Topografie Flashcards

(31 cards)

1
Q

Wat is de volgorde van de segmenten van de wervels (craniaal naar caudaal)

A

Cervicaal (7), thoracaal (12), lumbaal (5), sacraal (5) en coccygeale (samengeklonterd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekent anterior

A

Voor (buikkant lichaam)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat betekent posterior

A

Achter (rug kant lichaam)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekent superior

A

Hoger (naar het hoofd toe)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat betekent inferior

A

Lager (naar de benen toe)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat betekent lateraal

A

Buiten (Naar je zij toe)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat betekent mediaal

A

Binnen (naar het centrum van je lichaam toe)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat betekent ventraal

A

Maag/voren (naar de buik kant toe)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat betekent dorsaal

A

Rug/ achter (naar de rugkant toe)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat betekent cranial

A

Kruin (naar het hoofd toe)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat betekent caudaal

A

Kont (naar het onderste gedeelte van de romp toe)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Proximaal

A

Dichterbij (extremiteit gebied dat dichter bij het lichaam zit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Distaal

A

Verder weg (extremiteit gebied dat verder van de romp afzit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer is een spier onderdeel van de extremiteiten

A

Als het een extremiteit laat bewegen, is het onderdeel van de extremiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Door welk gedeelte van het diafragma gaat de vena cava, en door welk gedeelte gaat de hele aortae

A

Vena cava door pezig, zacht gedeelte, het is een veen dus kan makkelijk dichtgeknepen worden. Aortae door het spierige gedeelte want de hoge druk in de aorta zorgt ervoor dat hij niet dichtgeknepen kan worden door de spieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is Lordose, en op welke plaatsen vindt het plaats?

A

De voorwaarste kromming van de wervelkolom. Vindt plaats cervicaal en lumbaal)

17
Q

Wat is kyfose

A

Achterwaartse kromming, vindt plaats in het thoracale gedeelte en het sacrale gedeelte)

18
Q

Waar zijn wervels mee verbonden en door wat worden ze aangestuurd?

A

Zijn verbonden met gewrichtjes, tussenwervelschijven, en ligamenten. Ze worden aangestuurd door de spieren.

19
Q

Wat is scoliosis

A

Scoliosis is een zijwaartse kromming

20
Q

Wat weet je over cervicale wervels

A

Cervicale wervels liggen in het hals gebied en er liggen er daar 7. Aan de onderkant aangewsloten op de thoracale wervels (zijn kleiner dan hun omdat ze meer zenuwen nodig hebben en dus een groter gat nodig hebben daarvoor).
Hebben kleine ribbetjes die een boogje hebben gevormd aan de zijkant van het wervellichaam, hier lopen bloedvaten doorheen.
De gewrichtsvlakjes liggen in transversale/schuine richting

21
Q

Wat weet je over thoracale wervels

A

thoracale wervels liggen in het thoracale gebied, en het zijn in totaal 12 wervels. Het ligt aangesloten aan boven de cervicale wervels en onder de lumbale wervels. Ze zijn groter dan de cervicale wervels.
Ze hebben platte gewrichtsvlakes, waarin de wervels kunnen draaien en er rotatie mogelijk is van links en naar rechts. De ribben komen tegen de gewrichtsvlakjes aan te liggen.

22
Q

Wat weet je over lumbale wervels

A

Lumbale wervels liggen in het lumbale gebied, en bestaan uit 5 wervels. Het ligt onder de thoracalae wervels en onder de sacrale wervels
de gewrichtsvlakes van het lumbale gebied liggen in het sagitale vlak, waardoor er daar alleen maar buiging mogelijk is.
Er zitten kleine ribbetjes aan die nergens heen gaan en een beetje uitsteken.

23
Q

Wat weet je over sacrale wervels

A

Sacrale wervels liggen in het sacrale gebied, dat bestaat uit 5 wervels. Het ligt onder het lumbale gebied en boven de versmolten coccygeale (stuitbeen) gebied). Ribben en wervels zijn met elkaar versmolten, alleen het wervellichaam is niet versmolten

24
Q

Hoe kan je Ja knikken?

A

Doordat de 1e wervel (C1) in een schedelkommetje gefuseerd is,

25
Hoe kan je nee knikken
De 1e wervel zit in de 2e wervel als een iets wat een kommetje zit waardoor er gedraait kan worden.
26
Wat is flexie / extensie en wat voor bijdrage heeft de onderdelen in de wervelklolom
Flexie/ extensie is het vermogen om met je hele lichaam naar voren en achteren te bewegen. Alle wervels hebben hier een bijdrage aan behalve de thoracale wervels. Die hebben hier geen bijdrage aan want de ribben zitten hier in de weg waardoor er geen voorwaartse kanteling in dat gebied mogelijk is.
27
Wat is latero flexie en wat voor bijdrage hebben de gebieden in de wervelkolom
Het vormogen om naar links en naar rechts te bewegen met je hele lichaam. Elk gedeelte helpt er wel een beetje bij, maar vooral het cervicale gedeelte.
28
Wat is rotatie en welke wervels in de wervelkolom kunnen daaraan bijdragen
Rotatie is het vormogen om met je romp te draaien terwijl je blijft staan op je plek. De tweede cervicale wervel heeft een grote bijdrage hieraan, maar de C1 totaal niet omdat die gefuseerd is met het schedelkommetje. Daarnaast hebben de lumbale wervels geen bijdrage hieraan omdat de gewrichtsvlakjes in het sagitale vlak staan, wat betekent dat het niet die draaiing mogelijk maakt.
29
Hoe nummer je de cervicale wervels t.o.v de cervicale zenuwen van craniaal naar caudaal
1e zenuw, 1e wervel, 2e zenuw, 2e wervel (t/m 8e zenuw, er is dus 1 zenuw meer dan een wervel)
30
Hoe tel je de thoracale wervels (en overig) t.o.v. De zenuwen
1e wervel, 1e zenuw, 2e wervel, 2e zenuw (en zo verder, evenveel zenuwen als wervels)
31
Wat is de nucleus pulposus
Harde kern in het wervellichaam, kan naar buiten toe duwen en een zenuw raken.