Streptococcus pneumoniae Flashcards
(10 cards)
1
Q
groep
A
grampostief
2
Q
vorm
A
(diplo)kokken
3
Q
epidemiologie
A
- Behoort tot de comensale flora van de nasofarynx, dragerschap is wel frequenter bij kinderen
- vnl. infecties in wintermaanden
4
Q
wanneer een verhoogde vatbaarheid?
A
- <5 jaar, >65 jaar
- immuungecompromitteerden
- afwezigheid milt
- alcoholisme, diabetes
- voorgaande respiratoire infectie
5
Q
transmissie
A
speekseldruppeltjes en aerosolen
6
Q
pathogenese
A
- polysacharide kapsel
- pneumolysine: bindt cholesterol in eukaryote celmembraan => gaatjes => lysis trilhaarcellen en fagocyten
- sterke inflammatoire reactie door pneumolysine en celwand componenten zoals (lipo-)teichoïnezuur
7
Q
ziektebeelden
A
- Bovenste luchtweginfecties: otitis media, sinusitis
- lage luchtweginfecties: acute exacerbatie COPD, pneumonie
=> ongeveer 20% met bacteriëmie, verdere verspreiding mogelijk naar CZS, gewrichten, hartkleppen - hoge mortaliteit en neurologische sequellen igv meningitis
8
Q
diagnose
A
- cultuur van sputum en bloed
- urine antigentest
- meningitis: meningo-encefalitis PCR panel of cultuur op CSV
9
Q
behandeling
A
eng-spectrum antibiotica: penicilline, amoxicilline
10
Q
preventie
A
vaccinatie
- kinderen
- alle 65+
- risicogroepen
- type vaccin in functie van leeftijd en indicatie