Tout est politique Flashcards

(122 cards)

1
Q

een verkiezing

A

une élection

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

het politiek regime

A

le régime politique

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

het democratisch regime

A

le régime démocratique

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

het dictoriaal regime

A

le régime dictatorial

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

bedreigd zijn

A

être menacé

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

instorten

A

s’effondrer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

overreden worden

A

être renversé

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de leiders

A

les dirigeants

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de democratie herstellen

A

rétablir la démocratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de verkiezingen organiseren

A

organiser des élections

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

aan de macht zijn

A

être au pouvoir

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de politieker

A

le politicien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

de politiek

A

le politique

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

zich verkiesbaar stellen

A

se présenter aux éléctions

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

een verkiezingscampagne leiden

A

mener une campagne électorale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

verkozen worden

A

être élu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

gesprekken aangaan

A

engager des pourparlers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

een coalitie vormen

A

former une coalition

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

zich aan zijn verkiezingsbeloftes houden

A

tenir ses promesses électorales

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

de burger

A

le citoyen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

kiezen voor een kandidaat

A

voter pour un candidat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

blanco stemmen

A

voter blanc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

zich onthouden

A

s’abstenir

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

een lid van een partij zijn

A

être membre d’un parti

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
de politieke partijen
les partis politiques
26
links
de gauche
27
rechts
de droite
28
extreem links
d'extrême gauche
29
extreem rechts
d'extrême droite
30
progressief
progressiste
31
conservatief
conservateur
32
reactionair
réactionnaire
33
midden
centriste
34
een programma presenteren
présenter un programme
35
de meerderheid
la majorité
36
de oppositie
l'opposition
37
de partijvoorzitters
les présidents de parti
38
een partij
un parti
39
zegevieren
l'emporter
40
de overwinning binnenhalen
remporter la victoire
41
de meeste stemmen behalen
obtenir la majorité des voix
42
de geemancipeerde burger
le citoyen émancipé
43
corruptie veroordelen
dénoncer la corruption
44
het gesjoemel
les magouilles
45
protesteren tegen
protester contre
46
de belastingsverhoging
la hausse des impôts
47
betogen
manifester
48
goedkeuren
approuver
49
de integratiepolitiek
la politique d'intégration
50
de corrupte politieker
le politicien corrompu
51
steekpenningen aannemen
toucher des pots-de-vin
52
de burgermeester
le bourgmestre
53
voorzitten
présider
54
de gemeenteraad
le conseil communal
55
het OCMW
le CPAS
56
sociale hulp verstrekken
accorder de l'aide sociale
57
ontvangcentra creeren voor daklozen
créer des centres d'acceuil pour les sans-abri
58
NGO's
les ONG
59
strijden voor
lutter pour
60
het respect voor mensenrechten
le respect des droits de l'homme
61
afschaffen
abolir
62
de doodstraf
la peine de mort
63
een wet goedkeuren
voter une loi
64
parlementslid/congreslid
le député
65
een Europese top
un sommet européen
66
de eerste minister
le Premier ministre
67
deelnemen aan
assister à
68
regeren
gouverner
69
de regering
le gouvernment
70
opzetten
mettre sur pied
71
een solidariteitspolitiek
une politique de solidarité
72
een besparingspolitiek
une politique d'austérité
73
maatregelen nemen voor
prendre des mesures pour
74
de armoede bestrijden
combattre la pauvrété
75
strijden tegen zwartwerk
lutter contre le travail au noir
76
de economische heropleving ondersteunen
favoriser la relance économique
77
de werkloosheid oplossen
résorber le chômage
78
de publieke schuld verkleinen
réduire la dette publique
79
de situatie van mensen zonder papieren regulariseren
régulariser la situation des sans-papiers
80
verhelpen
remédier à
81
een einde brengen aan
mettre fin à
82
verbeteren
améliorer
83
zich engageren voor
s'engager pour
84
verhogen
augmenter
85
verlagen
diminuer
86
limiteren
limiter
87
hervormen
réformer
88
promoten
promouvoir
89
beschermen
protéger
90
ontwikkelen
développer
91
stimuleren
stimuler
92
de eenheid van België
l'unité de la Belgique
93
de koopkracht
le pouvoir d'achat
94
inkomstenbelasting
l'impôt sur le revenu
95
het gebrek aan crèches
le manque de crèches
96
de sociale huisvesting
les logements sociaux
97
de kwaliteit van het onderwijs
la qualité de l'enseignment
98
het openbaar vervoer
les transports en commun
99
geweld en onveiligheid
la violence et l'insécurité
100
het verhoogde racisme
la montée du racisme
101
de uitdagingen van morgen
les enjeux pour demain
102
een elektronische stem
un vote électronique
103
toekennen
octroyer
104
bekritiseren
fustiger
105
aanpakken
aborder
106
de herverschijning
la résurgence
107
vrezen
redouter
108
een ontmoetingsplek
un endroit de recontre
109
het achtergelaten afval
les déchets abandonnés
110
de machtsovername
la prise de pouvoir
111
een verlies van vrijheid
une perte de liberté
112
een ronde maken
faire une ronde
113
een afschrikkend effect
un effet dissuasif
114
zich veilig voelen
se sentir en securité
115
een éénrichtingsstraat
une rue à sens unique
116
een voetgangersstraat
une rue piétonnière
117
een boete
une amende
118
de gelimiteerde toegang tot het centrum
l'accès limité au centre-ville
119
het instellen van een nieuw circulatieplan
l'instauration d'un nouveau plan de circulation
120
de veiligheid van de wijk bewaken
veiller à la securité du quartier
121
het oprichten van een burgerwacht
la constitution d'un comité de vigilance
122
het inrichten van een gezellige plek
l'aménagement d'un espace convivial