Thema 3 Hoofdstuk 2 Flashcards
(14 cards)
1
Q
Een mengsel bestaat uit…
A
Een of meerdere stoffen
2
Q
Stoffen bestaan verder nog uit…
A
Kleinere verbindingen
3
Q
Kleine verbindingen bestaan uit…
A
Atomen
4
Q
Een voorwerp is opgebouwd uit..
A
Materie
5
Q
Materie is opgebouwd uit…
A
Stof
6
Q
Stoffen zijn…
A
Verbindingen van deeltjes of atomen
7
Q
Synoniem voor element is…
A
Atoomsoort
8
Q
Een atoom is … van een element
A
Een klein deeltje
9
Q
Vul aan
A
Ok!
10
Q
Eigenschappen Voorstelling Atoom Dalton
A
- Stoffen bestaan uit onzichtbare kleine ondeelbare deeltjes: Atomen
- Een atoom is bolvormig
- Een atoom is massief en ondeelbaar
- Een atoom is een element met een massa en grootte specifiek voor elk deeltje
11
Q
Eigenschappen Voorstelling Atoom Thomson
A
- Een atoom is massief en elektronisch neutraal (= geen lading)
- Een atoom bevat aan de buitenkant negatief geladen elektronen
- Een atoom bevat een positive geleiachtige massa die het hele atoom omvat
12
Q
Eigenschappen Voorstelling Atoom Rutherford
A
- Een atoom bevat een massieve positief geladen kern
- Een atoom bevat kleine vrije elektronen (neg geladen) die zweven rond de kern (=elektronenmantel)
13
Q
Eigenschappen Voorstelling Atoom Bohr
A
- Een atoom bevat een massieve kern met positieve geladen elektronen
- De elektronen bewegen op vaste afstand van de kern
- Een atoom heeft geen lading
14
Q
Eigenschappen Voorstelling Atoom Chadwick
A
- De kern bevat neutronen en protonen = ongeladen deeltjes met dezelfde massa als de protonen