toetsweek 2 Flashcards

(73 cards)

1
Q

waarmee vang je licht op

A

je ogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn prikkels

A

een prikkel is informatie uit je omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat vangen prikkels op

A

je zintuigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

licht is de prikkel voor het …

A

gezichtszintuig/lichtzintuig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waarmee vang je geluid op

A

je oren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

geluid is de prikkel voor het …

A

gehoorzintuig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waarmee vang je geuren op

A

je neus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

stoffen die geuren afgeven, zijn prikkels voor het …

A

reukzintuig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waarmee proef je de smaak van je voedsel

A

je tong

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

stoffen uit het voedsel zijn prikkels voor de …

A

smaakzintuigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

voor welke prikkel is de warmtezintuig gevoelig

A

hogere temperatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

voor welke prikkel is het koudezintuig gevoelig

A

lagere temperatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

voor welke prikkel is het tastzintuig gevoelig

A

hoe een voorwerp aanvoelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

voor welke zintuig is de pijnzintuig gevoelig

A

pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

elk zintuig zet prikkels om in (elektrische) signalen, hoe heet zo een prikkel?

A

een impuls

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de impulsen van alle zintuigen gaan via … naar je …

A

zemuwen naar je hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat zijn zenuwen

A

zenuwen zijn bundels van uitlopers van zenuwcellen die impulsen door kunnen geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

je zenuwen lopen in je rug via het … naar de hersenen

A

ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

waaruit bestaat het zenuwstelsel

A

je zenuwen, hersenen en ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

waaruit bestaat zenuwcellen

A

een cellichaam met korte en lange uitlopers, een bundel lange uitlopers vormt een zenuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

zenuwen die vanuit je zintuigen naar de hersenen lopen, heten??

A

gevoelszenuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

je hersenen reageren op prikkels, ze sturen impulsen naar je spieren en die impulsen gaan door andere zenuwen, welke zijn dat?

A

de bewegingszenuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

in je grote hersenen zijn speciale gebieden voor de impulsen die via gevoelszenuwen vanuit de zintuigen binnenkomen. hoe noem je zo een gebied?

A

een hersencentrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

je oog is een bol, die in een holte van je schedel ligt, hoe heet die holte?

A

de oogkas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
wat is het gekleurde deel van het oog
de iris
26
wat is het zwarte rondje in de iris
de pupil
27
wat zit om de iris heen
het oogwit
28
wat beschermen je ogen tegen stof en zweet
de wenkbrauwen, oogleden en wimpers
29
wat is de functie van de traanklier
die maakt traanvocht. Elke keer als je kinnpert word het vocht over je ogen verspreid, zo drogen ze niet uit en spoelen stof en kleine vuiltjes weg.
30
wat is de functie van de traanbuis
de traanbuis voert vocht en vuiltjes af naar je neus. als je hult dan maken de traanklieren veel traanvocht waardoor je traanbuisjes overstromen.
31
wat is het harde oogvlies
het buitenste vlies van de oogbol, het is wit. dat zie je aan de voorkant als je oogwit.
32
wat doet de harde oogvlies
dit stevige vlies beschermt alles wat binnenin het oog ligt.
33
voor de iris is het harde oogvlies doorzichtig, wat is dat
dat is het hoornvlies, hierdoor valt het licht je oog binnen
34
wat is het vaatvlies
dit is de middelste laag, hierin zitten bloedvaatjes, waardoor het oog alle stoffen krijgt die het nodig heeft.
35
aan de voorkant is de vaatvlies gekleurd, wat is dat
de iris
36
in het midden zit er een gat in je vaatvlies, wat is dit
de pupil
37
wat is het netvlies
de binneste vlies/laag. Het netvlies is het lichtzintuig, hierin zitten de lichtgevoelige zintuigcellen die de prikkel licht opvangen.
38
hoe heet de plaats in het netvlies recht achter de pupil.
de gele vlek
39
met welk deel van je netvlies zie je het best
de gele velk
40
wat is de plek waar de oogzenuw aan de oogbol vastzit.
de blinde vlek, op deze plaats zit geen netvlies met zintuigcellen.
41
tussen de lens en het netvlies is je oogbol gevuld met een dorzichtige gel, hoe heet die gel
het glasahtig lichaam
42
wat zie je met staafjes
zwart, wit en grijstinten, deze werken bij weinig licht.
43
wat zie je met kegeltjes
kleuren, deze werken als er veel licht is
44
er zijn drie typen kegeljes, welke zijn dat
voor rood, groen en blauw licht.
45
waar zitten de meeste kegeltjes
de gele vlek
46
hoe regelen je ogen de hoeveelheid licht.
door de pupilreflex
47
wat is de pupilreflex
dit is het groter en kleiner maken van de pupillen.
48
bij weinig licht trekken de ... samen, de pupil word dan ...
lengstespiertjes, groter
49
bij veel licht trekken de ... in de ... de pupilpupil wordt dan ...
kringspier, iris, kleiner
50
met welke lens zie je voorwerpen van dichtbij scherp
bolle lens
51
met welke lens zie je voorwerpen van veraf scherp
platte lens
52
hoe heet het platter en boller maken van een lens
accommoderen
53
accomoderen gebeurt door een kringspier die om de lens zit
het straallichaam
54
hoe heet het dichtstbijzijnde punt waar je een voorwerp nog net scherp kunt zien
het nabijheidspunt
55
er zijn 2 redenen waardoor je niet scherp kunt zien
1. doordat je je ooglens niet goed plat of bol kunt maken 2. doordat de vorm van je oogbol niet goed is.
56
als je oogbal tekort is zie je alleen in de verte scherp, wat ben je dan
verziend
57
je ziet een voorwerp ban dichtbij wel duidelijk door een bril met ... lenzen ( een + lens)
bolle
58
wat ben je als je alleen scherp kunt zien van dichtbij
bijziend
59
iemand die bijziend is krijgt een birl met ... lenzen (een - bril)
holle
60
wat is geluid
trillende lucht
61
wat vangt de trillingen op
de oorschelp
62
waarin komt de trillende lucht
de gehoorgang
63
wat zit aan het einde van de gehoorgang
de trommelvlies, door de trillende lucht gaat dit trillen
64
wat maken oorsmeer in de gehoorgang
oorsmeerkliertjes, hierdoor blijft het trommelvlies soepel en trilt het gemakkelijk
65
welke drie botjes liggen in de trommelholte achter de trommelvlies
de gehoorbeentjes, als het trommelvlies trilt, gaan deze ook trillen
66
waaraan geven de gehoorbeentjes trillingen door
aan het slakkenhuis
67
waardoor gaan de impulsen naar de hersenen
de gehoorzenuw
68
waaruit druk je het aantal trillingen per seconde uit
hertz (Hz)
69
hoe noem je de laagste toon die organismen kunnen horen
onderste gehoorgrens
70
hoe noem je de hoogste toon die organismen kunnen horen
bovenste gehoorgrens
71
hoe heet het gebied tussen beide gehoorgrenzen
het gehoorbereik
72
wat doet de buis van Eustachius
verbindt de trommelholte met de keelholte
73
wat is een middenoorontsteking
als je verkouden of een keelonsteking hebt dan kunnen er ziekteverwekkers door de buis van Eustachius naar de trommelholte gaan, deze raakt dan ontsteken