unit 1 lesson 5 en ne Flashcards
(15 cards)
to accuse
beschuldigen
to adore
aanbidden
anxious
bezorgd; zorgelijk
cautious
voorzichtig
considerate
attent
cowardly
laf
currently
op dit moment
excitable
prikkelbaar
generous
gul
obnoxious
onaangenaam
to praise
prijzen; ophemelen
secretive
geniepig; geheimzinnig
sincerity
oprechtheid
thoughtful
bedachtzaam
thoughtless
onnadenkend