Test 18/3 Flashcards
1
Q
een pizzasnijder
A
a pizza cutter
2
Q
eerlijke handel
A
fair trade
3
Q
elektrische stroom
A
electrical current
4
Q
sjaal
A
shawl
5
Q
hoezen
A
slipcovers
6
Q
oogcontact houden
A
to maintain eye contact
7
Q
hurken
A
crouch
8
Q
eten
A
to eat
ate
eaten
9
Q
een fout opleveren
A
to falter
10
Q
sproet
A
freckle
11
Q
krokant
A
crispy
12
Q
liggen
A
to lie
lay
lain
13
Q
de arbeidersklasse
A
the working class
14
Q
verminderen, omkappen
A
to cut down
15
Q
verzaken, verlaten
A
to forsake
forsook
forsaken
16
Q
breken
A
to break
broke
broken
17
Q
overbakken, te gaar gekookt
A
overdone
18
Q
de hogere middenklasse
A
the upper middle class
19
Q
een gerecht
een schaal, schotel
A
a dish
20
Q
dichtheid
A
density
21
Q
schrijven
A
to write
wrote
written
22
Q
iets fraaier voorstellen
A
to embellish something
23
Q
kruk
A
crutch
24
Q
een emigrant, een uitwijkeling
A
an emigrant
25
knobbel, knop
knob
26
zoet
sweet
27
christelijk
Christian
28
een scheermes
a razor
29
recht, direct, eerlijk
straight
30
een mensenrechtenactivist
a human rights activist
31
goddelijk
divine
32
een miskraam
miscarriage
33
een pollepel
a ladle
34
dit is een recept voor vier personen
this recipe serves four
35
gooien
to fling
flung
flung
36
hartig
savoury
37
iets gemeenschappelijks, een punt van overeenkomst
a commonality
38
eigenaardig
peculiar
39
propaganda
propaganda
40
mand
basket
41
voorzichtig
cautious
42
sudderen
to simmer
43
biologisch
organic
44
korst
crust
45
niet op zijn/haar gemak, ondersteboven
unsettled
46
sluiten
to shut
shut
shut
47
ongewapend
unarmed
48
Chesterfield zetel
chesterfield
49
vallen
to fall
fell
fallen
50
een platte houten lepel
a slotted wooden spoon
51
uitgeven, doorbrengen
to spend
spent
spent
52
verwijzend naar vlees dat geslacht is volgens de islamitische eisen
halal
53
geven
to give
gave
given
54
spiritueel
spiritual
55
inspanning
endeavour
56
bitterheid, rancune
rancour
57
een stoornis
a (mental) disorder
58
onervaren
inexperienced
59
vriezen
to freeze
froze
frozen
60
lekker
yummy
61
deeg (ontelbaar)
gebak (taart - ontelbaar)
pastry
62
ontmoeten
to meet
met
met
63
monotoon
monotonous
64
kameraad, gelijke
fellow
65
fatsoenlijk
upright
66
verdacht
suspicious
67
het agnosticisme
agnosticism
68
hongersnood
famine
69
buitenlands
foreign
70
aartsengel
archangel
71
pracht
splendour
72
(be)rijden
to ride
rode
ridden
73
ronddwalen
to wander
74
een kruik
a jug
75
denken
to think
thought
thought
76
een journalist
a journalist
77
bloeden
to bleed
bled
bled
78
nevel
haze
79
bloedbad
carnage
80
genotzuchtig
decadent
81
horen
to hear
heard
heard
82
dunschiller
a peeler
83
gebaar / gebaren maken
gesture
84
(op)springen
to leap
leapt, leaped
leapt, leaped
85
een agnost
an agnostic
86
rennen
to run
ran
run
87
leunen
to lean
leant, leaned
leant, leaned
88
slingeren, gooien
to sling
slung
slung
89
rondtrekken
to move around
90
vervreemd
alienated
91
voorouders
ancestors
92
vrouwelijk (biologisch)
female
93
geletterd
literate
94
Bekijk p. 88-95.
95
wringen
to wring
wrung
wrung
96
heteroseksueel
heterosexual / straight
97
een verhalenverteller
a storyteller
98
een kussen
cushion / pillow
99
verkopen
to sell
sold
sold
100
nieuwsbulletin
a bulletin
101
een vluchtelingenkamp
a refugee camp
102
een overgebleven sandwich
a leftover sandwich
103
een mensensmokkelaar
a human trafficker
104
zout
salty
105
verrukkelijk
delightful
scrumptious
106
het jodendom
Judaism
107
weven
to weave
wove
woven
108
porselein
China
109
obees, zwaarlijvig
obese
110
opvullen
to stuff
111
vers
fresh
112
canvas
canvas
113
Lees Americanah
114
zwaaien, slingeren
to swing
swung
swung
115
onaangename (smaak)
disagreeable
116
intonatie
intonation
117
een verraad
a betrayal
118
frituren
to deep-fry
119
een snijplank
a cutting board / chopping board
120
herbruikbaar
reusable
121
een spatel
a spatula
122
een vlot
a raft
123
laten, verhuren
to let
let
let
124
met ondergewicht
underweight
125
informeel / nonchalant (relaxed and informal in style or matter)
casual
126
blozen
blush
127
(zich) verbergen
to hide
hid
hidden
128
de middenklasse
the middle class
129
kwetsbaar
vulnerable
130
koesteren, bevorderen
to foster
131
een flesopener
a bottle opener
132
schillen
to peel
133
verbijsterd / stomverbaasd
stunned
134
grillen
to grill
135
bouwen
to build
built
built
136
zingen
to sing
sang
sung
137
voorwendsel
pretense
138
moe, uitgeput, afgemat
weary
139
eenmalig te gebruiken
single use
140
houden
to hold
held
held
141
uitstellen, afzeggen
put off
142
een minderheid
a minority
143
katapulteren / snel vooruitgaan
catapult
144
haast maken, snel rijden
to speed
sped
sped
145
kiezen
to choose
chose
chosen
146
een klooster
a convent
147
leiden
to lead
led
led
148
immigratiebeleid
immigration policy
149
heerlijk
delicious
150
uitzenden (radio of tv)
to broadcast
broadcast
broadcast
151
slaan, staken
to strike
struck
struck
152
pleiten voor
to advocate (for something)
153
lezen
to read
read
read
154
stotteren
stammer
155
draaien
to spin
spun
spun
156
verzamelen / bundelen
compile
157
een pastalepel
a pasta spoon
158
zetten
to set
set
set
159
de kern
the core
160
een menigte, bende
a mob
161
hevig
vehement
162
tulband
turban
163
oproer
uproar
164
een asielzoeker
an asylum seeker
165
een beperking, handicap
a disability
166
uitputten
drain
167
eed
oath
168
om van te watertanden
mouth-watering
169
malen
to grind
ground
ground
170
een naturalisatieaanvraag
a citizenship application
171
(be)zaaien
to sow
sowed
sown, sowed
172
interseksueel
intersex
173
milieuvriendelijk
environmentally friendly
174
vasthoudendheid / volharding
persistence
175
jongen (infml)
chap
176
onderwijzen
to teach
taught
taught
177
in het rood gaan (excess withdrawal from a bankaccount)
an overdraft
178
maaien
to mow
mowed
mown, mowed
179
intimiteit (a close and personal connection)
intimacy
180
knielen
to kneel
knelt, kneeled
knelt, kneeled
181
doodslaan, doden
to slay
slew
slain
182
migratie
migration
183
een dreun
a thump
184
terugblikken / herinneren
reminisce
185
pocheren
to poach
186
een misvatting
a misperception
187
een taart (zoet of hartig)
a pie
188
onderzoek doen
to do research
189
obesitas
obesity
190
vodden
rags
191
een koksmes
a chef's knife
192
(ver)branden
to burn
burnt, burned
burnt, burned
193
een kopje
a cup
194
advertentie
a commercial
195
aanvaarden
to accept
196
een gerecht bereiden
to cook a dish
197
eerbied / respect
reverence
198
zuchten
sigh
199
een toelage
an allowance
200
zuur
sour
201
een opdracht
an assignment
202
blazen, waaien
to blow
blew
blown
203
een theelepel
a teaspoon
204
aandachtig luisteren
to listen attentively
205
splijten
to split
split
split
206
met/zonder franje
(un)embellished
207
gerelateerd aan het milieu
environmental
208
opwinden
to wind
wound
wound
209
betalen
to pay
paid
paid
210
dolen / zwerven
wander
211
een kosmopoliet, een wereldburger
a cosmopolitan
212
(aan)naaien
to sew
sewed
sewn, sewed
213
portiek
porch
214
zweten
to sweat
sweat, sweated
sweat, sweated
215
doen
to do
did
done
216
lesbisch
lesbian
217
sereen
serene
218
Kaukasisch
Caucasian
219
stam, steel, steven
stem
220
een inverviewer
an interviewer
221
een houten lepel
a wooden spoon
222
een melkerij
a dairy
223
zwemmen
to swim
swam
swum
224
kwaadwillig
malevolent
225
een bloedbad
a massacre
226
een meerderheid
a majority
227
het atheïsme
atheism
228
vechten
to fight
fought
fought
229
achtergrondinformatie verstrekken
to provide background information
230
wenen
to weep
wept
wept
231
seizoensgebonden, in het seizoen (over groenten en fruit)
seasonal
232
dragen (van kleren)
to wear
wore
worn
233
marineren
to marinade
234
komen
to come
came
come
235
smaakmaker (bijvoorbeeld zout en peper)
seasoning
236
kruiden en specerijen
herbs and spices
237
binden
to bind
bound
bound
238
uitzwermen / uitsmeren
sprawl
239
scharrel(eieren)
free-range (eggs)
240
oogcontact maken
to make eye contact
241
een migrant
a migrant
242
ruzie / vechtpartij
brawl
243
leggen
to lay
laid
laid
244
duurzaam
sustainable
245
verbieden
to forbid
forbade
forbidden
246
ingehouden
restrained
247
smakelijk, lekker
tasty
248
spellen
to spell
spelt, spelled
spelt, spelled
249
onderzoeken
to research
250
(zich ver)spreiden
to spread
spread
spread
251
verliezen
to lose
lost
lost
252
een rubberbootje
a dinghy
253
verven
to dye
254
handelen
to deal
dealt
dealt
255
hoffelijk, beleefd
courteous
256
gewapend
armed
257
(een) discours
(a) discourse
258
opdienen, serveren
to serve
259
drinken
to drink
drank
drunk
260
zijn
to be
was, were
been
261
een achtergrond
a background
262
tact
tact
263
kast
cabinet
264
afbeelden / beschrijven
depict
265
onverpakt, los, in het groot
(in) bulk
266
ruzie te maken
to quarrel
267
wedden
to bet
bet
bet
268
hartig
savoury
269
De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens
The Universal Declaration of Human Rights
270
journalistiek
journalism
271
Bekijk p. 68-74.
272
glazuursuiker
icing sugar
273
springen
to spring
sprang
sprung
274
schijnen
to shine
shone
shone
275
bederven, verwennen
to spoil
spoilt, spoiled
spoilt, spoiled
276
walgelijk
disgusting
277
mensensmokkel
human trafficking
278
winnen
to win
won
won
279
(zich) voeden
to feed
fed
fed
280
islamitisch
Muslim
281
zitten
to sit
sat
sat
282
een schuimspaan
a skimmer
283
een oplichter
a swindler
284
zich bezeren, pijn doen
to hurt
hurt
hurt
285
onwaarschijnlijk
unlikely
286
lichaamstaal
body language
287
afwijzen / wegwuiven
brush off
288
een offer
sacrifice
289
spuwen
to spit
spat
spat
290
gieten, storten
to shed
shed
shed
291
koekenpan
a frying pan / skillet
292
de islam
Islam
293
vinden
to find
found
found
294
van gemengde afkomst
multiracial
mixed race
biracial
295
gemoedelijkheid (a friendly and down-to-earth manner)
folksiness
296
weerzinwekkend
revolting
297
cultureel
cultural
298
armoede
poverty
299
stinken
to stink
stank, stunk
stunk
300
gieten
to pour
301
een vork
a fork
302
leren
to learn
learnt, learned
learnt, learned
303
vegen
sweep
304
samengesteld (van smaak)
complex
305
recycleerbaar
recyclable
306
toestemming / instemmen
consent
307
een bevoorradingsketen
a supply chain
308
vetrijk, zwaar
rich
309
eenzaam, verlaten
solitary
310
hybride / kruising
hybrid
311
papperig
mushy
312
verbijsterd
bewildered
313
atheïstisch
atheist
314
verbrand
burnt
315
vrouwelijk (cultureel)
feminine
316
aseksueel
asexual
317
een stortterrein
a landfill
318
gezond
healthy
319
tentoonstellen / tentoonstelling
exhibit
320
postuum
posthumous
321
kruipen
to creep
crept
crept
322
mixer
a whisk
323
gaan
to go
went
gone
324
ijdelheid
vanity
325
(schoon)vegen
to sweep
swept
swept
326
onhandig, eigenaardig, bizar
awkward
327
snel grissen, grijpen
snatch
328
rijpen
ripen
329
de hogere klasse
the upper class
330
sturen
to send
sent
sent
331
gooien, werpen
to throw
threw
thrown
332
veganistisch
vegan
333
zeggen
to say
said
said
334
feesttent
marquee
335
non-binair
non-binary
336
glutenvrij
gluten-free
337
zien
to see
saw
seen
338
koosjer, onder rabbinaal toezicht
kosher
339
hakken
to chop
340
kruiden (van voedsel)
to season
341
(een slaatje) overgieten met saus
to dress (a salad)
342
geratel
a rattle
343
vermoeid
weary
344
verhaal
a narrative
345
grind
shingle
346
knarsen, rasp
a rasp
347
wanhopig
desperate
348
verblijven
to dwell
dwelt, dwelled
dwelt, dwelled
349
een rasp
a grater / zester
350
analfabetisme
illiteracy
351
angstig, bezorgd, bang
anxious
352
in plakjes snijden
to slice
353
blussen
to extinguish
354
vervreemding
alienation
355
de afschildering, de manier waarop iets of iemand wordt voorgesteld
a portrayal
356
door de paspoortcontrole geraken
to clear/pass immigration
357
een pan verhitten
to heat a pan
358
gewoon
plain
359
koken
to boil
360
traktatie
treat
361
een onderzoek
a study
362
hebben
to have
had
had
363
observatie / waarneming
observation
364
slaan
to beat
beat
beaten
365
vegetarisch
vegetarian
366
geschoold
educated
367
een kom
a bowl
368
huwen
to wed
wed
wed, wedded
369
fronsen
frown
370
vliegen
to fly
flew
flown
371
ochtendstond / beginnen
dawn
372
tonen
to show
showed
shown, showed
373
(uit)lenen
to lend
lent
lent
374
variëren
vary
375
opgeven
to quit
quitted, quit
quitted, quit
376
joods
Jewish
377
stralend
radiant
378
fit, gezond
able-bodied
379
grensbewaking
border control
380
streven
to strive
strove
striven
381
kopen
to buy
bought
bought
382
trekken, tekenen
to draw
drew
drawn
383
stelen
to steal
stole
stolen
384
ontkisten
to uncrate
385
zinken
to sink
sank
sunk
386
voorgevoel / buigen
hunch
387
een christen
a Christian
388
schieten
to shoot
shot
shot
389
cultuur
culture
390
wokken
to stir-fry
391
(gevogelte) voorsnijden
to carve (poultry)
392
een mes
a knife
393
arrestatie / arresteren
arrest
394
mannelijk (biologisch)
male
395
voedselrestjes
food scraps
396
afkomst (genetisch)
ancestry
397
aarzeling
hesitation
398
nemen
to take
took
taken
399
ernstig
earnest
400
toestemming
permission
401
een moslim
a Muslim
402
verwonderen
to wonder
403
zagen
to saw
sawed
sawn, sawed
404
steken, plakken
to stick
stuck
stuck
405
een vluchteling
a refugee
406
uitgeput
exhausted
407
wat de keuken of kookkunst betreft, culinair
culinary
408
een landgenoot
a fellow countryman/-woman
409
brullen
to roar
410
schoenenmaker
cobbler
411
aborteur
abortionist
412
wederzijds
mutual
413
verzoeken
to bid
bade
bidden
414
inrichting
furnishings
415
een interview afnemen
to conduct an interview
416
niet houden van
frown upon
417
een lunchpakket
a packed lunch
418
een glimp
glimpse
419
voorspellen
to forecast
forecast
forecast
420
naar voor leunen
to lean forward
421
een tang
tongs
422
bevestiging / validering
validation
423
uitgeput zijn
exhausted
424
dragen
to bear
425
ambitieus
ambitious
426
bijten
to bite
bit
bitten
427
met overgewicht
overweight
428
verstikken
choke
429
14 dagen
a fornight
430
(een) inkomen
(an) income
431
betekenen, bedoelen
to mean
meant
meant
432
een keukenschaar
kitchen shears
433
een lunch
a luncheon
434
uitgever
publisher
435
ontwaken
to awake
awoke, awaked
awoken, awaked
436
aansteken
to light
lit, lighted
lit, lighted
437
gekruid
seasoned
438
plaatsen
to put
put
put
439
transseksueel
transsexual / transgender
440
kweken, fokken
to breed
bred
bred
441
overbrengen (to communicate a message or idea)
convey
442
het opleidingsniveau
the level of education
443
een voorraadkast
a pantry
444
zeggen, vertellen
to tell
told
told
445
analfabeet / ongeletterd
illiterate
446
pleiten
plead
447
een kookstijl (eigen aan een regio)
a cuisine
448
duurzaam geoogst / geproduceerd
sustainably sourced
449
knoop
knot
450
ruiken, stinken
to smell
smelt, smelled
smelt, smelled
451
voedzaam
nutritional
452
glijden
to slide
slid
slid
453
theologie
theology
454
vergeven
to forgive
forgave
forgiven
455
verachting / minachten
despise
456
ophangen
to hang
hanged
hanged
457
treffen, slaan
to hit
hit
hit
458
massamigratie
mass-migration
459
brommen, neuriën
hum
460
een bord
a plate
461
verbluffend
stunning
462
subcultuur
subculture
463
suikergoed en gebak
confectionery
464
bont, huid van een dier
fur
465
vijandigheid
hostility
466
bitter
bitter
467
obsceen
obscene
468
liegen
to lie
lied
lied
469
worden
to become
became
become
470
een visum
a visa
471
gezonde eetgewoonten
a healthy diet
472
bieden op een veiling
to bid
bid
bid
473
(een) smaak
(a) flavour
474
klaarmaken (van voedsel)
to prepare
to prep
475
een menselijke ketting
a human cordon
476
fenomeen
phenomenon
477
onderhandelen
to negotiate
478
reflex
reflex
479
een gemeenschap
a community
480
steken
to sting
stung
stung
481
kosten
to cost
cost
cost
482
aanmoedigen
to encourage
483
voortreffelijk, uitgelezen
exquisite
484
een zekering
lont
a fuse
485
verlaten, laten
to leave
left
left
486
biologische geslacht
sex
487
etensrestjes
leftovers
488
slapen
to sleep
slept
slept
489
stomen
to steam
490
in mekaar krimpen
to shrink
shrank
shrunk
491
maken
to make
made
made
492
een buitenlander
a foreigner
493
garneren
to garnish
494
verlaten, achterlaten
to leave
495
ontwaken, wekken
to wake
woke, waked
woke, woken, waked
496
ondervoed
malnourished
497
mengelen, husselen
to toss
498
fluiten
whistle
499
uitgeput
exhausted
500
treden
to tread
trod
trodden
501
de spiritualiteit
spirituality
502
een voorstander
an advocate
503
afschuwelijk
awful
504
rechtuit
frank
505
nat maken
to wet
wet, wetted
wet, wetted
506
zich vastklemmen
to cling
clung
clung
507
dempen, moffelen
muffle
508
bezorgd
apprehensive
509
(af)werpen
to cast
cast
cast
510
staan
to stand
stood
stood
511
bakken
to fry
512
zoet
sweet
513
een recept
a recipe
514
aarzelen
hesitate
515
zwaarder doorwegen dan
to outweigh
516
menselijkheid
humanity
517
begrijpen, verstaan
to understand
understood
understood
518
een gebakje (telbaar)
a pastry
519
(ont)vluchten
to flee
520
snijden, knippen
to cut
cut
cut
521
breien
to knit
knit, knitted
knit, knitted
522
bellen, klinken
to ring
rang
rung
523
milieu, leefomgeving
environment
524
hangen
to hang
hung
hung
525
inspannend, energiek
strenuous
526
(ver)dragen
to bear
bore
borne
527
barsten
to burst
burst
burst
528
een grens
a border
529
perspectief
prespective
530
opgelucht / ontheven
relieved
531
vroomheid
piety
532
slagroom
whipped cream
533
homosekueel
homosexual / gay
534
schrijden
to stride
strode
stridden
535
verdraaien, verkeerd voorstellen
to distort
536
vreselijk
dreadful
537
een deegrol
a rolling pin
538
rijden, besturen
to drive
drove
driven
539
opbrengst (graan, groenten en fruit)
produce
540
vluchten
to flee
fled
fled
541
een portie
a serving / a portion
542
scheuren, rukken aan
to tear
tore
torn
543
plaatselijk, van dichtbij
local
544
vangen, grijpen
to catch
caught
caught
545
zuivel
dairy
546
biseksueel
bisexual
547
voorbij
beyond
548
etnische achtergrond, etnische groep
ethnicity
549
een jood
a Jew
550
een rel
a riot
551
(zich) voelen
to feel
felt
felt
552
ongeschoold
uneducated
553
onmiddelijk
instantly
554
krijgen
to get
got
got
555
cultureel geslacht
gender
556
een (voedings)vezel
a fibre
557
spreken
to speak
spoke
spoken
558
betoverd / gecharmeerd
charmed
559
blootstelling
exposure
560
kenmerkend
distinctive
561
buigen
to bend
bent
bent
562
ongevaarlijk / niet bedreigend
nonthreatening
563
zeevruchten
seafood
564
het christendom
Chrisianity
565
een ingrediënt
an ingredient
566
zweren, vloeken
to swear
swore
sworn
567
met een beperking
disabled
568
relateren / verband leggen
relate
569
een knop
a knob
570
kosmopolitisch
cosmopolitan
571
een atheïst
an atheist
572
een houder (bokaal, fles, doosje, etc.)
a container
573
een geïnterviewde
an interviewee
574
weten
to know
knew
known
575
niet-betrokken, vrijblijvend
noncommittal
576
vergeten
to forget
forgot
forgotten
577
een stereotypering
a stereotype
578
graven
to dig
dug
dug
579
een borstel
a brush
580
naturalisatie aanvragen
to apply for citizenship
581
een kookwekker
a timer
582
roosteren
to roast
583
toestel
appliance
584
het lachen
laughter
585
een immigrant, een inwijkeling
an immigrant
586
een broodmes
a bread knife
587
mannelijk (cultureel)
masculine
588
in blokjes snijden
to dice
589
verwennen
to indulge in
590
beginnen
to begin
began
begun
591
brengen
to bring
brought
brought
592
verkrijgen / verwerven
acquire
593
schijten
to shit
shit, shat, shitted
shit, shat, shitted
594
gretig, enthousiast
eager
595
agnostisch
agnostic
596
opgewonden
excited
597
flauw (smaak)
bland
598
dromen
to dream
dreamt, dreamed
dreamt, dreamed
599
smakelijk, lekker, geurig
flavourful
600
aanvaarding
acceptance
601
houden
to keep
kept
kept
602
geen afval
zero waste
603
zoeken
to seek
sought
sought
604
opstaan, stijgen
to rise
rose
risen
605
bereiken
achieve
606
verbergen
to conceal
607
persen, drukken, knellen
squeeze
608
zwellen
to swell
swelled
swollen, swelled
609
storing
interference
610
voeding, voedingsleer
nutrition
611
verhuizen
to move (house)
612
twintig, tal van
a score
613
kreunen
to moan
614
taal
tongue
615
ons dagelijks eten, voedsel
diet
616
schemerig
dusky
617
plagen
tease
618
enthousiast
enthusiastic
619
schudden
to shake
shook
shaken
620
de lagere middenklasse
the lower middle class
621
morsen, verspillen
to spill
spilt, spilled
spilt, spilled
622
niet gaar
undercooked
623
gekruid
spicy
624
een eetlepel
a tablespoon
625
mensenrechten
human rights
626
kroniekschrijver (a person who records historical events)
chronicler
627
vertrouwd, gebruikelijk
familiar
628
de comfortzone
the comfort zone
629
onderzoek
research
630
geletterdheid
literacy
631
hoffelijkheid
courtesy
632
vervagen
blur
633
dollars (infml)
bucks