Studietaak 5: Warmte Flashcards

1
Q

Hoe definieren we de temperatuur?

A

Maat voor hoe koud of warm iets is, specifieker de gemiddelde chaotische bewegingsenergie van moleculen en atomen in een bepaalde afgebakende systeem.

Hoofdeenheid: kelvin [K]
eenheden in dagelijks leven:
graden Celsius [°C] of Fahrenheit [°F]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe groot is het absolute nulpunt en wat houdt dit in?

A

De laagst mogelijke temperatuur: 0 Kelvin (= -273,15 °C).
Bij deze temperatuur zijn alle atomen en moleculen vrijwel bewegingsloos.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe rekenen we van Celcius naar Kelvin?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is warmte?

A

(Thermische energie) de macroscopische uiting van het microscopische bewegen van moleculen of atomen ofwel de som van de kinetische energie van alle moleculen of atomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de soortelijke warmte formule?

A

Wanneer er warmte aan een object wordt toegevoegd hangt de temperatuurstijging af van de hoeveelheid warmte, de massa van het object en de aard van het materiaal.

Q: warmte [J]
m: massa [kg]
c: soortelijke warmte [J kg⁻¹ K⁻¹]
∆T: temperatuurverschil [K]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat wordt uitgedrukt met de soortelijke warmte? (c)

A

De warmte die nodig is om de temperatuur van een massa-eenheid van een bepaalde stof een temperatuureenheid te verhogen, uitgedrukt in [J kg⁻¹ K⁻¹]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Formule voor benodigde warmte voor het smelten/verdampen van een stof.

A

Q: warmte [J]
m: massa [kg]
L: smelt- of verdampingswarmte [J kg⁻¹]

Situatie waarbij er warmte wordt toegevoegd maar de temperatuur gelijk blijft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Als twee objecten met een verschillende temperatuur met elkaar in thermisch contact gebracht worden, krijgen ze na verloop van tijd dezelfde temperatuur. Ze zijn dan in _________.

A

thermisch evenwicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Op welke drie manieren kan warmte transport plaats vinden?

A
  1. Conductie (geleiding)
  2. Radiatie (straling)
  3. Convectie (stroming)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is (warmte) geleiding?

A

Warmteoverdracht door een temperatuurverschil in een object of warmteoverdracht tussen twee (meestal vaste) media. Het is te beschouwen als een moleculaire overdracht van energie. Stroomt van warm naar koud.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kan geleiding plaats vinden zonder contact tussen de objecten?

A

Nee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar hangt de warmtestroom tussen een wand en de buitenlucht?

A

Het materiaal van de wand, de dikte, de grootte van de wand en het temperatuurverschil tussen binnen en buiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe werkt een convectiestroming?

A

Warme (kleinere dichtheid, lichtere) gas/vloeistof stijgt op, en daalt weer wanneer het koud wordt (grotere dichtheid, zwaarder).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Materialen waardoor geleiding zeer langzaam plaats vindt noemen we…Als de geleiding snel plaatsvindt, noemen we het materiaal een….

A

Materialen waardoor geleiding zeer langzaam plaats vindt noemen we (warmte) isolatoren. Als de geleiding snel plaatsvindt, noemen we het materiaal een warmtegeleider.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is warmtestraling?

A

Het transport van energie door lucht en andere gassen in de vorm van elektromagnetische trillingen. Koudere voorwerpen stralen minder uit dan warmere.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de Brownian motion?

A

De beweging van deeltjes ter grootte van enkele mp in een vloeistof die in rust is. Gevolg van onregelmatigheid van botsingen van omringende moleculen. empirisch bewijs voor het bestaan van atomen.

17
Q

Hoe luidt de wet van behoud van energie? (1ste hoofdwet van de thermodynamica)

A

Energie kan niet worden gemaakt of vernietigd, maar alleen worden omgezet in een andere vorm van energie.

18
Q

Wat is een perpetuum mobile?

A

Een denkbeeldig apparaat dat eenmaal in beweging uit zichzelf blijft bewegen en eventueel in staat geacht wordt energie op te wekken uit niets. De eerste wet van thermodynamica stelt dat (van de eerste soort, dat toe laat arbeid te onttrekken uit een eeuwigdurende beweging) niet kan bestaan.

19
Q

Wat is de U waarde van een materiaal?

A

Drukt de hoeveelheid warmte uit die in de tijd per m² en per graad temperatuurverschil tussen de ene en de andere zijde van een wand doorgelaten wordt.

20
Q

Wat is de R-waarde van een matieraal?

A

Thermische weerstand, gedefinieerd als reciproque (omgekeerde) waarde van de U-waarde.

R: thermische weerstand in [m² K W⁻¹]
U: U-waarde in [W m⁻² K⁻¹]

21
Q

Als de U-waarde hoger wordt, is de isolatie dan beter? En bij de R-waarde?

A

Als de U-waarde hoger wordt wil dit zeggen dat er per Kelvin temperatuursverschil er meer energie ontsnapt, dus een slechtere isolatie. Hoe hoger de R-waarde hoe beter de isolatie.

22
Q

Vaak zijn wanden opgebouwd uit meer dan een materiaal, wat kunnen we zeggen over de warmtestroom in deze materialen?

A

Dat deze in evenwichtssituatie even groot moet zijn tussen de materialen.