Termen 26.09 Flashcards

(16 cards)

1
Q

Overerfbaar kenmerk dat in populatie wordt verspreid door natuurlijke selectie omdat het fitness verhoogd

vb. verliezen van poten door voorouders walvissen om aan te passen aan leven in zee

A

Adaptatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Genetische bepaalde strategie waarbij gemiddelde fitness-winst van elke strategie ongeveer gelijk is

A

Niet-conditionele strategie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Strategie waarbij er bepaalde flexibliteit is bij keuze strategie door vb. sociale status, leeftijd, …
=> gemiddelde fitness-winst van elke techniek niet altijd gelijk

A

Conditionele strategie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

jaarlijks wegtrekken en terugkeren naar een bepaalde plaats (land, gebied, …)

A

Migratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

migreren afhankelijk van sociale status en toestand dat jaar vb. bij merels

dominant = niet migreren, n-dominant = migreren

A

Migratie als conditionele strategie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Sociaal patroon waarin beide geslachten slechts 1 partner hebben, noemen we …?

A

Monogamie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer mannetje verschillende vrouwtjes heeft en vrouwtjes 1 partner hebben, noemen we …?

A

Polygynie

gy = guy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer vrouwtje verschillende mannetjes heeft en mannetjes 1 partner hebben, noemen we …?

A

Polyandrie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer beide geslachten meerdere partners hebben, noemen we …?

A

Polygynandrie

(combi van ‘gyn’ uit mannetje en ‘ andr’ uit vrouwtje)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Synoniem Polygynandrie?

A

Promiscuïteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Het …, bijvoorbeeld monogamie, verwijst naar het meest voorkomende patroon dat bij een soort voorkomt.

A

systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Het gedrag, bijvoorbeeld monogaam zijn, verwijst naar de …… die het individu gebruikt.

A

reproductieve strategie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Soms kiezen mannetjes ervoor om het vrouwtje te beschermen en geen andere mannetjes toe te staan. Dit noemen we…?

A

Mate guarding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer een vrouwtje hun mannelijke partner bewaken door ze te bedwingen of andere vrouwtjes tegen te houden, spreken we van…?

A

Female enforced monogamy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer mannetjes er voor kiezen om te helpen bij het grootbrengen van en/of beschermen van de jongen, noemen we dit…? Voorbeeld van dier?

A

Mate assistance
vb. zeepaardmannetjes, albatross

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

fitness-voordeel voor ontvanger EN zender

A

Adaptief communicatiesysteem