SQL Aggregatie functies Flashcards

1
Q

COUNT()

A

Telt het aantal rijen in een query resultaat. Kan worden gebruikt met of zonder kolomnaam.

SELECT COUNT(*) FROM medewerkers WHERE afdeling = ‘Verkoop’;

Dit telt alle medewerkers in de verkoopafdeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

SUM()

A

Berekent de som van alle waarden in een specifieke kolom.

SELECT SUM(salaris) FROM medewerkers WHERE afdeling = ‘IT’;

Dit berekent het totale salaris van alle medewerkers in de IT-afdeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

AVG()

A

Berekent het gemiddelde van alle waarden in een specifieke kolom.

SELECT AVG(leeftijd) FROM studenten WHERE studierichting = ‘Informatica’;

Dit berekent de gemiddelde leeftijd van studenten die Informatica studeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

MIN()

A

Geeft de laagste waarde in een specifieke kolom.

SELECT MIN(prijs) FROM producten WHERE categorie = ‘Elektronica’;

Dit toont de laagste prijs van producten in de categorie Elektronica.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

MAX()

A

Geeft de hoogste waarde in een specifieke kolom.

SELECT MAX(datum_bestelling) FROM bestellingen WHERE klant_id = 42;

Dit toont de datum van de meest recente bestelling van klant met ID 42.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

GROUP BY

A

Groepeert resultaten op basis van waarden in een of meer kolommen, vaak gebruikt met aggregatiefuncties.

SELECT afdeling, COUNT(*) FROM medewerkers GROUP BY afdeling;

Dit toont het aantal medewerkers per afdeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

HAVING

A

Filtert gegroepeerde resultaten, vergelijkbaar met WHERE maar voor geaggregeerde data.

SELECT afdeling, AVG(salaris) AS gem_salaris
FROM medewerkers
GROUP BY afdeling
HAVING AVG(salaris) > 3000;

Dit toont alleen afdelingen waar het gemiddelde salaris hoger is dan 3000.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly