unit 11 Flashcards
(38 cards)
getalenteerd
talented
intelligent
intelligent
zelfverzekerd
confident
positief
positive
actief
active
vrolijk
cheerful
hartelijk
warm
leuk
fun
plezier hebben
have fun
hilarisch
hilarious
lachen om
laugh at
een grapje snappen
get a joke
een geintje uithalen met
play a joke on
moppen vertellen
tell jokes
de draak steken met iemand
make fun of
grappig
funny
overreden
persuade
aanmoedigen
encourage
waarschuwen
warn
uitnodigen
invite
verwachten
expect
iemand herinneren aan
remind
toestaan
allow
kiezen
pick