stofwisseling 3 Flashcards

(32 cards)

1
Q

hoeveel soorten aminozuren

A

20

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoeveel zelf, hoeveel uit voedsel (aminozuren)

A

10
10

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe worden de aminozuren die je lichaam niet kan aanmaken genoemd

A

essentiële aminozuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat als tekort aan essentiele aminozuren

A

ondervoeding
bv Kwashiorkor (voldoende kcal, te weinig aminozuren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welk nucleinezuur wordt nooit afgebroken

A

DNA in celkern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat gebeurt er met RNA tijdens Nucleïnezuurmetabolisme

A

voortdurend afgebroken en vervangen

meestal gerecycleerd (nieuwe RNA moleculen)
soms: nucleotiden -> citroenzuurcyclus -> ATP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe wordt DNA gevormd

A

enkel in cellen die zich voorbereiden op mitose/meiose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe wordt RNA gevormd

A

wordt in alle cellen gesynthetiseerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is nutritie

A

opname van voedingsstoffen uit voedsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kenmerken evenwichtig dieet

A

heeft alle ingredienten om homeostase te handhaven en ondervoeding te voorkomen

voedingsstoffen voor energieproductie, essentiele aminozuren/vetzure, vitaminen, water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wanneer is er een energiebalans

A

energieopname = energieverbruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is functie mineralen

A

Co-factoren voor enzymatische reacties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

voorbeeld functie mineralen

A

handhaven van de osmotische druk vb NaCl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is de rol van mineralen bij fysiologie

A

vorming van actiepotentialen, afgifte van neurotransmitters, spiercontracties, botonderhoud en -groei, gastransport, bufferwerking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waar worden in vet oplosbare vitaminen opgeslagen

A

opgeslagen in vet- en levercellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat als er een overmaat is aan in vet oplosbare vitaminen en wat bij tekorten

A

hypervitaminose

zelden tekort

17
Q

hoe wordt vit K gevormd

A

darmbacterieeen

18
Q

hoe wordt vitamine D3 gevormd

A

door huid (met voldoende zonlicht)

19
Q

eigenschap in water oplosbare vitaminen (B en C)

A

moeten dagelijks worden aangevuld

20
Q

wat gebeurt er bij een tekort van in water oplosbare vitaminen en wat bij overmaat

A

tekort -> avitaminose
overmaat: zelden (surplus via urine uitgescheiden)

21
Q

hoe worden 5 van de 9 in water oplosbare vitaminen gevormd

A

darmbacteriën

22
Q

hoe worden in water oplosbare vitaminen opgenomen

A

via darmepitheel behalve vitamine B12 (via intrinsieke factor

23
Q

hoeveel water nodig per dag

A

40 ml/kg
2.8 l voor pers 70kg

(afhankelijk van omstandigheden)

24
Q

hoe verkrijg je water

A

voedsel 40%
dranken 50%
aerobe stofwisseling 10%

25
wat is een calorie
eenheid van energie
26
hoeveel cal voor afbraak 1g vet/koolhydraat/eiwit
9.5 4 4
27
wat zijn de richtlijnen van calorieopname
60% > koolhydraten 30% > vetten (max!) 10% > eiwitten
28
wat is stofwisselingssnelheid
totale energie van opbouw/afbraakprocessen per tijdseenheid (Afhankelijk van lichaamsactiviteit vb hardlopen vs slapen)
29
wat is grondstofwisseling
Basaal Metabolisme (BM): minimaal energieverbruik in rust
30
wat is het basaal metabolisme gemiddeld
85 cal/uur 2000 cal/dag dames
31
waar wordt BM door beinvloed
Beïnvloed door leeftijd, geslacht, conditie,…
32
wat zorgt voor gewichtstoename (en wat voor verlies)
Energieopname > verbruik --> gewichtstoename Energieverbruik > opname --> gewichtsverlies