Terminologie uit Bijlage A Flashcards
(52 cards)
Anonimisatie
Anonimiseren betekent dat je de identificerende gegevens van iemand verwijdert, zodat de data niet meer aan die persoon gekoppeld kunnen worden.
Automatisch coderen
Wanneer de verschillende units in een corpus door de computer worden gecategoriseerd, zonder tussenkomst van menselijke codeurs, spreken we van automatisch coderen.
Beeldherkenning
Het automatisch herkennen van entiteiten en eigenschappen binnen een afbeelding wordt beeldherkenning genoemd.
Categorie
Iedere variabele die bestudeerd wordt in een inhoudsanalyse omvat twee of meer categorieën die toegekend moeten worden aan de verschillende units in het corpus.
Codeboek
Een handleiding voor codeurs met instructies die aangeven hoe zij te werk moeten gaan. Een codeboek bevat in ieder geval een overzicht van variabelen die gecodeerd moeten worden, definities en voorbeelden van die variabelen en de verschillende categorieën die ze omvatten, eventuele indicatoren die codeurs kunnen gebruiken om te beslissen hoe ze een bepaalde variabele moeten coderen, en een bronvermelding.
Codeerformulier
Het formulier (vaak een spreadsheet) waarin de codeurs de data coderen.
Codeur
Een codeur is iemand die voor alle variabelen in het codeboek kijkt welke categorie van toepassing is op de verschillende units in het corpus dat bestudeerd wordt.
Coderen
Het toekennen van categorieën aan de units in een corpus.
Cohen’s Kappa
Een statistiek die iets zegt over de overeenstemming tussen twee codeurs, waarbij gebruik gemaakt wordt van kanscorrectie. Cohen’s Kappa is alleen geschikt voor nominale data, die gecodeerd wordt door twee codeurs.
Corpus
Een corpus is een verzameling van teksten of andere boodschappen, die samengesteld is om een representatief beeld te geven van teksten of andere boodschappen in een bepaald domein.
Dagboekstudie
Een dagboekstudie is een studieopzet waarbij alle deelnemers een dagboek/logboek bijhouden met hun eigen observaties. Deze dagboeken vormen samen het corpus dat bestudeerd wordt.
Dual use
Wanneer onderzoeksresultaten voor andere (vaak negatieve) doeleinden gebruikt (kunnen) worden dan de oorspronkelijke onderzoeksdoeleinden, spreken we van dual use.
Dubbel coderen
Bij het uitvoeren van een inhoudsanalyse wordt het corpus vaak (deels) gecodeerd door meerdere codeurs, om zo te kunnen bekijken hoe betrouwbaar het codeerinstrument is.
Experiment
Een experiment is een studie waarbij participanten worden toegewezen verschillende experimentele condities, waarbij ze worden blootgesteld aan een bepaalde stimulus, en waarna vervolgens wordt gemeten of de condities verschillen teweeg hebben gebracht tussen de verschillende groepen participanten.
Ethische commissie
Een ethische commissie is een groep van mensen die wetenschappelijke voorstellen beoordelen, waarbij gekeken wordt of de voorstellen voldoen aan bestaande ethische richtlijnen.
Fonetiek
Vakgebied binnen de taalwetenschap dat zich richt op de perceptie en productie van spraakgeluiden.
Formule
Een functie in spreadsheetprogramma’s waarmee berekeningen kunnen worden uitgevoerd op basis van de inhoud van andere cellen in de spreadsheet.
Frequentietabel
Een frequentietabel geeft een overzicht van de aantallen waarin de verschillende categorieën in een inhoudsanalyse voorkomen binnen de verschillende groepen die je bestudeert.
IFID
Illocutionary Force Indicating Devices; (combinaties van) woorden die vaak samengaan met berichten van een bepaalde aard (bijvoorbeeld verontschuldigingen, doorverwijzingen, enzovoorts).
Inhoudsanalyse
Inhoudsanalyse is een onderzoeksmethode waarbij boodschappen systematisch gecodeerd worden om conclusies te kunnen trekken over thema’s of patronen in de data. Kwantitatieve inhoudsanalyse is vaak deductief: op basis van de literatuur wordt er een codeboek opgesteld, waarna codeurs de data categoriseren, en we conclusies trekken op basis van de frequenties van verschillende categorieën. Kwalitatieve inhoudsanalyse is een meer inductief proces, waarbij een codeerschema wordt ontwikkeld op basis van de data.
Intercodeursbetrouwbaarheid
De mate waarin verschillende codeurs de data op dezelfde manier coderen.
Intercodeursbetrouwbaarheidsscore
Een statistische score (zoals Krippendorff’s alpha of Cohen’s kappa) die aangeeft in hoeverre er overeenstemming is tussen twee of meer codeurs.
Hawthorne effect
De term Hawthorne effect verwijst naar het idee dat mensen zich anders gedragen wanneer ze geobserveerd worden.
Hoofdcodeerfase
De fase waarin het gehele corpus gecodeerd wordt aan de hand van het codeboek.