Brainscape's Knowledge GenomeTM

Browse over 1 million classes created by top students, professors, publishers, and experts.


See full index

Tentamens > Tentamens 2B3 > Flashcards

Tentamens 2B3 Flashcards

1
Q

Huidafwijking op de hand bij endocarditis

A

Vasculitis in capillair vaatbed als gevolg van immuuncomplexen → Ossler knobbeltjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Risicofactoren voor ontwikkelen van lymfoom bij Syndroom van Sjögren

A
  • Laag complement
  • Hoog IgG
  • Cryoglobulinen
  • Cutane vasculitis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welk van ondergenoemde micro-organismen is bij patiënten met een endocarditis bij een tevoren bekend cor vitium het meest frequent de boosdoener?

A

Vergroenende streptococcus (viridans)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Met welke aandoening is een reuscelarteritis geassocieerd?

A

Polymyalgia rheumatica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De (koe)pokkenvaccinatie geldt als één van de eerste en grootste successen in de
medische geschiedenis.
Welke van onderstaande uitspraken hierover is juist?

A

De invoering en toepassing van het vaccin was grotendeels afhankelijk van de politieke wil en legitimiteit, alsook de logistieke en financiële middelen van de staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welk celtype is het meest kenmerkend voor een granuloom?

A

Histiocyten (macrofagen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is geen complicatie van antifosfolipiden syndroom?

A

Trombose
Wel: miskramen, trombocytopenie en urticaria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welk microbiologisch onderzoek is beschikbaar om een pneumonie veroorzaakt door Mycoplasma pneumoniae aan te tonen?

A

PCR op keelspoelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welk enzym wordt geremd door oseltamivir?

A

Neuraminidase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar zitten Langerhans cellen?

A

Epidermis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de pathofysiologisch meest belangrijke cellen bij de ziekte van Behçet?

A

Granulocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welk orgaansysteem is naast de huid, bij systemische sclerose het meest frequent aangedaan?

A

Slokdarm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welk micro-organisme is de oorzaak van een potentieel levensbedreigende huidinfectie bij constitutioneel eczeem?

A

Herpese simplex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke klachten zijn het meest passend kort na een Ascaris (spoelworm) infectie?

A

Koorts en hoesten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Twee beweringen zijn:
1 Coeliakie is sterk geassocieerd met HLA-DQ8.
2 Borstvoeding vermindert het risico op coeliakie.

A

Allebei juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar vind je gebruikelijk de eieren van de parasiet bij een infectie met Schistosoma mansoni?

A

Ontlasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke beweringen zijn waar:
1. Allergie is de aanwezigheid van specifieke antistoffen tegen één of meerdere
allergenen
2. Atopisch syndroom is de aanleg om specifiek IgE te ontwikkelen tegen inhalatieen voedselallergenen.
3. Allergie is een verkeerd gerichte reactie van het afweersysteem op allergenen,
leidend tot (allergische) symptomen na blootstelling.

A

2 en 3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welk van onderstaande afwijkende immunologische parameters zijn het meest
passend bij invasieve worminfecties?

A

Eosinofilie en verhoogd IgE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke vorm van allergie wordt door middel van serologisch onderzoek aangetoond?

A

Type II

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is geen preventieve maatregel tegen de verspreiding van MRSA in het ziekenhuis?

A

Isoleren van dragers in een kamer met overdruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wanneer is een bacterie isolaat gevoelig voor een antibioticum?

A

Wanneer de MIC geassocieerd is met hoge kans op therapeutisch succes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de rol van de ‘T-regulatory cell’ bij tolerantie inductie door immunotherapie?

A
  1. Productie IL-10 en TNF-bèta
  2. Remmen Th1, Th2 en Th17
  3. Afname IgE synthese door B-cellen
  4. Remmend effect op neutrofielen, basofielen, eosinofielen, mestcellen, DC’s
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Geef aan bij welke bevolkingsgroep de ziekte van Behçet het meest prevalent is en of dit ook voor Nederland geldt.

A

Meest prevalent in Turkije. In Nederland zijn Turkse mensen even vaak  aangedaan, hetgeen pleit voor een genetische (nature) achtergrond ipv een omgevingsfactor (nurture).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Is Behcet een vasculitis of anti inflammatoire ziekte?

A

Beide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Noem drie systeemziekten waarbij artritis kan voorkomen

A
  • Reumatoïde artritis
  • SLE, Sjögren
  • MCTD
  • Systemische sclerose
  • Poly-/dermatomyositis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Welke combinatie van immunologische observaties wordt het meeste gezien bij pulmonale sarcoïdose?

A

CD4 penie in perifeer bloed en verhoogd CD4 in BAL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Waardoor kan een Mantoux test bij patiënten met sarcoïdose negatief worden?

A

Vertraagde hypersensitiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Welke autoantistof is vooral geassocieerd met de diffuse variant van systemische sclerose?

A

Anti-Scl-70

Gegelimiteerd: anti-centromeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Welke vezels mediëren de jeuk die in de huid wordt gevoeld naar het ruggenmerg?

A

Ongemyeliniseerde C-vezels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Als complicatie van een middenoor-ontsteking kunnen, ten gevolge van lokale uitbreiding, intracerebrale abcessen ontstaan. Welke verwekker verwacht je te kweken uit de pus van een dergelijk abces?

A

Vergroenende streptokokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Geef vier verschillende bevindingen uit lichamelijk of aanvullend onderzoek die bij het onderzoek van kinderen doorgaans
aanwezig zijn in geval van pneumonie.

A

1.Tachypnoe, dyspnoe
2. Koorts
3. Afwijkende longauscultatie (bijgeluiden, bronchiaal ademen, verminderd ademgeruis)
4. Hoesten
5. Infiltraat op de thoraxfoto
6. Laboratoriumafwijkingen passend bij infectie (verhoogd CRP, BSE, leukocyten, linksverschuiving in differentiatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Welke van onderstaande bacteriën is een veelvoorkomende verwekker van een acute faryngotonsillitis bij kinderen?

A

Bèta-hemolytische streptokokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Welk aanvullend onderzoek is geïndiceerd bij een patiënt met een endocarditis veroorzaakt door een Streptococcus
gallolyticus (S. bovis)?

A

Colonoscopie in verband met het risico op een coloncarcinoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q
  • Waar wordt de mucuslaag van de traan geproduceerd?
  • Wat is de functie van de mucuslaag?
  • Met welke test is het functioneren van de mucuslaag te testen?
A
  • Door de bekercellen in de cornea en de conjunctiva
  • Hechting van de traanfilm aan de cornea
  • Bengaals rood of lissamine groen kleuring
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Wat is van verwekkers van endocarditis aan natieve klep de juiste volgorde van de verwekkers, van vaak naar minder vaak voorkomend?

A
  • S. Oralis
  • E. faecalis
  • S. Aureus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Welk afweersysteem wordt het meeste geassocieerd met de immunopathologie van de ziekte van Behçet?

A

Innate immunity

37
Q

Welke van de onderstaande medicamenteuze behandelingen is het meest gangbaar voor een patiënt met SLE?

A

Anti-BLyS (belimumab)

38
Q

Welke immunologische marker kan worden gebruikt voor de diagnose en monitoring van sarcoïdose?

A

Serum oplosbaar IL-2R

39
Q

Welk type allergie kan met behulp van de skin prick test worden gediagnosticeerd, en na hoeveel tijd moet de test worden afgelezen?

A

Type 1: na 20 minuten aflezen

40
Q

Noem vier symptomen en/of gegevens die aanleiding kunnen zijn een ontlastings-monster te onderzoeken op parasieten.

A
  1. (chronische) diarree
  2. Opgeblazen gevoel
  3. Gewichtsverlies
  4. Eosinofilie
  5. Gastro-intestinale klachten (buikpijn)
  6. Worm/proglottide in ontlasting gevonden
41
Q

Noem drie typische kenmerken van het exantheem dat je bij roodvonk ziet.

A

Aanvoelend als schuurpapier, narcosekapje vrij of periorale bleekheid, beginnend in huidplooien zoals liezen/oksels, uitbreiding naar gehele lichaam fijnvlekkig/lichtverheven of maculopapuleus, aardbeientong, vervellingen van handen en voeten

42
Q

Secundair aan een keelontsteking met streptokokken kan een vasculitis ontstaan.
Wat voor vasculitis zal dit het meest waarschijnlijk zijn?

A

Immuuncomplex vasculitis

43
Q

Waarom is remming van C5a zinvol bij de inductie behandeling van ANCA geassocieerde vasculitis?

A

C5a stimuleert neutrofiele granulocyten

44
Q

Op welk enzym van influenzavirus grijpt oseltamivir aan?

A

Neuraminidase

45
Q

Welke biological wordt het meeste gebruikt bij de ziekte van Behcet?

A

Adalimumab

46
Q
  1. Welke huidinfectie kan bij patiënt met constitutioneel eczeem levensbedreigend beloop hebben?
  2. Hoe heet dit ziektebeeld?
  3. Welke diagnostiek zet je in?
  4. Wacht je de uitslag van de ingezette diagnostiek af of begin je meteen met de behandeling?
A
  1. Herpes simplex
  2. Eczema herpeticum
  3. Directe diagnostiek (Tzanck) en/of PCR
  4. je start meteen met antivirale therapie
47
Q

Waaruit bestaat de algemene definitie van een BRMO ten aanzien van de resistentie?

A

Resistentie voor veel en/of belangrijke antibiotica

48
Q

Waarom ontwikkelen patiënten met pernieuze anaemie die anaemie?

A
  • Antistoffen
  • Vitamine B12
  • Intrinsic factor
  • Pariëtale cellen
49
Q

Wat voor vasculitis is waarschijnlijk bij verlaagd C3 en C4?

A

Immuuncomplex vasculitis

50
Q

Welke bacterie is de meest voorkomende verwekker van een catheter-gerelateerde bloedbaaninfectie?

A

Staphylococcus epidermis

51
Q

Welk van de onderstaande antibiotische middelen dekt geen ‘atypische’ verwekkers?

A

Augmentin

52
Q

Door welk celsoort wordt deze biogene amine (systemisch antihestaminicum) voornamelijk geproduceerd en waar in de huid?

A

Door de mestcel in de dermis

53
Q

Waar is de pathergietest, die gebruikt wordt om de ziekte van Behcet te diagnostiseren, een duidelijk voorbeeld van?

A

Overactieve innate immuunrespons

54
Q

Wat is de eerste behandeling die je voorstelt bij deze patiënte met eerste digitale ulcus in kader van systemische sclerose?

A

Prostacycline analoog

55
Q
  1. Welke bacterie kan een levensbedreigende huidinfectie met blaarvorming veroorzaken die vooral bij neonaten en kinderen onder de 5 jaar voorkomt? (1p)
  2. Ter hoogte van welke laag van de epidermis ontstaat de blaarvorming? (1p)
  3. Wat veroorzaakt de blaarvorming? (1p)
  4. Kan de bacterie worden gekweekt uit de blaren? (1p)
A
  1. S. Aureus
  2. Stratum granulosum
  3. (Exfoliatieve) toxinen geproduceerd door de bacterie
  4. Nee
56
Q

Welke laboratorium diagnostische test is de test van eerste keuze voor het bepalen van de ziekte van Lyme?

A

Serologisch onderzoek van het bloed

57
Q

Wat is grensvlakdermatitis?

A

De aanwezigheid van inflammatie rond het “grensvlak”: de overgang tussen epidermis en dermis

58
Q

In welk stadium van een Schistosoma infectie zal het aantal eosinofiele granulocyten het hoogste zijn?

A

Acute fase (Katamaya syndroom)

59
Q

Welke onderzoeken worden gedaan om te kijken of het fenomeen van Reynaud secundair is?

A
  1. ANA test
  2. Nagelriemmicroscopie
60
Q

Hoe ontwikkelen patiënten met de ziekte van Graves een hyperthyreoïdie en hoe patiënten met Hashimotor een hypothyreoïdie?

A
  1. Graves: antistoffen tegen TSH receptor 1p, stimulerend
  2. Hashimoto: destructie van schildkliercellen.
61
Q

Bij welk antibioticum is nefrotoxiciteit de belangrijkste bijwerking?

A

Gentamicine

62
Q

Welke cellen zijn in de maag verantwoordelijk voor het produceren van intrinsic factor en welk ziektebeeld ontstaat als deze cellen gedestrueerd worden en intrinsic factor niet meer wordt geproduceerd?

A
  • Pariëtale cellen
  • Pernicieuze anemie
63
Q

Wat zijn de meest voorkomende verwekkers van een natieve klep subacute endocarditis?

A
  • Vergroenende streptokokken
  • Enterococcus faecalis
64
Q

Welke laboratoriumtest is het meest gevoelig voor het stellen van de diagnose GPA?

A

PR3

65
Q

Wat is het meest voorkomende voorbeeld van een nosocomiale infectie?

A

Cystitis

66
Q

Beschrijf welke twee factoren ertoe leiden dat een patiënt met diabetes mellitus een ulcus op de voet kan ontwikkelen?

A
  • Door neuropathie wordt de druk van bv een schoen niet gevoeld en ontstaat een ulcus
  • Door verstoring van de microcirculatie kan een ischemisch ulcus ontstaan
67
Q

Welke stappen horen er bij flebitis?

A
  • Afname bloedkweek
  • Starten van flucloxacilline
  • Auscultatie van het hart
68
Q

Welke van de onderstaande verwekkers veroorzaakt een atypische pneumonie?

A

Mycoplasma pneumoniae

69
Q

Wat is de natuurlijke gastheer van Bordetella pertussis?

A

Mens

70
Q

Welk antimicrobieel middel is geregistreerd voor behandeling van Influenza A virus?

A

Oseltamivir

71
Q

Tot welk deel van het immuunsysteem wordt de huid gerekend?

A

Tot het niet-specifieke innate immuunsysteem

72
Q

Drie beweringen over ziekte van Behçet zijn:
1. De ziekte van Behçet komt vaker bij Iraniërs voor dan bij Japanners
2. Meest voorkomende genetische associatie met de ziekte van Behçet is HLA-B27
3. Uveitis is een van de classificatie criteria voor de ziekte van Behçet
Welke van bovenstaande bewering is of welke zijn juist?

A

1 en 3

73
Q

Voorbeeld PROVOKE

A

P Gelaat en hals/nek regio
R Diffuus, deels confluerend, met opvallende vrijlating van zon beschermde huidgebieden (Onder de neus en bij de ogen)
O Omvang meer 30% van hoofd/hals gebied aangedaan
V Vorm vlekkerig, diffuus
O Omtrek onscherp begrensd
K Kleur erythemateus, wegdrukbaar
E Efflorescentie macula

74
Q

Hoe heet de 5e ziekte bij de exanthemen en waardoor wordt het veroorzaakt?

A

Erythema infectiosum -> door parvovirus B19

75
Q

Noem drie virussen die huiduitslag kunnen geven en die tijdens de zwangerschap een risico kunnen vormen voor de
ongeboren vrucht.

A
  • Rubella virus
  • Parvovirus B19
  • Enteroviruses (coxackie virus)
  • Varicella zoster
76
Q

Wat zijn de meest voorkomende klachten die bij alle ARBO virusinfecties voorkomen, zoals Dengue, Chikungunya en Zika?

A

Rash en gewrichtsklachten

77
Q

Welke van de onderstaande symptomen van de huid kunnen binnen 2 uur worden uitgelokt door voedselallergie?

A
  • Jeuk
  • Angio oedeem
  • Urticaria
  • Erytheem
  • Exantheem
78
Q

Welk van de volgende vier genoemde plant-gerelateerde eiwitten veroorzaakt/
veroorzaken meestal milde allergische
klachten zoals jeuk in de mond en keel?

A

Profiline en PR-10 eiwitten

79
Q

Wat kan de reden zijn van deze negatieve huidtest?

A
  • Ze is gestoken door een bij
  • De test wordt te vroeg gedaan: sprake van refractaire periode
  • Ze slikt antihistaminica
80
Q

Na een endocarditis kan zich een vasculitis ontwikkelen van o.a. de huid en de nieren.
Om wat voor soort vasculitis gaat het dan?

A

Immuuncomplex vasculitis

81
Q

Beredeneer waarom de empirische therapie voor kunstklep endocarditis bestaat uit flucloxacilline en vancomycine.

A
  • S. Aureus
  • Coagulase negatieve staphylococcen
82
Q

Van welke spiergroepen heeft een patiënt met een polymyalgia reumatica vooral last?

A

Schouder- en bekkengordelspieren

83
Q

Beschrijf op welke twee verschillende manieren je bij een patiënt met diabetes mellitus en een ulcus op de plantaire zijde
van de voet kunt vaststellen dat er osteomyelitis is?

A
  • Probe to bone test
  • MRI/X van voet
84
Q

Welke immuuncellen zijn in een rustige gezonde epidermis (= opperhuid) aanwezig?

A

Alleen Langerhanscellen

85
Q

Welke cytokines spelen een belangrijke rol in de pathogenese van psoriasis vulgaris?

A
  • TNF-alfa
  • IL-17
  • IL-23
86
Q

Welke afwijkende parameter in het bloedbeeld verwacht u zowel bij dengue als bij malaria?

A

Trombopenie

87
Q

Welk van onderstaande antwoorden is juist ten aanzien van de gemiddelde infectieduur (dit is hoelang de parasiet in het
lichaam aanwezig is) van parasitaire gastrointestinale worminfecties ten opzichte van gastrointestinale infecties veroorzaakt
door virale en bacteriële verwekkers?

A

Gastrointestinale worminfecties resulteren vaker in langer durende infecties

88
Q
  1. Noem het cytokine dat de aanmaak van eosinofielen stimuleert.
  2. Welke micro-organismen worden door eosinofielen bestreden?
A
  1. IL-5
  2. Wormen/parasieten
89
Q

Welk of welke van de onderstaande opties behoort tot de behandelmogelijkheden van eczeem?
A corticosteroiden
B emolliens
C teer
D wetwrap

A

Allemaal

Tentamens (6 decks)

Brainscape helps you reach your goals faster, through stronger study habits.
© 2024 Bold Learning Solutions. Terms and Conditions