taalredactie Deel 3: academische taal Flashcards
(13 cards)
er heerst een verz… hitte
verzengende(extreem)
hij sprong voor mij in de b…
bres(opkomen)
hij gedraagt zich als een o… beer
onbehouwen(lomp)
hij is een opvliegend, h…tgeb…d mannetje
heetgebakend(snel geirriteerd)
hij is de b… duivel in persoon
baarlijke(extreem slecht)
alles gebeurde ters.. (in het geheim)
tersluiks
ze moest sch..(=aarzelnd) bekennen dat het waar was
schoonwoetend
hij is een uitgekookte, geslpen, gew … kerel
gewiekste(sluw, slim)
hij is niet zuiver op de g… SPREEKWOORD
graat; niet betrouwbaar/eerlijk
hij is in zijn w… geschoten SPREEKWOORD
wiek; boos beledigd
van twee w.. eten SPREEKWOORD
walletjes; profiteren van 2 kanten
gestolen goed, g … niet SPREEKWOORD
gedijt; gestolen brengt geen geluk
iemand naar de k.. steken SPREEKWOORD
keel; veraden/kwaad doen