Spijsverteringsstelsel Flashcards

(11 cards)

1
Q

Omschrijf wat er gebeurt met de huig en het strottenklepje tijdens het slikken en ademen

A

Tijdens het slikken gaat de huig en strotenklepje dicht zodat er geen voedsel in de luchtpijp komt. Tijdens het ademen staan de huig en strotenklepje open zodat de lucht in de luchtpijp kan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Benoem de drie delen van de dunne darm

A
  • vingerige darm
  • nuchtere darm
  • kronkeldarm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Leg uit hoe het komt dat de oppervlakte opname van de dunne darm zo groot is als de oppervlakte van een tennisveld

A

De opname-oppervlakte van de dunne darm is zo groot als een tennisveld omdat de darmwand sterk is geplooid, en die plooien zijn bedekt met darmvlokken (villi), die op hun beurt bedekt zijn met microscopisch kleine uitstulpingen (microvilli), hierdoor kunnen er meer voedingsstoffen worden opgenomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De lever is een klier met veel functies. Geef er 5.

A
  • Afbreken van giftige stoffen
  • Produceren van gal
  • Vitamine opnemen
  • Aanmaak bloedeiwitten
  • Omzetten voedingsstoffen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welk verteringsenzym wordt aangemaakt in de maagwandkliercel? Benoem het enzym.

A

Pepsine wordt gemaakt doordar maagzuur samenkomt met peptogeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verschil tussen een exopeptidase en een endopeptidase?

A

Endopeptidasen zijn enzymen die eiwitmoleculen helpen afbreken binnen in de keten:
Exopeptidasen zijn enzymen die eiwitmoleculen helpen afbreken aan de uiteinden van de eiwitmolecule.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe verloopt de versnelde afbraak van eiwitten? Plaats onderstaande begrippen in volgorde van macromolecule (links) tot bouwsteen (rechts).

A

polypeptiden oligopeptiden dipeptiden aminozuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Uit welke lagen bestaat de slokdarm en benoem ze

A

-Slijmvliesweefsel
-Bindweefsellaag
-2 spierlagen
-Stevig bindweefsellaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de 2 sluitspieren van de maag

A

Cardia en pylorus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de functies van de alvleesklier ?

A
  • Endocriene functie: produceert insuline
  • Exocriene functie: produceert alvleessap (neutraliseert maagzuur en helpt bij vertering)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is emulgeren ?

A

Het proces waarbij vetmoliculen worden verdeelt in kleinere druppeltjes zodat ze opgelost blijven in water (die vetdruppels zijn micellen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly