TOETS vaaf geologische schaal (cursus 2 - aar) Flashcards

1
Q

Welke eonen bestaan er?

A

Archaïcum, proterozoicum,, Phanerozoicum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke era’s bestaan er?

A

paleozoïcum, Mesozoïcum, Cenozoïcum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Uit welke periodes bestaat de Mesozoïcum

A

Trias, Jura, Krijt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Uit welke periodes bestaat het Quartair?

A

Pleistoceen (temperatuurschommelingen, ijstijden) en Holoceen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanner begint het Paleozoïcum

A

541 miljoen jaar geleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat verstaan we onder het Pangaea?

A

het is een supercontinent (einde van de Perm)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een massa-extinctie?

A

Massaal uitsterven van 1 of meerdere diersoorten in relatief korte tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

geef enkele oorzaken van het huidige biodiversiteitverlies

A
  • klimaatopwarming
  • de enorme bevolkingstoename na de industriële revolutie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Tijdens welke periodes vonden de 3 verschillende gebergtevormingsfases plaats?

A

Caledonische (w- scandinavië: siluur
Hercynische (Appalachen over Europa - ardennen): carboon
Alpiene : paleogeen tot nu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

TIjdens welke periode en tijdvak hadden we de ijstijd?

A

periodes: Carboon-Perm
tijdvak: pleistoceen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Tijdens welke periode was het gevoeliger warmer dan nu

A

Trias, Jura, Krijt
gevolg: stijging zeeniveau = transgressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke tijdvak leeft de mens?

A

Holoceen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

geef de opbouw van de atmosfeer in tekening

A

zie nota’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

J of F: Op 10 km hoogte is het warmer dan aan het aardoppervlak.

A

FOUT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

J of F: Vallende sterren komen voor in de troposfeer.

A

FOUT, kouder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

J of F: Meteoren verbranden door hoge temperaturen in de mesosfeer.

A

FOUT, mesosfeer

17
Q

J of F: De troposfeer houdt de schadelijke UV-straling tegen.

A

FOUT, de stratosfeer

18
Q

J of F: Het weer speelt zich af in de troposfeer.

A

JUIST

19
Q

Geef de factoren die de temperatuur op aarde beïnvloeden

A
  • de breedteligging en culiminatiehoogte
  • de hoogte
  • tegenstelling land-water
  • invloed van zeestromingen
  • reliëf
20
Q

geef de hoge luchtdruk

A

p > 1013 hPa (max)

21
Q

geef de lage luchtdruk

A

p < 1013 hPa (min)

22
Q

geef de tekening van het reliëf

A

zie nota’s

23
Q

geef de periodes op volgorde

A
  1. Precambrium
  2. Cambrium
  3. Ordovicium
  4. Siluur
  5. Devoon
  6. Carboon
  7. Perm
  8. Trias
  9. Jura
  10. Krijt
  11. Paleogeen
  12. Neogeen
  13. Quartair
24
Q

wat ontstond er tijdens de Archaïcum (eon)

A

de eerste eencelligen

25
Q

wat ontstond er tijdens de Proterozoïcum (eon)

A

de eerste meercellige organismen

26
Q

wat ontstond er in de Paleozoïcum (era)

A

begin: Cambrische explosie: marine ongewervelden -> vissen, amfibieën, reptielen
+ incesten ontwikkelden zich

27
Q

wat ontstond er in de Mesozoïcum (era)

A

evolutie van de dinosaurussen + bedektzadige planten

28
Q

wat ontstond er in de Cenozoïcum (era)

A
  • uitsterving van dinosaurussen
  • verschijning van gras
  • zoogdieren
29
Q

wat ontstond er in de Quartair (periode)?

A

evolutie naar moderne mens

30
Q

Waar ontstond er een kimaatafkoeling (periode)

A

Paleogeen en Neogeen

31
Q

geef de vier lagen waaruit de dampkring is opgebouwd

A

troposfeer
stratosfeer
mesosfeer
ionosfeer