Thema 2: H3 Flashcards
(34 cards)
Noem 2 typen sociale cognitie
- Automatische. Vb vormen van 1e indruk bij ontmoeting
- Gecontroleerde. Meer inspanning, weloverwogen
Werken vaak goed samen. Automatische manier kan opzij gezet worden voor de gecontroleerde.
Beschrijf automatisch denken
- Onbewust, onopzettelijk, onwillekeurig proces dat geen inspanning kost. Reflexen, impulsen, gewoontegedrag
- Helpt om nieuwe situaties te begrijpen door verband met eerdere ervaringen.
- Schema’s. Script
Noem 6 kenmerken van schema’s
- Mentale constructen waarmee we onze kennis over de sociale wereld organiseren rond thema’s of objecten.
- Beïnvloeden de informatie die we opmerken, waarover we nadenken en die we ons herinneren.
- Algemeen en omvat kennis over vele zaken
- Nuttig + helpen wereld te organiseren en gaten in onze kennis te vullen.
- Korsakov: onvermogen nieuwe schema’s vormen en informatie inpassen
- Dubbelzinnigheid: hoe dubbelzinniger hoe meer we geneigd zijn om lege plekken in te vullen mbv schema’s.
Wat is een script?
Schema over een specifieke gebeurtenis
Hoe beïnvloedt toegankelijkheid het gebruik van schema’s?
Toegankelijkheid: De mate waarin schema’s en concepten zich op de voorgrond van ons bewustzijn bevinden waardoor het waarschijnlijker is dat we ze gebruiken bij onze oordelen over de sociale wereld.
2 soorten:
1. Blijvend toegankelijk door eerdere ervaringen. Constant actief en gereed voor gebruik bij het interpreteren van dubbelzinnige situaties. Bv. veel alcoholisme in omgeving –> sneller iemand interpreteren als alcoholist.
2. Tijdelijk toegankelijk, doordat gerelateerd aan doel van moment of door recente ervaringen. bv. net boek over psychische problemen gelezen dan kenmerken gebruiken om het gedrag van de man te interpreteren als geestesziek
Noem 5 kenmerken van priming
- Proces waarbij recente ervaringen de toegankelijkheid van een schema, kenmerk of concept vergroten.
- Als: Gedachte kan pas als primer functioneren (invloed uitoefenen op onze indruk van de sociale wereld) als die zowel TOEGANKELIJK als TOEPASSELIJK is.
- Ontvankelijkheid ook van invloed. vb. gewelddadige film kan alleen impliciete agressie oproepen bij agressieve- en niet bij niet-agressieve adolescenten
- Priming kan gedrag van mensen beïnvloeden die worden beoordeeld. vb. sollicitanten zelfverzekerde herinnering.
- Priming is voorbeeld van AUTOMATISCH denken, omdat het snel, onwillekeurig en onbewust gebeurt.
Wat is het perseveratie-effect?
- Bevinding dat opvattingen die mensen hebben over zichzelf en de sociale wereld aanhouden, ondanks bewijzen van tegendeel
- Vasthoudend, maar kunnen ook omslaan na ontkrachtend bewijs
Wat is het bestraffingseffect?
- Positieve opvattingen over de sociale wereld + bewijs tegendeel –> zeer negatieve opvattingen.
- Verklaring: mensen overschatte in welke mate hun opvatting obv nieuwe informatie moet worden bijgesteld en daardoor te veel doorschieten naar de negatieve kant
- Alleen wanneer het om onterechte positieve informatie ging.
Beschrijf 4 kenmerken van selffulfilling prophecy
Zichzelf waarmakende voorspelling
1. Mensen hebben een verwachting over hoe iemand anders is
2. Die verwachting beïnvloedt de manier waarop ze zich tegenover diegene gedragen
3. Hierdoor gaat diegene zich consistent met de verwachtingen gedragen
4. De verwachting komt uit
Voorbeeld van automatisch denken.
Wat is pygmalioneffect
Positieve selffulfilling prophecy. Als er positieve verwachtingen zijn van mensen gaan zij beter presteren
Wat is het Zeigarnikeffect
Eenmaal geactiveerde, maar nog niet voltooide doelen blijven ons automatische denken beheersen. Zeigarnik merkte op dat obers bestellingen onthielden tot er was afgerekend is. De bestelling wordt vastgehouden in het werkgeheugen tot het niet meer nodig is.
Doelen worden geactiveerd en kunnen mensen onbewust beïnvloeden.
Noem kenmerken van automatisch beslissen
- Onderzoek: veel nadenken kan het maken van de beste keuze in de weg staan.
- Afleiding –> hulp. Vooral bij integratie van complexe informatie. ‘nachtje over slapen’
- Afleiding helpt niet als duidelijke regels gevolgd moeten worden. vb: rekenen
Beschrijf de relatie tussen automatisch denken en metaforen over lichaam en geest
- Fysieke reacties spelen naast schema’s een rol bij onze oordelen en beslissingen.
- Onderzoek: mate waarin mensen vreemden vertrouwen neemt toe bij de geur van iets schoons.
- Fysieke sensatie kan een metafoor activeren –> vio oordeel over een niet-gerelateerd onderwerp. Vb. warmere indruk bij warme tov koude koffie; licht vs zwaar klembord vragenlijst; zwart-wit contrast –> denken
Wat is beoordelingsheuristieken
Snelle beslisregels (mentale aannames) die mensen gebruiken om snel en efficiënt te kunnen oordelen (heuristiek komt van ontdekken). Ze zijn geen garantie voor correcte gevolgtrekkingen, maar wel vaak uiterst functioneel en praktisch.
Benoem kenmerken van beschikbaarheidsheuristiek
- Mentale aanname waarbij mensen een oordeel baseren op het gemak waarmee ze zich iets voor de geest kunnen halen.
- vb: herinnering die te binnen schiet als basis voor een conclusie.
- Vaak goede strategie
- Nadeel: niet typerend voor het hele plaatje. Foute conclusies. vb. medische diagnoses obv symptomen.
Beschrijf representatieheuristiek
Classificeren obv mate waarin het lijkt op een karakteristiek geval.
vb. iemand met blond haar met voorkeur voor het strand is een Zeeuw
Wat is informatie over de basisfrequentie?
Informatie over de regelmaat waarmee leden van verschillende categorieën in de populatie voorkomen.
vb. hoeveel Zeeuwen in Groningen gaan studeren
Mensen concenteren zich te veel op individuele kenmerken van wat ze waarnemen (representatieheuristiek) en te weinig op basisfrequentie. Oa rol in rechtspraak (Lucia de B)
Wat is het Forer-effect / Barnum-effect?
- Feedback nav persoonlijkheidstest die op vrijwel iedereen van toepassing lijkt omdat we blijven steken in de representatieve voorbeelden die in ons opkomen wanneer we onderdelen van de feedback lezen en ons niet afvragen hoe vaak het is voorgekomen dat dit niet klopt.
- ‘There’s a sucker born every minute’: mensen worden gemakkelijk voor de gek gehouden
Beschrijf anker- en correctieheuristiek
- Mentale aanname waarbij mensen een getal of waarde als beginpunt gebruiken en vervolgens onvoldoende op dit ankerpunt corrigeren.
- vb: als rechter het aantal jaren straf bepalen en het getal 25 in je hoofd hebben. Dit naar beneden bijstellen leidt wss tot een hogere straf dan starten met het getal 5 en naar boven bijstellen.
- Als beginwaarde deugdelijk en informatief is kan het een logische plek zijn om te beginnen.
- Onderzoek: volkomen arbitraire beginwaarden kunnen de oordelen van mensen beïnvloeden.
- Kennis en expertise kunnen mensen niet immuun maken voor anker- en correctieheuristiek
Noem 3 manieren waarop ankerwaarden ons kunnen beïnvloeden
- Verankeren is verwant aan de rol van toegankelijkheid. Beginpunt vergroot de toegankelijkheid van gedachten die daarmee overeenkomen.
- Ankerwaarde is ondanks correctie van invloed. Hoewel mensen weten dat het beginpunt van redeneren niet correct is, blijken zij niet goed in staat hun redenering correct aan te passen.
- Ankerwaarde fungeert als primer –> vergelijkbare getallen, maten.
Beschrijf culturele determinanten van schema’s
- Cultuur vio de inhoud van onze schema’s
- Schema’s vanuit onze cultuur beïnvloeden sterk wat we waarnemen en wat we ons herinneren over de wereld.
Beschrijf de analytische denkstijl
- Manier van denken waarbij mensen zich richten op de KENMERKEN VAN OBJECTEN zonder aandacht te schenken aan de context.
- WESTERSE cultuur
Beschrijf de holistische denkstijl
- Manier van denken waarbij mensen zich richten op het GEHEEL, mn de wijze waarop objecten zich TOT ELKAAR VERHOUDEN.
- Oost-Aziatische cultuur
Beschrijf 2 manieren waarop verschillen in holistisch vs analytisch denken zouden kunnen ontstaan
- Verschillende filosofische tradities (nisbett). Oosters denken benadrukt onderlinge verbondenheid en relalitiviteit van alle verschijnselen. Westerse denken focus op onderlinge wetten die over verschijnselen regeren, los van context;
- Verschillen in omgeving. Onafh van culturele achtergrond kunnen mensen zowel analytisch als holistisch denken (zelfde gereedschapskist), maar omgeving activeert 1 van de denkstijlen. vb: mensen denken holistisch bij Japanse foto’s