Stofwisseling en spijsvertering: colleges week 2 Flashcards

(152 cards)

1
Q

Wat is een ander woord voor radiologische onderzoeken

A

Modaliteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Binnen welke tijd na contrast zie je het arteriële systeem en wanneer het portoveneuze?

A

Artrieel: 20 sec
Portoveneus: 70 sec

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat voor beeldvorming bij diverticulitis?

A

Echo abdomen
Indien verdenking op complicaties een CT abdomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat voor beeldvorming bij appendicitis?

A

Echo abdomen
Indien inconclusief CT/MRI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat voor beeldvorming bij cholecystitis?

A

Echo abdomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat voor beeldvorming bij M. Crohn?

A

Echo abdomen en MRI voor uitgebreidheid en activiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat doe je als je bij een echo van de lever 1 aspecifieke laesie ziet?

A

MRI voor verdere karakterisatie en evt punctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zou je kunnen zijn op een X-BOZ?

A
  • Intra-abdominaal vrij lucht?
  • Verwijde darmlissen?
    *(Nierstenen/uretherstenen/blaasstenen?&raquo_space;> low dose CT)
  • Corpus alienum?
  • Ligging maagsonde/duodenumsonde?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het nadeel van een X-BOZ?

A

Bij normaal buikoverzicht kan alsnog ernstige pathologie aanwezig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke beeldvorming altijd bij acute buik?

A

Echo/ CT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Na hoe lang is een pancreatitis zichtbaar op de CT?

A

Na 72 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar kijk je naar bij een CT abdomen voor oncologie?

A
  • Is de tumor zichtbaar?
  • Waar zit de tumor en hoe groot is het?
  • Wat is de relatie tot de omgevende structuren? Vaten?
  • Is er sprake van lymphadenopathie?
  • Is er sprake van metastasering op afstand?
  • Follow-up
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Voor welke maligniteiten is een CT abdomen geschikt?

A
  • Oesofagus carcinoom
  • Maagcarcinoom
  • Pancreascarcinoom
  • Dunne darm carcinoom
  • Coloncarcinoom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Voor welke maligniteiten (TD) is een CT abdomen minder geschikt?

A
  • Galblaas/galweg carcinoom
  • Voor Klatskintumor: vaak ook MRCP voor beoordelen doorgroei
    galwegen
  • Lever maligniteiten
  • Karakterisatie is beter met MRI
  • Rectumcarcinoom:
  • Voor lokale uitbreiding MRI rectum!! Beter weke delen contrast en
    voor behandeling komt dit erg nauw.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarvoor doe je een MRI abdomen?

A

Is specifiek gericht om afwijking te karakteriseren, meer weke delen contrast.

  • Lever
  • Galblaas, galwegen
  • Pancreas
  • Dunne darm
  • Rectum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat doe je als je een galblaaspoliep vindt?

A

Vervolgen met echo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat voor aanvullende diagnostiek bij verwijde galwegen (echo)?

A

MRCP/ERCP om te kijken of er stenen zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat voor aanvullende diagnostiek bij cholecystitis (echo)?

A

Geen aanvullende beeldvorming, draineren, OK

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat voor aanvullende diagnostiek bij RIP pancreas?

A

CT abdomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat voor aanvullende diagnostiek bij ileitis van terminale ileum?

A

MRI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat voor aanvullende diagnostiek bij RIP colon?

A

CT abdomen ter stadiëring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat voor aanvullende diagnostiek bij ascites?

A

CT abdomen ter analyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat zie je aan een appendicitis op een echo?

A

Appendix is dik en je kunt het niet indrukken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat zie je aan een diverticulitis op een echo?

A

Wand is dikker, vet wit en vergote darm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat zie je aan een cholecystitis op een echo?
Wand is dikker, hypervascularisatie en wit vet
26
Wat is een cholangiocarcinoom?
Tumor in galwegen
27
Wat zijn risicofactoren voor een cholangiocarcinoom?
PSC Parasites (Thailand) Congenital bile duct deformaties Intrahepatic stones Bile duct polyps Viral hepatitis (HBV, HCV) Salmonella-infection
28
Waar komen cholangiocarcinomen het meeste voor en waar het minst?
Meest perihilair (Klatskin) 70% Minst intraheoatic 10%
29
Wat is de self-determination theory?
De mens heeft drie basisbehoeften 1. Competentie: effectief in dealen met omgeving. 2. Autonomie: controle over verloop leven 3. Relatedness: close relaties met anderen
29
Hoeveel gal produceer je per dag?
100 cc/ 10 kg
29
Hoe wordt een ery uiteindelijk onderdeel van de gal?
Heem uit ery wordt in lever omgezet tot ongeconjungeerd bilirubine. Dit wordt weer omgezet tot geconjungeerd bilirubine wat vervolgens met de gal wordt uitgescheden
30
Vanaf welke waarde is bilirubine verhoogd en vanaf welke waarde ga je geelzucht zien?
vanaf 17 verhoogd, vanaf 60/70 te zien
31
Wat zijn de belangrijkste biomarkers voor schade in de lever?
ASAT en ALAT --> hepatocyten Gamma-GT en alkalisch fosfatase --> cellen in galwegen
32
Wat zijn biomarker voor de functie in de lever?
Biliruibine --> secretoire capaciteit Albumine en INR --> synthese
33
Wat kan een andere oorzaak dan iets in de lever zijn voor verhoogde gamma-gt, alkalisch fosfatase en bilirubine?
Obstructie door galsteen
34
Waar zit alkalisch fosfatase?
Galwegen en osteoblasten
35
Wat zijn complicaties van portale hypertensie?
Ascites Varices Splenomegaly Encephalopathy
36
Waarom is gamma-gt nodig bij alkalisch fosfatase om iets te zeggen over de lever?
Alkalisch fosfatase kan ook iets zeggen over de botten
37
Welke waarden/symptomen duiden op acuut leverfalen
Verhoogd bilirubine Verlengd INR Verwardheid
38
Wat zou je eventueel kunnen meten bij verwardheid en verdenking op leverfalen?
Verhoogd ammonia bij verwardheid zou een aanwijzing kunnen zijn voor leverfalen.
39
Wat betekent een ASAT>ALAT en wat betekent een ALAT>ASAT?
ASAT>ALAT = hepatocellulaire schade ALAT>ASAT = cholestatisch
40
Wat betekent een positieve anti-HBs serologie?
Dat je beschermd bent maar geen hepatitis B hebt of hebt gehad.
41
Waarvoor wordt de Child-Pugh score gebruikt?
Inschatten of iemand in de buik geopereerd kan worden. A is kleinste kans op mortaliteit, C is grootste kans.
42
Wat zijn belangrijke waarden in de MELD score?
Kreatinine Bilirubine INR
43
Wat is een auto-immuun leverziekte?
Zeldzaam met onbekende oorzaak. Herpesvirussen of COVID zouden misschien triggers kunnen zijn. Potentieel maligne HCC en CCA
44
Wat zie je in de serologie en biopt bij een auto immuun hepatitis?
Verhoogd IgG ANA en ASMA antibodies LKM-1 antibodies Interfase hepatitis, rosettes, emperipolesis
45
Wat voor behandeling bij auto-immuun hepatitis?
Prednisolon Azathioprine of Transplantatie
46
Wat is PBC?
Primary Biliary Cholangitis Vaker bij vrouwen op latere leeftijd 7.5/100.000 Jeuk en vermoeidheid Late icterus
47
Wat voor lab past bij PBC?
Alkaline Phosphatase, bilirubine, IgM Anti-nuclear antibodies (ANA) Anti-mitochondrial antibodies (AMA) > 90% Biopt niet nodig
48
Wat voor behandeling bij PBC?
ursodeoxycholzuur
49
Waar moet je op letten bij het geven van ursodeoxycholzuur?
Botontkalking
50
Wat is PSC? Waarmee geassocieerd?
Primaire Scleroserende Cholangitis Deels auto-immuun Geassocieerd met IBD 70% patienten met PSC heeft IBD (colitis ulcerosa) Vaker bij mannen Verhoogd risico darmkanker en cholangiocarcinoom
51
Welke labwaarden bij PSC?
Verhoogd alkalisch fosfatase en gamma-gt
52
Wat voor beeldvorming bij PSC?
Echo en/of MRCP Biopsie als je niet kunt zien
53
Wat voor behandeling bij PSC?
ursodeoxycholzuur ERCP: dilatatie bij ernstige vernauwing Transplantatie Jaarlijks coloscopie
54
Welke waarde kun je gebruiken om te differentiëren tussen de lever en de galwegen?
R-waarde
55
Wat zijn complicaties van een onbehandelde cholecystitis?
Perforaties Omentum gaat afdichten Sepsis Bloedvergiftiging
56
Hoe wordt een cholecystitis in de gaten gehouden?
CRP en leuko's
57
Wat betekent een sterk verhoogd CRP bij cholecystitis?
Dat het al langer aan de hand is
58
Wat is een infiltraat?
Als het omentum vastgekleefd is aan de ontsteking
59
Waar moet je altijd op letten bij een OK in de bovenbuik
Longproblemen
60
Waarom geven recidiverende infecties van de galwegen een verhoogde kans op galstenen?
Infecties komen waarschijnlijk door veranderde anatomie. Ook hogere kans op carcinoom.
61
Hoe kun je onderscheid maken tussen cholangitis en cholecystitis?
Bij cholangitis hoger koorts en rillingen (39.6) Bij cholecystitis hoesten en koorts (38.4)
62
Wat is ontstoken bij een cholecystitis?
Galblaas en ductus cysticus
63
Wat is een gevolg van een cholangitis (bacterien)
Translocatie via portale systeem
64
Welke soort galstenen komen het meeste voor?
Cholesterol (80%)
65
Welke kleur hebben cholesterol galstenen en welke kleur pigment galstenen?
Cholesterol: geel-groen Pigment: -zwart: m.n. bilirubine -bruin: m.n calciumzouten
66
Wat zijn risicofactoren voor galstenen?
Vrouwelijk geslacht, overgewicht, leeftijd (> 40 jr), zwangerschap, snel gewichtsverlies, diabetes mellitus, cirrose, oestrogenen gebruik, parenterale voeding, positieve familie anamnese.
67
Wat voor therapie bij koliek door stenen?
pijnstillers spasmolyticum electieve cholecystectomie
68
Wat is een acute cholecystitis?
obstructie galblaashals distentie ischemie en infectie van gal ziek koorts drukpijn, loslaatpijn, défense
69
Wat is geobstrueerd bij een obstructie icterus?
Ductus choledochus
70
Wat voor symptomen bij obstructie icterus?
icterus ontkleurde ontlasting donkere urine
71
Wat voor klachten bij cholangitis?
Koorts Ziek
72
Wat voor therapie bij cholangitis?
hemodynamiek ERCP antibiotica
73
Wat is een galsteenileus?
Hele zeldzame complicatie van galstenen waarbij de galsteen een ileus veroorzaakt
74
Hoeveel urineproductie is goed?
0.5 cc/kg/uur
75
Wat zijn oorzaken van een hepatitis?
Viraal Alcohol Medicatie Metabool Auto-immuun Leververvetting
76
Welke hepatitis virussen worden feco-oraal overgedragen?
A & E
77
Welke hepatitis virussen worden dmv bloed-bloed contact overgedragen?
B, C en D
78
Welke hepatitis kan nooit chronisch worden?
A
79
Welke hepatitis virussen kunnen chronisch worden?
B t/m E
80
Bij welke patiënten zie je hepatitis A vaker?
Zwangeren en mensen die met kinderen werken
81
Bij welke patiënten komt hepatitis B vaker voor?
Mensen met migratie achtergrond, vaak overgedragen bij bevalling
82
Wat voor serologie bij hepatitis A?
acute infectie: IgM anti-HAV (2-6 mnd) immuniteit: IgG anti-HAV
83
Hoeveel hepatitis B genotypen zijn er?
8
84
Waar komt hepatitis B het meest voor?
Zuidoost Azie China Pacific Islands Sub sahara Africa
85
Wat voor serologie prik je bij hepatitis B?
HBsAG, anti-HBc en anti-HBs
86
Wat is serologie passend bij een infectie met hepatitis B?
Positief HBsAG en anti HBc Negatief anti HBs
87
Wat is serologie passend bij een geklaarde hepatitis B?
anti HBs positief HBC blijft altijd positief HBaAG negatief
88
Welke serologie als je gevaccineerd bent tegen hepatitis B?
anti-HBs
89
wat is het beloop van HBV en wat is het verschil tussen volwassenen en jongeren?
Bij volwassenen 95% spontane klaring en 5% chronisch Bij jonge leeftijd 95% chronisch
90
Waar heb je risico op bij chronische hepatitis B?
Cirrose
91
Wat voor therapie bij HBV?
Virus eliminatie: Gepegyleerde interferon geeft 30-40% kans op klaring maar is slecht vol te houden. Virus onderdrukking: orale nucelotiden en nucleosiden: entecavir, tenovir
92
Hoeveel genotypen heeft hepatitis C?
6
93
Wat is het beloop van hepatitis C?
* 15-40% spontane klaring virus < 4 maanden * Meerderheid chronisch geinfecteerd
94
Wat voor serologie bij hepatitis C?
anti-HCV & HCV RNA
95
Wat voor behandeling bij hepatitis C?
Direct Acting Antivirals (8-12 wkn)
96
Hoeveel genotypen voor hepatitis D?
7
97
Voor welke hepatitis ben je ook immuun als je HBV hebt geklaard?
Hepatitis D
98
Wat voor serologie bij hepatitis D?
anti-HD, HD-Ag, HDV RNA
99
Wat is de behandeling bij hepatitis D>
Doel: eliminatie virus voorkomen complicaties (cirrose/ HCC) Geen effectieve therapie acute HDV => monitoring leverfuncties Chronische HDV: Peginterferon monotherapie doch lage succesrates (< 40%)
100
Waar komt hepatitis E voornamelijk voor?
Ontwikkelingslanden
101
Wat voor transmissie bij hepatitis E?
Feco-oraal & vervuild water, varkensvlees
102
Bij welke patiënten vooral hepatitis E?
Jong volwassenen, zelden bij kinderen
103
Wat voor serologie bij hepatitis E?
anti-HEV IgM, HEV RNA
104
Wat voor behandeling bij hepatitis E?
* Preventie: geen vaccin => hygiëne maatregelen/sanitaire voorzieningen * Chronische vorm: reductie immuunsuppressiva ribavirine therapie
105
Hoeveel gram alcohol kan de lever metaboliseren
7 gram per uur
106
Wat voor lab kun je zien bij alcoholisch leverschade?
ASAT > ALAT (2:1) gGT verhoogd
107
Wat voor behandeling bij alcoholisch leverlijden?
Afhankelikheid: cognitieve therapie psychotherapie farmacologisch: disulfuram, naltrexon, baclofen Hepatitis: Abstinentie Corticosteroïden Pentoxifylline
108
Wat moet aanwezig zijn en wat afwezig voor de diagnose MAFLD (leververvetting)
109
Vanaf wanneer is leververvetting onomkeerbaar?
Vanaf NASH (non-alcoholic-steatohepatitis)
110
Waar kan ijzerstapeliing tot leiden?
Stapeling van ijzer leidt uiteindelijk tot orgaanschade: cirrose, arthrosis op jonge leeftijd, DM, hypogonadisme, cardiomyopathie
111
Wat zijn vroege symptomen van ijzerstapeling?
moeheid, arthralgie,verhoogde transaminasen
112
Wat zijn late symptomen van ijzerstapeling?
hepatomegalie, cirrose juveniele arthrosis op relatief jonge leeftijd endocriene aandoeningen cardiomyopathie
113
Hoe stel je de diagnose van ijzerstapelingsziekte?
verhoogd ferritine, ijzerverzadiging HFE gen (C282Y / H63D)
114
Wat voor behandeling bij ijzerstapeling?
* Starten bij verhoogd ferritine (boven 300 mcg/ l) Aderlatingen: – in het begin : 500 ml bloed 1-2 maal pw [bevat 200-250 mg Fe] tot ferritine lager is dan 50 microgr/l +/- Fe-saturatie circa 50%, – onderhoud 2-4 maal per jaar (net als bloeddonor) * Vermijdt overmatig alcohol en exogeen Fe
115
Wat is M Wilson?
Koperstapelingsziekte
116
Hoe erft M Wilson over en wat is de mutatie?
Autosomaal recessief Mutatie in ATP-7B gen op chromosoom 1
117
Wat voor complicaties geeft M Wilson?
Acute hepatitis, ook hemolytische anemie, soms leverfalen Neuro-psychiatrische symptomen: bv tremoren, spasmen, oogproblemen Kayser Fleischer ring (koperring)
118
Hoe kun je de diagnose van M Wilson stellen?
* Verdenking op grond van kliniek * Lab: koperuitscheiding in de urine verhoogd Serumspiegel koper vaak laag Ceruloplasmine [transporteiwit] laag-N * Gendiagnostiek (familie!)
119
Wat voor behandeling bij M Wilson?
– Penicillamine (stimuleert urine-uitscheiding) – Zinksulfaat (remt koperopname in de darm)
119
Wat is het verschil tussen micronodulaire levercirrose en macronodulaire levercirrose?
Micro: meeste noduli <3mm meestal alcohol Macro: >3mm, HBV, HCV, AIH
120
Wat zijn de oorzaken van levercirrose?
* Viraal: Hepatitis B, C, D,E * Toxisch: alcohol, medicatie * Metabool: steatohepatitis hemochromatose, Wilson, A1-AT deficientie * Autoimmuun: AIH, PBC, PSC
121
Wat zijn de gevolgen van levercirrose?
Uiterlijke veranderingen Functieverlies Portale hypertensie Maligniteit
122
Wat kun je voor uiterlijke veranderingen zijn bij levercirrose?
Icterus, erythema palmare, gynaecomastie, testis atrofie, caput medusa, spider naevi
123
Waarover zegt de MELD score iets?
Kans op overlijden binnen 3 maanden
124
Wat is de kans op overlijden bij de volgende meld-scores? * 40 or more — * 30–39 — * 20–29 — * 10–19 — * <9 —
* 40 or more — 71.3% mortality * 30–39 — 52.6% mortality * 20–29 — 19.6% mortality * 10–19 — 6.0% mortality * <9 — 1.9% mortality
125
Wat zijn pre-hepatische oorzaken van portale hypertensie?
VP trombose, obstructie VP door maligniteit
126
Wat zijn intra-hepatische oorzaken van portale hypertensie?
cong. leverfibrose, NRH, cirrose, trombose levervenen, levermetastasen
127
Wat zijn post-hepatische oorzaken van hypertensie?
web of trombose VCI, pericarditis constrictiva, dec cordis (rechts)
128
Bij welk drukverschil kun je varices ontwikkelen?
Drukverschil Vena Portae - Vena Hepatica > 12 mmHg
129
Wat voor behandeling bij varix bloeding?
* Octreotide iv, antibiotica iv, PPI iv, zn transfusie * Scopie met 1e keus Bandligatie * Evt histoacryl * Oesofagusstent * (Lintontube) * Zn TIPS * Antibiotica iv
130
Wat voor behandeling bij ascites?
Zoutbeperking Diuretica Paracentese Evt vochtbeperking
131
Waar moet je goed op letten bij ascites?
Spontane Bacteriele Peritonitis: bacteriele translokatie bij alle patienten met ascites => uitsluiten SBP Mortaliteit hoog
132
Wat is encephalopathie?
Reversibel neuropsychiatrisch syndroom met veranderingen in: – Bewustzijn (verstoring dag-nachtritme, verminderd reactievermogen, schemertoestand, coma) – Persoonlijkheid (abnormaal sociaal gedrag, extroversie, depressie, paranoidie – Intellectuele functies (geheugen, orientatie) – Motoriek (langzame spraak, apraxie, asterixis, hyperreflexie, rigiditeit)
133
Wat voor behandeling bij hepatische encephalopathie?
Behandelen onderliggende oorzaak Lactulose Rifaximin
134
Wat zijn prognostische kenmerken van een hepatocellulair carcinoom?
grootte multifocaliteit differentiatiegraad vasculaire invasie
135
Wat voor surveillance doe je bij een HCC?
Surveillance: halfjaarlijks echo abdomen tumormarker:alfa foetoproteine Diagnose beeldvorming (MRI) non-invasieve criteria: arteriele hypervascularisatie met wash out Biopsie: vaak niet nodig
136
Wat zie je op een MRI bij cirrose?
* volume decreases * nodular changes, undulating surface * relatively atrophic segment 4 * hypertrophic caudate lobe * signs of portal hypertension
137
Wat zijn behandelmogelijkheden bij HCC?
Mirowave ablatie Trans arteriële chemoembolisatie
138
Welke scan kan tegenwoordig worden gebruikt om levercirrose te diagnostiseren?
Fibroscan
139
Aan welke kant zit een hepatohydrothorax altijd en wat is de behandeling?
Rechts Diuretica
140
Hoe gebruik je albumine om de oorzaak van ascites te bepalen?
Als albumine in ascites vocht lager is dan in bloedplasma --> portale hypertensie Als albumine in ascites vocht hoger is --> geen portale hypertensie
141
Wat is een contra-indicatie voor TIPS?
Bestaande encephalopathie. Kan namelijk ontstaan door gifstoffen in bloedbaan.
142
Wat kan worden gebruikt bij meerder laesies van een HCC?
Tace en daarna resectie of ablatie
143
Wat is FAP?
Familiaire Adenomateuze Polyposis
144
Wat is een primaire, secundaire en teriaire appendicitis?
Primair: bacteriele ontsteking Secundair: * Perforatie intraabdominaal orgaan; chemisch * infectie intraabd orgaan ; infectieus Tertiair: persisterende inflammatie van de buikholte die is gerelateerd aan multi-orgaanfalen en immuundepressie
144
Wat is de definitie van een acute buik?
Ziektebeeld dat <6 uur acuut ingrijpen vereist
144
Wat is de top 4 diagnoses van een acute buik?
1. Appendicitis acuta 2. Obstructie ileus 3. Adnexitis 4. Cholecystitis
145
Wat zijn symptomen bij een ileus?
Uitblijven ontlasting en braken
146
Wat kun je in het lab zien bij GI bloedverlies?
Ferriprieve anemie
147
Wat voor aanvullend onderzoek bij GI bloedverlies?
LO Lab Gastroduodenoscopie Colonscopie