Theme 3 Flashcards
(331 cards)
1
Q
aan
A
to
2
Q
de aanbieding
A
the offer
3
Q
aantrekken
A
attract / get dressed
4
Q
de aardappel
A
the potato
5
Q
de aardbei
A
the strawberry
6
Q
afrekenen
A
to pay
7
Q
alles
A
everything
8
Q
de ananas
A
pineapple
9
Q
anderhalf
A
one and one half
10
Q
anders
A
different
11
Q
de andijvie
A
endive
12
Q
de appel
A
the apple
13
Q
de armband
A
the braclet
14
Q
de aspirine
A
the asprin
15
Q
de bakker
A
the baker
16
Q
de bakkerij
A
the bakery
17
Q
de banaan
A
the banana
18
Q
de bank
A
the sofa / couch
19
Q
beige
A
beige (color)
20
Q
bestellen
A
to order (food, etc.)
21
Q
betalen
A
to pay (the bill)
22
Q
de beurt
A
turn (noun - take the turn) (not a verb)
23
Q
de bh (de beha)
A
the bra
24
Q
het bier
A
the beer
25
bij
bee, at (next to)(bij de deur - at the door)
26
het bijzettafeltje
the side table
27
blauw
blue
28
het blik
the can or look - blik bij dat - Look at that
29
het blikje
tin can
30
de bloem
the flower
31
de bloemzaak
the flower shop
32
de bloemkool
Cauliflower
33
de blouse
the blouse
34
het boek
the book
35
de boekenkast
the bookcase
36
de boekwinkel
the bookshop
37
het bolletje
balls (bread balls in my soup)
38
de boodschap
the message
39
het boontje
the bean
40
de boormachine
the drill machine
41
de boter
the butter
42
de bouwmarkt
Home Depot (construction shop)
43
brengen
bring
44
de brie
Brie (cheese)
45
de brief
letter
46
het briefje
the note
47
de broek
the pants
48
het brood
the bread
49
het broodje
the rolls or buns
50
bruin
brown
51
het budget
the budget
52
het bureau
the dresser
53
de bus
the bus
54
het busje
the van
55
het cafe
het cafe
56
de cake
de cake
57
de cd-rom
the cd
58
de cd speler
the cd player
59
het/de cement
the cement
60
de cervelaat
dry sausage
61
het colbert
the jacket
62
de computer
the computer
63
contant
cash
64
de croissant
the croissant
65
het dekbedovertrek
the duvet cover
66
donker
dark
67
de doos
the box
68
het doosje
the little box
69
de dorst
thirst
70
de douchecreme
shower cream
71
dragen
to wear
72
het of de dressoir
the dresser
73
drinken
drink
74
de drogist
pharmacist / drug store
75
de drogisterij
drug store
76
de druif
the grape
77
duur
expensive
78
dvd-recorder
dvd recorder
79
dvd-speler
dvd player
80
eens
once (once up a time)
81
de eettafel
dinner table
82
het ei
the egg
83
elkaar
each other
84
er
there
85
eten
food
86
de fauteuil
the armchair
87
fijn
nice
88
de flat
the apartment
89
de fles
the bottle
90
het flesje
the little bottle
91
de framboos
the raspberry
92
het gebak
the pastry
93
geel
yellow
94
het gehakt
the hamburger
95
gesneden
cut
96
goedkoop
cheap
97
het gram
the gram
98
grijs
grey
99
groen
green
100
groenteboer
the green grocer (person / farmer)
101
de groentewinkel
the green grocer shop
102
de hak
the heel
103
half
half
104
de halsketting / ketting
the necklace
105
de ham
the ham
106
de hamburger
the hamburger
107
de hamer
the hammer (a tool)
108
de handdoek
the hand towel
109
de handschoen
the glove
110
hangen
to hang
111
hartstikke
awful
112
heerlijk
delicious
113
helaas
unfortunately
114
helpen
help out
115
hem
him
116
hen
them
117
honger
hungry / hunger
118
het horloge
the watch
119
hoog
high
120
het hout
the wood
121
hun
their
122
iets
something
123
inderdaad
indeed
124
interessant
interesting
125
jammer
shame (that is a shame)
126
de jas
the coat
127
de jenever
the gin
128
jong
young
129
jou
you
130
de jurk
the dress
131
de juwelier
the jeweler
132
de kaaswinkel
the cheese shop
133
de kalender
the calendar
134
de keeltablet
the throat lozenge
135
de kers
the cherry
136
de ketchup
the ketchup
137
de keus
the choice
138
kijken
look
139
de kilo
the kilo
140
de kip
the chicken (a chicken, the bird)
141
de kipfilet
chicken meat
142
de kippenbout / de kippenpoot
the chicken leg (food)
143
de klant
the customer
144
de kleding
the clothing
145
de kledingwinkel
the clothing closet (a closet)
146
klein
small
147
de kleren
the clothes
148
de kleur
the color
149
het koekje
the biscuit
150
koel
cool
151
de komkommer
the cucumber
152
koken
cook
153
de koopavond
shopping evening
154
kort
short
155
kosten
cost
156
het kostuum
the costume
157
koud
cold
158
de krant
newspaper
159
de krentenbol
the current bun
160
de krop
the crop
161
de kruk
the stool
162
laag
low
163
de laars
the boots
164
de ladekast
the chest of drawers
165
het lamsvlees
lamb meat
166
lang
tall
167
de laptop
the laptop
168
lelijk
ugly
169
lekker
tasty
170
licht
light
171
lichtbruin
light brown
172
lijken
appear (they appear to...)
173
de lippenstift
the lipstick
174
lopen
walk
175
maar
but
176
de maat
the size
177
de make-up
the make-up
178
de mandarijn
the mandarin orange
179
de markt
the market
180
de melk
the milk
181
de meloen
melon (watermelon)
182
de meneer
the gentleman
183
het menu
the menu
184
de meubelzaak
the furniture store
185
misschien
maybe
186
het model
the model
187
mooi
beautiful
188
de mouw
the sleeve
189
de mp3-speler
the mp3 player
190
naturrlijk
of course (naturally)
191
nemen
to take
192
nog
yet
193
de ober
the waiter
194
het ogenblik
the moment (in a blink of the eye)
195
oke
okay
196
de olie
the oil
197
de onderbroek
the underwear
198
het ondergoed
the underpants
199
ongeveer
about
200
ons
us
201
ook
also / too
202
de oorbel
the earring
203
oranje
orange (the color)
204
het overhemd
a button up shirt
205
de overkant
the other side
206
het paar
the couple, the pair
207
paars
purple (violet)
208
het pak
the suit
209
het pakje
the package
210
de pantoffel
the slippers (house slippers)
211
het papier
the paper
212
de paprika
the pepper (red, green, yellow)
213
passen
to fit (try on)
214
de pate
de pate (goose liver)
215
de peer
the pear
216
het pilsje
the beer (pilzner beer)
217
pinnen
pins (straight / sewing pins)
| Verb: to pay with pinpas
218
pinpas
debit card
219
de pizza
the pizza
220
de plant
the plant
221
de pleister
the band-aid
222
de plug
the plug
223
pond
pound (lbs.) weight
224
de port
port wine
225
het postuur
build
226
de pot
the pot (to hold a plant)
227
de potgrond
planting soil
228
het potje
little pot
229
de prei
leeks
230
prettig
nice
231
prima
fine / okay
232
de printer
the printer
233
proberen
to try
234
het probleem
the issue / the problem
235
het product
the product
236
de pyjama
the pj's
237
de reep
the candy bar
238
de rekening
the bill
239
de ring
the ring
240
de rok
the skirt
241
de rol
the roll
242
de rollade
the roulade (roll of pastry and meat)
243
het rolletje
the roll (a small bun)
244
rood
red
245
de roos
the rose
246
de rose (mark over the e)
the rose (pink wine)
247
roze
pink
248
het rundvlees
beef
249
de salami
salami
250
de salontafel
the coffee table
251
samen
together
252
de sandaal
the sandal (shoe)
253
de schoen
the shoe
254
de schoenenzaak
the shoe store
255
de schroef
screw for building
256
de shroevendraaier
the screw driver
257
het servies
tableware
258
de shampoo
the shampoo
259
het shirt
the shirt
260
de sinaasappel
the orange
261
de sjaal
the scarf
262
de sla
the lettuce (salad)
263
de slager
the butcher
264
de slagerij
the butcher shop
265
de slagroom
the cream
266
het slipje
the panties (lingerie)
267
de slipper
flip flop
268
smaken
to taste
269
de snijboon
green beans
270
de sok
the sock
271
sorry
sorry
272
de spaghetti
the spaghetti
273
speciaal
special
274
het speelgoed
the toy
275
de spijker
the nail
276
de spijkerbroek
jeans
277
de spinazie
the spinach
278
de stem
the voice
279
stil
quiet (silence)
280
de stoel
the stool / chair
281
het stokbrood
baguette
282
de stroopwafel
the stroopwafel
283
de stropdas
the tie (man's clothing)
284
de suiker
the sugar
285
de taart
the cake
286
de tafel
the table
287
de tas
the bag
288
het tasje
the little bag
289
de tegel
the tile
290
de televisie
the television
291
de thee
the tea
292
het tijdschrift
the magazine
293
tot
until
294
de trui
the sweater
295
het t-shirt
the t-shirt
296
de tulp
the tulip
297
de ui
the onion
298
het varkensvlees
the pork (meat)
299
veel
a lot of....
300
het verband
bandage
301
de verkoper
the seller
302
vers
fresh
303
het vest
the vest
304
de vlaai
flan (Limburge taart)
305
het vlees
the meat
306
de vleeswaren
the meats
307
voor
in front of
308
de vuilniszak
the garbage bag
309
wat
what
310
het water
the water
311
het wc-paier
toilet paper
312
het weekend
the weekend
313
weer
weather
314
weinig
few
315
de whiskey
the whiskey
316
de wijn
the wijn
317
de winkel
the store
318
winkelen
shop
319
de winter
the winter
320
wit
white
321
de zaag
the saw (for wood)
322
zacht
soft
323
de zak
the bag
324
het zakje
the small bag
325
zeggen
say
326
ziens
bye
327
de zin
the sentence
328
zoet
sweet
329
de zomer
the summer
330
zonder
without
331
zwart
black
