Trede 24 Flashcards
(48 cards)
1
Q
Wonderkind
A
Prodigy
2
Q
Vooroordeel
A
Prejudice
3
Q
Vragenlijst
A
Survey
4
Q
Opvallend
A
Remarkable
5
Q
Invloedrijk
A
Influential
6
Q
Eigenschap
A
Trait
7
Q
Gewelddadig
A
Violent
8
Q
Heldhaftig
A
Heroic
9
Q
Buitengewoon
A
Extraordinary
10
Q
Overleven
A
Survival
11
Q
Omstandigheden
A
Circumstance
12
Q
Veiligheid
A
Safety
13
Q
Moeilijkheden
A
Difficulties
14
Q
Onzichtbaar
A
Invisible
15
Q
Dakloos
A
Homeless
16
Q
Beinvloeden
A
Influence (to)
17
Q
Verwerken
A
Process (to)
18
Q
Verwijderen
A
Dilate (to)
19
Q
Koppelen
A
Associate (to)
20
Q
Veranderen
A
Modify (to)
21
Q
Dwalen
A
Wander (to)
22
Q
Pesten
A
Bully (to)
23
Q
Anders verwoorden
A
Paraphrase (to)
24
Q
Oefenen
A
Rehearse (to)
25
Voordragen
Recite (to)
26
Afleiden
Deduce (to)
27
Duidelijk
Distinct
28
Waarneming
Perception
29
Bewust
Conscious
30
Aantrekkelijk
Appealing
31
Heilzaam
Beneficial
32
Bron
Resource
33
Halfrond
Hemisphere
34
Aanname
Assumption
35
Perfecte wereld
Utopia
36
Ellendige samenleving
Dystopia
37
Toverkunst
Magic
38
Boek
Novel
39
Defenitie
Definition
40
Gescheiden
Divided
41
Mogelijkheid
Ability
42
Fragment
Excerpt
43
Vernedering
Humiliation
44
Identiteit
Identity
45
Kwestie
Issue
46
Maatschappij
Society
47
Locatie, plaats
Setting
48
Kenmerk
Characteristic