijven
101
kiwi
kiwi
102
gitaar
gitaar
103
holletje
holletje
104
wroet
wroet
105
kilo
kilo
106
balletje
balletje
107
kannetje
kannetje
108
theeglas
theeglas
109
wraak
wraak
110
wratjes
wratjes
111
wrakstuk
wrakstuk
112
wrak
wrak
113
dino
dino
114
rivier
rivier
115
wreed
wreed
116
theedoek
theedoek
117
wroeten
wroeten
118
thuiskomst
thuiskomst
119
wrakken
wrakken
120
muntthee
muntthee
121
Thies
Thies
122
wroet
wroet
123
wring
wring
124
wroeten
wroeten
125
piloot
piloot
126
sigaar
sigaar
127
iglo
iglo
128
ski
ski
129
mini
mini
130
theemuts
theemuts
131
piste
piste
132
kimono
kimono
133
uniform
uniform
134
militair
militair
135
titel
titel
136
thuishulp
thuishulp
137
bloemetje
bloemetje
138
mannetje
mannetje
139
dingetje
dingetje
140
appelboom
appelboom
141
ruggetje
ruggetje
142
pannetje
pannetje
143
krekeltje
krekeltje
144
pilletje
pilletje
145
plannetje
plannetje
146
zonnetje
zonnetje
147
lelletje
lelletje
148
drolletje
drolletje
149
bonnetje
bonnetje
150
brilletje
brilletje
151
lammetje
lammetje
152
weggetje
weggetje
153
sprongetje
sprongetje
154
doorprikken
doorprikken
155
bruggetje
bruggetje
156
Pimmetje
Pimmetje
157
spelletje
spelletje
158
stekeltje
stekeltje
159
sterretje
sterretje
160
bommetje
bommetje
161
frummeltje
frummeltje
162
pakketje
pakketje
163
kanonnetje
kanonnetje
164
belletje
belletje
165
molletje
molletje
166
appeltje
appeltje
167
engeltje
engeltje
168
ringetje
ringetje
169
tongetje
tongetje
170
lepeltje
lepeltje
171
stemmetje
stemmetje
172
schommeltje
schommeltje
173
dolletje
dolletje
174
gilletje
gilletje
175
karretje
karretje
176
kammetje
kammetje
177
snorretje
snorretje
178
torretje
torretje
179
pinnetje
pinnetje
180
stalletje
stalletje
181
kegeltje
kegeltje
182
knuffeltje
knuffeltje
183
kippetje
kippetje
184
kapelletje
kapelletje
185
poffertje
poffertje
186
roffeltje
roffeltje
187
kannetje
kannetje
188
Speer
Speer
189
Gong
Gong
190
Plein
Plein
