Termen Hoofdstuk 6 Flashcards
(28 cards)
Absolute drempel
absolute threshold
In de psychofysica, de zwakste (laagste intensiteit) stimulus van een bepaalde sensatie (zoals geluid of licht) die een individu kan detecteren.
Amplitude
De hoeveelheid fysieke energie of kracht die op een bepaald moment door een fysieke stimulus wordt uitgeoefend. Voor geluid houdt deze fysieke maat verband met de psychologische ervaring van luidheid.
Basilair membraan
Een flexibel membraan in het slakkenhuis van het binnenoor; de golfachtige beweging van deze structuur als reactie op geluid stimuleert de receptorcellen om te horen.
Slakkenhuis
cochlea
A coiled structure in the inner ear in which the receptor cells for hearing are located.
Verschildrempel
In de psychofysica, het minimale verschil dat moet bestaan tussen twee overigens gelijkaardige stimuli opdat een individu ze als verschillend kan detecteren; ook wel het net merkbare verschil genoemd.
Frequentie
Voor elke vorm van energie die cyclisch of golfachtig verandert, het aantal cycli of golven dat optreedt tijdens een standaard tijdseenheid. Voor geluid is deze fysieke maat gerelateerd aan de psychologische ervaring van toonhoogte.
Gate-control theorie
De theorie van Melzack en Wall stelt voor dat pijn alleen zal worden ervaren als de input van perifere pijnneuronen door een ‘poort’ gaat op het punt waar de pijndragende neuronen het ruggenmerg of de lagere hersenstam binnengaan.
Haarcellen
De receptorcellen voor het gehoor, die in rijen langs het basilaire membraan van het slakkenhuis in het binnenoor zijn gerangschikt.
Binnenoor
Het gedeelte van het oor dat in het hoofd het verst naar binnen ligt; het bevat het slakkenhuis (voor het gehoor) en het vestibulaire apparaat (voor het evenwichtsgevoel).
Gewoon merkbaar verschil (just-noticeable difference - jnd)
Zie verschildrempel.
Middenoor
De met lucht gevulde holte gescheiden van het buitenoor door het trommelvlies; de belangrijkste structuren zijn drie gehoorbeentjes (kleine botten) die trillen als reactie op geluidsgolven en het binnenoor stimuleren.
Olfaction
Reukzin.
Buitenoor
De oorschelp (het zichtbare, uitwendige deel van het oor) en de gehoorgang (de met lucht gevulde opening die zich naar binnen uitstrekt van de oorschelp (pinna) naar het middenoor).
Perceptie
De herkenning, organisatie en zinvolle interpretatie van sensorische stimuli.
Feromoon
Een chemische stof die wordt vrijgegeven door een dier en die inwerkt op andere leden van de soort om een specifieke gedrags- of fysiologische reactie te bevorderen.
Fonemen
De verschillende klinkers en medeklinkers die de basis vormen voor een gesproken taal.
Toonhoogte
pitch
De kwaliteit van de psychologische ervaring (sensatie) van een geluid dat het meest gerelateerd is aan de frequentie van de fysieke geluidsstimulus.
Psychofysica
De wetenschappelijke studie van de relatie tussen fysieke kenmerken van stimuli en de psychologische (sensorische) ervaringen die de stimuli produceren
Receptorpotentialen
Elektrische veranderingen in neuronen die actiepotentialen in sensorische neuronen kunnen activeren.
Sensatie
De psychologische ervaring die verband houdt met geluid, licht of andere eenvoudige stimuli en de eerste informatieverwerkingsstappen waarmee zintuigen en zenuwbanen stimulusinformatie uit de omgeving opnemen.
Zintuiglijke aanpassing
De tijdelijke afname van de gevoeligheid voor sensorische stimulatie die optreedt wanneer een sensorisch systeem gedurende een bepaalde periode wordt gestimuleerd, en de tijdelijke toename van de gevoeligheid die optreedt wanneer een sensorisch systeem gedurende een bepaalde tijd niet wordt gestimuleerd.
Zintuiglijke gebieden
Gebieden van de hersenschors die input van de zintuigen van het lichaam ontvangen en analyseren. Er zijn aparte sensorische gebieden voor elk afzonderlijk zintuig.
Zintuiglijke codering
Het proces waarmee informatie over de kwaliteit en kwantiteit van een stimulus wordt bewaard in het patroon van actiepotentialen die door sensorische neuronen naar het centrale zenuwstelsel worden gestuurd.
Zintuiglijke receptoren
Gespecialiseerde biologische structuren - die in sommige gevallen afzonderlijke cellen zijn en in andere gevallen de gevoelige uiteinden van sensorische neuronen - die reageren op fysieke stimuli door elektrische veranderingen te produceren die neurale impulsen (actiepotentialen) in sensorische neuronen kunnen initiëren.