Trede 22 Flashcards
(67 cards)
1
Q
kijken
A
Watch (to)
2
Q
uitzenden
A
Broadcast (to)
3
Q
Spelen
A
Play (to)
4
Q
scannen
A
Scan (to)
5
Q
Vertellen
A
Tell (to)
6
Q
luisteren
A
Listen (to)
7
Q
verspreiden
A
Spreid (to)
8
Q
geloven
A
believe (to)
9
Q
aflevering
A
episode
10
Q
dialoog
A
dialogue
11
Q
documentaire
A
documentary
12
Q
iemand die urenlang op de bank tv ligt te kijken
A
couch potato
13
Q
komedie
A
comedy
14
Q
liedtekst
A
lyrics
15
Q
locatie
A
setting
16
Q
personage
A
character
17
Q
rol
A
role
18
Q
rolverdeling
A
cast
19
Q
seizoen
A
season
20
Q
serie
A
serie
21
Q
verhaallijn
A
plot
22
Q
trailer
A
trailer
23
Q
beroemd
A
famous
24
Q
lang
A
Tall
25
Krullend
curly
26
stijl
straight
27
huid
skin
28
mode
fashion
29
stijl
style
30
aardig
Kind
31
nuchter
down to earth
32
uiterlijk
appearance
33
gemiddeld
average
34
slank
slender
35
gebruind
tanned
36
pony (haar)
fringe
37
rimpel
wrinkle
38
dramatisch
dramatic
39
echt, waar
true
40
eng
scary
41
fantastisch
amazing
42
gaaf
awesome
43
grappig
funny
44
interessant
interesting
45
mooi
beautiful
46
ongemakkelijk
uncomfortable
47
onrealistisch
unrealistic
48
realistisch
realistic
49
saai
boring
50
spannend
exciting
51
verslavend
addictive
52
voorzichtig
careful
53
vreemd
strange
54
zielig
sad
55
verslavend
addictive
56
woonkamer
living room
57
keuken
kitchen
58
slaapkamer
bedroom
59
tuin
garden
60
dak
Roof
61
schoorsteen
chimney
62
badkamer
bathroom
63
eetkamer
dining room
64
koelkast
fridge
65
fornuis
stove
66
douche
shower
67
kledingkast
wardrobe