Unit 4 Flashcards
pp. 88-95 + vocbabulary list pp. 104-107 + Writing a restaurant review & Jamie Oliver on Schoolfood (139 cards)
1
Q
suikergoed en gebak
A
confectionery
2
Q
wat de keuken of kookkunst betreft, culinair
A
culinary
3
Q
een kookstijl (eigen aan een regio)
A
a cuisine
4
Q
zuivel
A
dairy
5
Q
een melkerij
A
a dairy
6
Q
ons dagelijks eten, voedsel
A
diet
7
Q
gezonde eetgewoonten
A
a healthy diet
8
Q
een gerecht
een schaal, schotel
A
a dish
9
Q
een gerecht bereiden
A
to cook a dish
10
Q
een (voedings)vezel
A
a fibre
11
Q
(een) smaak
A
(a) flavour
12
Q
kruiden en specerijen
A
herbs and spices
13
Q
een ingrediënt
A
an ingredient
14
Q
voeding, voedingsleer
A
nutrition
15
Q
voedzaam
A
nutritional
16
Q
een lunchpakket
A
a packed lunch
17
Q
deeg (ontelbaar)
gebak (taart - ontelbaar)
A
pastry
18
Q
een gebakje (telbaar)
A
a pastry
19
Q
een taart (zoet of hartig)
A
a pie
20
Q
een recept
A
a recipe
21
Q
zeevruchten
A
seafood
22
Q
smaakmaker (bijvoorbeeld zout en peper)
A
seasoning
23
Q
een portie
A
a serving / a portion
24
Q
opdienen, serveren
A
to serve
25
dit is een recept voor vier personen
this recipe serves four
26
zoet
sweet
27
hartig
savoury
28
smakelijk, lekker
tasty
29
smakelijk, lekker, geurig
flavourful
30
lekker
yummy
31
heerlijk
delicious
32
verrukkelijk
delightful
scrumptious
33
om van te watertanden
mouth-watering
34
flauw (smaak)
bland
35
samengesteld (van smaak)
complex
36
walgelijk
disgusting
37
kenmerkend
distinctive
38
onaangename (smaak)
disagreeable
39
eigenaardig
peculiar
40
weerzinwekkend
revolting
41
papperig
mushy
42
zoet
sweet
43
gekruid
spicy
44
zuur
sour
45
zout
salty
46
bitter
bitter
47
hartig
savoury
48
niet gaar
undercooked
49
overbakken, te gaar gekookt
overdone
50
verbrand
burnt
51
vetrijk, zwaar
rich
52
genotzuchtig
decadent
53
vegetarisch
vegetarian
54
veganistisch
vegan
55
gekruid
seasoned
56
glutenvrij
gluten-free
57
verwijzend naar vlees dat geslacht is volgens de islamitische eisen
halal
58
koosjer, onder rabbinaal toezicht
kosher
59
krokant
crispy
60
gezond
healthy
61
vers
fresh
62
koekenpan
a frying pan / skillet
63
een tang
tongs
64
een pastalepel
a pasta spoon
65
een pollepel
a ladle
66
een schuimspaan
a skimmer
67
mixer
a whisk
68
een rasp
a grater / zester
69
een kookwekker
a timer
70
een keukenschaar
kitchen shears
71
een pizzasnijder
a pizza cutter
72
een koksmes
a chef's knife
73
een broodmes
a bread knife
74
een deegrol
a rolling pin
75
een vork
a fork
76
een mes
a knife
77
een eetlepel
a tablespoon
78
een theelepel
a teaspoon
79
dunschiller
a peeler
80
een borstel
a brush
81
een spatel
a spatula
82
een platte houten lepel
a slotted wooden spoon
83
een houten lepel
a wooden spoon
84
een snijplank
a cutting board / chopping board
85
een bord
a plate
86
een flesopener
a bottle opener
87
een kopje
a cup
88
een kom
a bowl
89
koken
to boil
90
frituren
to deep-fry
91
bakken
to fry
92
grillen
to grill
93
een pan verhitten
to heat a pan
94
pocheren
to poach
95
roosteren
to roast
96
sudderen
to simmer
97
stomen
to steam
98
wokken
to stir-fry
99
(gevogelte) voorsnijden
to carve (poultry)
100
hakken
to chop
101
(een slaatje) overgieten met saus
to dress (a salad)
102
in blokjes snijden
to dice
103
garneren
to garnish
104
marineren
to marinade
105
schillen
to peel
106
gieten
to pour
107
klaarmaken (van voedsel)
to prepare
to prep
108
kruiden (van voedsel)
to season
109
in plakjes snijden
to slice
110
opvullen
to stuff
111
mengelen, husselen
to toss
112
een houder (bokaal, fles, doosje, etc.)
a container
113
milieu, leefomgeving
environment
114
gerelateerd aan het milieu
environmental
115
milieuvriendelijk
environmentally friendly
116
eerlijke handel
fair trade
117
voedselrestjes
food scraps
118
scharrel(eieren)
free-range (eggs)
119
onverpakt, los, in het groot
(in) bulk
120
een stortterrein
a landfill
121
een overgebleven sandwich
a leftover sandwich
122
etensrestjes
leftovers
123
plaatselijk, van dichtbij
local
124
biologisch
organic
125
een voorraadkast
a pantry
126
opbrengst (graan, groenten en fruit)
produce
127
recycleerbaar
recyclable
128
herbruikbaar
reusable
129
seizoensgebonden, in het seizoen (over groenten en fruit)
seasonal
130
eenmalig te gebruiken
single use
131
een bevoorradingsketen
a supply chain
132
duurzaam
sustainable
133
duurzaam geoogst / geproduceerd
sustainably sourced
134
geen afval
zero waste
135
gretig, enthousiast
eager
136
opgewonden
excited
137
obees, zwaarlijvig
obese
137
obesitas
obesity
138
verdacht
suspicious
