Test 18/3 Flashcards

1
Q

een pizzasnijder

A

a pizza cutter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

eerlijke handel

A

fair trade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

elektrische stroom

A

electrical current

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

sjaal

A

shawl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoezen

A

slipcovers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

oogcontact houden

A

to maintain eye contact

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hurken

A

crouch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

eten

A

to eat
ate
eaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

een fout opleveren

A

to falter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

sproet

A

freckle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

krokant

A

crispy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

liggen

A

to lie
lay
lain

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

de arbeidersklasse

A

the working class

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

verminderen, omkappen

A

to cut down

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

verzaken, verlaten

A

to forsake
forsook
forsaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

breken

A

to break
broke
broken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

overbakken, te gaar gekookt

A

overdone

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

de hogere middenklasse

A

the upper middle class

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

een gerecht
een schaal, schotel

A

a dish

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

dichtheid

A

density

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

schrijven

A

to write
wrote
written

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

iets fraaier voorstellen

A

to embellish something

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

kruk

A

crutch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

een emigrant, een uitwijkeling

A

an emigrant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
knobbel, knop
knob
26
zoet
sweet
27
christelijk
Christian
28
een scheermes
a razor
29
recht, direct, eerlijk
straight
30
een mensenrechtenactivist
a human rights activist
31
goddelijk
divine
32
een miskraam
miscarriage
33
een pollepel
a ladle
34
dit is een recept voor vier personen
this recipe serves four
35
gooien
to fling flung flung
36
hartig
savoury
37
iets gemeenschappelijks, een punt van overeenkomst
a commonality
38
eigenaardig
peculiar
39
propaganda
propaganda
40
mand
basket
41
voorzichtig
cautious
42
sudderen
to simmer
43
biologisch
organic
44
korst
crust
45
niet op zijn/haar gemak, ondersteboven
unsettled
46
sluiten
to shut shut shut
47
ongewapend
unarmed
48
Chesterfield zetel
chesterfield
49
vallen
to fall fell fallen
50
een platte houten lepel
a slotted wooden spoon
51
uitgeven, doorbrengen
to spend spent spent
52
verwijzend naar vlees dat geslacht is volgens de islamitische eisen
halal
53
geven
to give gave given
54
spiritueel
spiritual
55
inspanning
endeavour
56
bitterheid, rancune
rancour
57
een stoornis
a (mental) disorder
58
onervaren
inexperienced
59
vriezen
to freeze froze frozen
60
lekker
yummy
61
deeg (ontelbaar) gebak (taart - ontelbaar)
pastry
62
ontmoeten
to meet met met
63
monotoon
monotonous
64
kameraad, gelijke
fellow
65
fatsoenlijk
upright
66
verdacht
suspicious
67
het agnosticisme
agnosticism
68
hongersnood
famine
69
buitenlands
foreign
70
aartsengel
archangel
71
pracht
splendour
72
(be)rijden
to ride rode ridden
73
ronddwalen
to wander
74
een kruik
a jug
75
denken
to think thought thought
76
een journalist
a journalist
77
bloeden
to bleed bled bled
78
nevel
haze
79
bloedbad
carnage
80
genotzuchtig
decadent
81
horen
to hear heard heard
82
dunschiller
a peeler
83
gebaar / gebaren maken
gesture
84
(op)springen
to leap leapt, leaped leapt, leaped
85
een agnost
an agnostic
86
rennen
to run ran run
87
leunen
to lean leant, leaned leant, leaned
88
slingeren, gooien
to sling slung slung
89
rondtrekken
to move around
90
vervreemd
alienated
91
voorouders
ancestors
92
vrouwelijk (biologisch)
female
93
geletterd
literate
94
Bekijk p. 88-95.
95
wringen
to wring wrung wrung
96
heteroseksueel
heterosexual / straight
97
een verhalenverteller
a storyteller
98
een kussen
cushion / pillow
99
verkopen
to sell sold sold
100
nieuwsbulletin
a bulletin
101
een vluchtelingenkamp
a refugee camp
102
een overgebleven sandwich
a leftover sandwich
103
een mensensmokkelaar
a human trafficker
104
zout
salty
105
verrukkelijk
delightful scrumptious
106
het jodendom
Judaism
107
weven
to weave wove woven
108
porselein
China
109
obees, zwaarlijvig
obese
110
opvullen
to stuff
111
vers
fresh
112
canvas
canvas
113
Lees Americanah
114
zwaaien, slingeren
to swing swung swung
115
onaangename (smaak)
disagreeable
116
intonatie
intonation
117
een verraad
a betrayal
118
frituren
to deep-fry
119
een snijplank
a cutting board / chopping board
120
herbruikbaar
reusable
121
een spatel
a spatula
122
een vlot
a raft
123
laten, verhuren
to let let let
124
met ondergewicht
underweight
125
informeel / nonchalant (relaxed and informal in style or matter)
casual
126
blozen
blush
127
(zich) verbergen
to hide hid hidden
128
de middenklasse
the middle class
129
kwetsbaar
vulnerable
130
koesteren, bevorderen
to foster
131
een flesopener
a bottle opener
132
schillen
to peel
133
verbijsterd / stomverbaasd
stunned
134
grillen
to grill
135
bouwen
to build built built
136
zingen
to sing sang sung
137
voorwendsel
pretense
138
moe, uitgeput, afgemat
weary
139
eenmalig te gebruiken
single use
140
houden
to hold held held
141
uitstellen, afzeggen
put off
142
een minderheid
a minority
143
katapulteren / snel vooruitgaan
catapult
144
haast maken, snel rijden
to speed sped sped
145
kiezen
to choose chose chosen
146
een klooster
a convent
147
leiden
to lead led led
148
immigratiebeleid
immigration policy
149
heerlijk
delicious
150
uitzenden (radio of tv)
to broadcast broadcast broadcast
151
slaan, staken
to strike struck struck
152
pleiten voor
to advocate (for something)
153
lezen
to read read read
154
stotteren
stammer
155
draaien
to spin spun spun
156
verzamelen / bundelen
compile
157
een pastalepel
a pasta spoon
158
zetten
to set set set
159
de kern
the core
160
een menigte, bende
a mob
161
hevig
vehement
162
tulband
turban
163
oproer
uproar
164
een asielzoeker
an asylum seeker
165
een beperking, handicap
a disability
166
uitputten
drain
167
eed
oath
168
om van te watertanden
mouth-watering
169
malen
to grind ground ground
170
een naturalisatieaanvraag
a citizenship application
171
(be)zaaien
to sow sowed sown, sowed
172
interseksueel
intersex
173
milieuvriendelijk
environmentally friendly
174
vasthoudendheid / volharding
persistence
175
jongen (infml)
chap
176
onderwijzen
to teach taught taught
177
in het rood gaan (excess withdrawal from a bankaccount)
an overdraft
178
maaien
to mow mowed mown, mowed
179
intimiteit (a close and personal connection)
intimacy
180
knielen
to kneel knelt, kneeled knelt, kneeled
181
doodslaan, doden
to slay slew slain
182
migratie
migration
183
een dreun
a thump
184
terugblikken / herinneren
reminisce
185
pocheren
to poach
186
een misvatting
a misperception
187
een taart (zoet of hartig)
a pie
188
onderzoek doen
to do research
189
obesitas
obesity
190
vodden
rags
191
een koksmes
a chef's knife
192
(ver)branden
to burn burnt, burned burnt, burned
193
een kopje
a cup
194
advertentie
a commercial
195
aanvaarden
to accept
196
een gerecht bereiden
to cook a dish
197
eerbied / respect
reverence
198
zuchten
sigh
199
een toelage
an allowance
200
zuur
sour
201
een opdracht
an assignment
202
blazen, waaien
to blow blew blown
203
een theelepel
a teaspoon
204
aandachtig luisteren
to listen attentively
205
splijten
to split split split
206
met/zonder franje
(un)embellished
207
gerelateerd aan het milieu
environmental
208
opwinden
to wind wound wound
209
betalen
to pay paid paid
210
dolen / zwerven
wander
211
een kosmopoliet, een wereldburger
a cosmopolitan
212
(aan)naaien
to sew sewed sewn, sewed
213
portiek
porch
214
zweten
to sweat sweat, sweated sweat, sweated
215
doen
to do did done
216
lesbisch
lesbian
217
sereen
serene
218
Kaukasisch
Caucasian
219
stam, steel, steven
stem
220
een inverviewer
an interviewer
221
een houten lepel
a wooden spoon
222
een melkerij
a dairy
223
zwemmen
to swim swam swum
224
kwaadwillig
malevolent
225
een bloedbad
a massacre
226
een meerderheid
a majority
227
het atheïsme
atheism
228
vechten
to fight fought fought
229
achtergrondinformatie verstrekken
to provide background information
230
wenen
to weep wept wept
231
seizoensgebonden, in het seizoen (over groenten en fruit)
seasonal
232
dragen (van kleren)
to wear wore worn
233
marineren
to marinade
234
komen
to come came come
235
smaakmaker (bijvoorbeeld zout en peper)
seasoning
236
kruiden en specerijen
herbs and spices
237
binden
to bind bound bound
238
uitzwermen / uitsmeren
sprawl
239
scharrel(eieren)
free-range (eggs)
240
oogcontact maken
to make eye contact
241
een migrant
a migrant
242
ruzie / vechtpartij
brawl
243
leggen
to lay laid laid
244
duurzaam
sustainable
245
verbieden
to forbid forbade forbidden
246
ingehouden
restrained
247
smakelijk, lekker
tasty
248
spellen
to spell spelt, spelled spelt, spelled
249
onderzoeken
to research
250
(zich ver)spreiden
to spread spread spread
251
verliezen
to lose lost lost
252
een rubberbootje
a dinghy
253
verven
to dye
254
handelen
to deal dealt dealt
255
hoffelijk, beleefd
courteous
256
gewapend
armed
257
(een) discours
(a) discourse
258
opdienen, serveren
to serve
259
drinken
to drink drank drunk
260
zijn
to be was, were been
261
een achtergrond
a background
262
tact
tact
263
kast
cabinet
264
afbeelden / beschrijven
depict
265
onverpakt, los, in het groot
(in) bulk
266
ruzie te maken
to quarrel
267
wedden
to bet bet bet
268
hartig
savoury
269
De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens
The Universal Declaration of Human Rights
270
journalistiek
journalism
271
Bekijk p. 68-74.
272
glazuursuiker
icing sugar
273
springen
to spring sprang sprung
274
schijnen
to shine shone shone
275
bederven, verwennen
to spoil spoilt, spoiled spoilt, spoiled
276
walgelijk
disgusting
277
mensensmokkel
human trafficking
278
winnen
to win won won
279
(zich) voeden
to feed fed fed
280
islamitisch
Muslim
281
zitten
to sit sat sat
282
een schuimspaan
a skimmer
283
een oplichter
a swindler
284
zich bezeren, pijn doen
to hurt hurt hurt
285
onwaarschijnlijk
unlikely
286
lichaamstaal
body language
287
afwijzen / wegwuiven
brush off
288
een offer
sacrifice
289
spuwen
to spit spat spat
290
gieten, storten
to shed shed shed
291
koekenpan
a frying pan / skillet
292
de islam
Islam
293
vinden
to find found found
294
van gemengde afkomst
multiracial mixed race biracial
295
gemoedelijkheid (a friendly and down-to-earth manner)
folksiness
296
weerzinwekkend
revolting
297
cultureel
cultural
298
armoede
poverty
299
stinken
to stink stank, stunk stunk
300
gieten
to pour
301
een vork
a fork
302
leren
to learn learnt, learned learnt, learned
303
vegen
sweep
304
samengesteld (van smaak)
complex
305
recycleerbaar
recyclable
306
toestemming / instemmen
consent
307
een bevoorradingsketen
a supply chain
308
vetrijk, zwaar
rich
309
eenzaam, verlaten
solitary
310
hybride / kruising
hybrid
311
papperig
mushy
312
verbijsterd
bewildered
313
atheïstisch
atheist
314
verbrand
burnt
315
vrouwelijk (cultureel)
feminine
316
aseksueel
asexual
317
een stortterrein
a landfill
318
gezond
healthy
319
tentoonstellen / tentoonstelling
exhibit
320
postuum
posthumous
321
kruipen
to creep crept crept
322
mixer
a whisk
323
gaan
to go went gone
324
ijdelheid
vanity
325
(schoon)vegen
to sweep swept swept
326
onhandig, eigenaardig, bizar
awkward
327
snel grissen, grijpen
snatch
328
rijpen
ripen
329
de hogere klasse
the upper class
330
sturen
to send sent sent
331
gooien, werpen
to throw threw thrown
332
veganistisch
vegan
333
zeggen
to say said said
334
feesttent
marquee
335
non-binair
non-binary
336
glutenvrij
gluten-free
337
zien
to see saw seen
338
koosjer, onder rabbinaal toezicht
kosher
339
hakken
to chop
340
kruiden (van voedsel)
to season
341
(een slaatje) overgieten met saus
to dress (a salad)
342
geratel
a rattle
343
vermoeid
weary
344
verhaal
a narrative
345
grind
shingle
346
knarsen, rasp
a rasp
347
wanhopig
desperate
348
verblijven
to dwell dwelt, dwelled dwelt, dwelled
349
een rasp
a grater / zester
350
analfabetisme
illiteracy
351
angstig, bezorgd, bang
anxious
352
in plakjes snijden
to slice
353
blussen
to extinguish
354
vervreemding
alienation
355
de afschildering, de manier waarop iets of iemand wordt voorgesteld
a portrayal
356
door de paspoortcontrole geraken
to clear/pass immigration
357
een pan verhitten
to heat a pan
358
gewoon
plain
359
koken
to boil
360
traktatie
treat
361
een onderzoek
a study
362
hebben
to have had had
363
observatie / waarneming
observation
364
slaan
to beat beat beaten
365
vegetarisch
vegetarian
366
geschoold
educated
367
een kom
a bowl
368
huwen
to wed wed wed, wedded
369
fronsen
frown
370
vliegen
to fly flew flown
371
ochtendstond / beginnen
dawn
372
tonen
to show showed shown, showed
373
(uit)lenen
to lend lent lent
374
variëren
vary
375
opgeven
to quit quitted, quit quitted, quit
376
joods
Jewish
377
stralend
radiant
378
fit, gezond
able-bodied
379
grensbewaking
border control
380
streven
to strive strove striven
381
kopen
to buy bought bought
382
trekken, tekenen
to draw drew drawn
383
stelen
to steal stole stolen
384
ontkisten
to uncrate
385
zinken
to sink sank sunk
386
voorgevoel / buigen
hunch
387
een christen
a Christian
388
schieten
to shoot shot shot
389
cultuur
culture
390
wokken
to stir-fry
391
(gevogelte) voorsnijden
to carve (poultry)
392
een mes
a knife
393
arrestatie / arresteren
arrest
394
mannelijk (biologisch)
male
395
voedselrestjes
food scraps
396
afkomst (genetisch)
ancestry
397
aarzeling
hesitation
398
nemen
to take took taken
399
ernstig
earnest
400
toestemming
permission
401
een moslim
a Muslim
402
verwonderen
to wonder
403
zagen
to saw sawed sawn, sawed
404
steken, plakken
to stick stuck stuck
405
een vluchteling
a refugee
406
uitgeput
exhausted
407
wat de keuken of kookkunst betreft, culinair
culinary
408
een landgenoot
a fellow countryman/-woman
409
brullen
to roar
410
schoenenmaker
cobbler
411
aborteur
abortionist
412
wederzijds
mutual
413
verzoeken
to bid bade bidden
414
inrichting
furnishings
415
een interview afnemen
to conduct an interview
416
niet houden van
frown upon
417
een lunchpakket
a packed lunch
418
een glimp
glimpse
419
voorspellen
to forecast forecast forecast
420
naar voor leunen
to lean forward
421
een tang
tongs
422
bevestiging / validering
validation
423
uitgeput zijn
exhausted
424
dragen
to bear
425
ambitieus
ambitious
426
bijten
to bite bit bitten
427
met overgewicht
overweight
428
verstikken
choke
429
14 dagen
a fornight
430
(een) inkomen
(an) income
431
betekenen, bedoelen
to mean meant meant
432
een keukenschaar
kitchen shears
433
een lunch
a luncheon
434
uitgever
publisher
435
ontwaken
to awake awoke, awaked awoken, awaked
436
aansteken
to light lit, lighted lit, lighted
437
gekruid
seasoned
438
plaatsen
to put put put
439
transseksueel
transsexual / transgender
440
kweken, fokken
to breed bred bred
441
overbrengen (to communicate a message or idea)
convey
442
het opleidingsniveau
the level of education
443
een voorraadkast
a pantry
444
zeggen, vertellen
to tell told told
445
analfabeet / ongeletterd
illiterate
446
pleiten
plead
447
een kookstijl (eigen aan een regio)
a cuisine
448
duurzaam geoogst / geproduceerd
sustainably sourced
449
knoop
knot
450
ruiken, stinken
to smell smelt, smelled smelt, smelled
451
voedzaam
nutritional
452
glijden
to slide slid slid
453
theologie
theology
454
vergeven
to forgive forgave forgiven
455
verachting / minachten
despise
456
ophangen
to hang hanged hanged
457
treffen, slaan
to hit hit hit
458
massamigratie
mass-migration
459
brommen, neuriën
hum
460
een bord
a plate
461
verbluffend
stunning
462
subcultuur
subculture
463
suikergoed en gebak
confectionery
464
bont, huid van een dier
fur
465
vijandigheid
hostility
466
bitter
bitter
467
obsceen
obscene
468
liegen
to lie lied lied
469
worden
to become became become
470
een visum
a visa
471
gezonde eetgewoonten
a healthy diet
472
bieden op een veiling
to bid bid bid
473
(een) smaak
(a) flavour
474
klaarmaken (van voedsel)
to prepare to prep
475
een menselijke ketting
a human cordon
476
fenomeen
phenomenon
477
onderhandelen
to negotiate
478
reflex
reflex
479
een gemeenschap
a community
480
steken
to sting stung stung
481
kosten
to cost cost cost
482
aanmoedigen
to encourage
483
voortreffelijk, uitgelezen
exquisite
484
een zekering lont
a fuse
485
verlaten, laten
to leave left left
486
biologische geslacht
sex
487
etensrestjes
leftovers
488
slapen
to sleep slept slept
489
stomen
to steam
490
in mekaar krimpen
to shrink shrank shrunk
491
maken
to make made made
492
een buitenlander
a foreigner
493
garneren
to garnish
494
verlaten, achterlaten
to leave
495
ontwaken, wekken
to wake woke, waked woke, woken, waked
496
ondervoed
malnourished
497
mengelen, husselen
to toss
498
fluiten
whistle
499
uitgeput
exhausted
500
treden
to tread trod trodden
501
de spiritualiteit
spirituality
502
een voorstander
an advocate
503
afschuwelijk
awful
504
rechtuit
frank
505
nat maken
to wet wet, wetted wet, wetted
506
zich vastklemmen
to cling clung clung
507
dempen, moffelen
muffle
508
bezorgd
apprehensive
509
(af)werpen
to cast cast cast
510
staan
to stand stood stood
511
bakken
to fry
512
zoet
sweet
513
een recept
a recipe
514
aarzelen
hesitate
515
zwaarder doorwegen dan
to outweigh
516
menselijkheid
humanity
517
begrijpen, verstaan
to understand understood understood
518
een gebakje (telbaar)
a pastry
519
(ont)vluchten
to flee
520
snijden, knippen
to cut cut cut
521
breien
to knit knit, knitted knit, knitted
522
bellen, klinken
to ring rang rung
523
milieu, leefomgeving
environment
524
hangen
to hang hung hung
525
inspannend, energiek
strenuous
526
(ver)dragen
to bear bore borne
527
barsten
to burst burst burst
528
een grens
a border
529
perspectief
prespective
530
opgelucht / ontheven
relieved
531
vroomheid
piety
532
slagroom
whipped cream
533
homosekueel
homosexual / gay
534
schrijden
to stride strode stridden
535
verdraaien, verkeerd voorstellen
to distort
536
vreselijk
dreadful
537
een deegrol
a rolling pin
538
rijden, besturen
to drive drove driven
539
opbrengst (graan, groenten en fruit)
produce
540
vluchten
to flee fled fled
541
een portie
a serving / a portion
542
scheuren, rukken aan
to tear tore torn
543
plaatselijk, van dichtbij
local
544
vangen, grijpen
to catch caught caught
545
zuivel
dairy
546
biseksueel
bisexual
547
voorbij
beyond
548
etnische achtergrond, etnische groep
ethnicity
549
een jood
a Jew
550
een rel
a riot
551
(zich) voelen
to feel felt felt
552
ongeschoold
uneducated
553
onmiddelijk
instantly
554
krijgen
to get got got
555
cultureel geslacht
gender
556
een (voedings)vezel
a fibre
557
spreken
to speak spoke spoken
558
betoverd / gecharmeerd
charmed
559
blootstelling
exposure
560
kenmerkend
distinctive
561
buigen
to bend bent bent
562
ongevaarlijk / niet bedreigend
nonthreatening
563
zeevruchten
seafood
564
het christendom
Chrisianity
565
een ingrediënt
an ingredient
566
zweren, vloeken
to swear swore sworn
567
met een beperking
disabled
568
relateren / verband leggen
relate
569
een knop
a knob
570
kosmopolitisch
cosmopolitan
571
een atheïst
an atheist
572
een houder (bokaal, fles, doosje, etc.)
a container
573
een geïnterviewde
an interviewee
574
weten
to know knew known
575
niet-betrokken, vrijblijvend
noncommittal
576
vergeten
to forget forgot forgotten
577
een stereotypering
a stereotype
578
graven
to dig dug dug
579
een borstel
a brush
580
naturalisatie aanvragen
to apply for citizenship
581
een kookwekker
a timer
582
roosteren
to roast
583
toestel
appliance
584
het lachen
laughter
585
een immigrant, een inwijkeling
an immigrant
586
een broodmes
a bread knife
587
mannelijk (cultureel)
masculine
588
in blokjes snijden
to dice
589
verwennen
to indulge in
590
beginnen
to begin began begun
591
brengen
to bring brought brought
592
verkrijgen / verwerven
acquire
593
schijten
to shit shit, shat, shitted shit, shat, shitted
594
gretig, enthousiast
eager
595
agnostisch
agnostic
596
opgewonden
excited
597
flauw (smaak)
bland
598
dromen
to dream dreamt, dreamed dreamt, dreamed
599
smakelijk, lekker, geurig
flavourful
600
aanvaarding
acceptance
601
houden
to keep kept kept
602
geen afval
zero waste
603
zoeken
to seek sought sought
604
opstaan, stijgen
to rise rose risen
605
bereiken
achieve
606
verbergen
to conceal
607
persen, drukken, knellen
squeeze
608
zwellen
to swell swelled swollen, swelled
609
storing
interference
610
voeding, voedingsleer
nutrition
611
verhuizen
to move (house)
612
twintig, tal van
a score
613
kreunen
to moan
614
taal
tongue
615
ons dagelijks eten, voedsel
diet
616
schemerig
dusky
617
plagen
tease
618
enthousiast
enthusiastic
619
schudden
to shake shook shaken
620
de lagere middenklasse
the lower middle class
621
morsen, verspillen
to spill spilt, spilled spilt, spilled
622
niet gaar
undercooked
623
gekruid
spicy
624
een eetlepel
a tablespoon
625
mensenrechten
human rights
626
kroniekschrijver (a person who records historical events)
chronicler
627
vertrouwd, gebruikelijk
familiar
628
de comfortzone
the comfort zone
629
onderzoek
research
630
geletterdheid
literacy
631
hoffelijkheid
courtesy
632
vervagen
blur
633
dollars (infml)
bucks