theorie Flashcards
(9 cards)
1
Q
iets beleefd vragen
A
demander poliment
2
Q
ik zou graag (willen)
A
j’aimerais/ je voudrais
3
Q
zou u kunnen?
A
vous pourriez
4
Q
zou u willen?
A
vous voudriez
5
Q
om raad te geven
A
donner un conseil
6
Q
hij zou moeten
A
Il devrait + inf
7
Q
hij zou kunnen
A
il pourrait + inf
8
Q
in zijn plaats zou ik
A
à sa place, je (ww in C.P)
9
Q
Het zou nodig zijn om te
A
il faudrait + inf