Thema 8 Flashcards

(22 cards)

1
Q

Wat zijn/doen producenten?

A

groene planten maken zelf energierijke voedingsstoffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een ander woord voor productenen

A

autotroof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn consumenten en wat doen ze?

A

Organismen die zich met andere organismen voeden om energie te krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een ander woord voor consumenten?

A

heterotroof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is fotosynthese?

A

een stofomzetting met behulp van bladgroenkorrels en (zon)licht, waarbij koolstofdioxide en water omgezet worden in glucose en zuurstofgas.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is de wetenschappelijke afkorting voor koolstofdioxide?

A

CO2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de wetenschappelijke afkorting voor water?

A

H2O

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is de wetenschappelijke afkorting voor glucose?

A

C6H12O6

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de wetenschappelijke afkorting voor zuurstofgas?

A

O2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke energieomzetting gebeurt er bij fotosynthese?

A

stralingsenergie -> chemische energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat doen de bladeren voor het transport van water en mineralen in een plant?

A

via de bladeren verdampt het water, dat zorgt voor een constante sapstroom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat doet de stengel voor het transport van water en mineralen in een plant?

A

Water en mineralen worden via de stengel met vaatbundels getransporteerd doorheen de plant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat doen de wortels voor het transport van water en mineralen in een plant?

A

Water en mineralen worden via de wortels opgenomen uit de bodem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

via wat gebeurt de stofuitwisseling in de plant?

A

gebeurt via de huidmondjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Van welke stoffen is er en gasuitwisseling bij de fotosynthese?

A

gasuitwisseling van CO2, O2 en H20 (waterdamp)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat hebben de planten nodig om te groeien?

A

voldoende water met mineralen, koolstofdioxide en licht

17
Q

Welke stoffen zijn er nodig voor fotosynthese?

A

koolstofdioxide en water

18
Q

In wat worden CO2 en H2O omgezet?

A

in voedingsstoffen (chemische energie)

19
Q

Wat zijn de eindproducten van de fotosynthese?

A

glucose en zuurstofgas

20
Q

Als er geen licht is dan…

A

is er geen fotosynthese nodig, dan gebeurt er alleen maar een celademhaling

21
Q

Wat zijn de kenmerken van fotosynthese?

A

bladgroenkorrels
enkel bij voldoende licht
water & koolstofdioxide-> zuurstofgas en glucose
stofomzetting en energieomzetting
productie van glucose

22
Q

Wat zijn de kenmerken van celdademhaling?

A

mitochondriën
dag en nacht
zuurstofgas & glucose-> koolstofdioxide & water
stof- en energie omzetting
energie vrijgeven